In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 15 juli 2020, staat de verantwoordelijkheid van de werkgever bij de uitvoering van een leaseovereenkomst centraal. De eiser, een besloten vennootschap, heeft de gedaagde, een voormalige werknemer, aangesproken voor betaling van een afkoopsom na beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De gedaagde had een leaseauto ter beschikking gesteld gekregen en was contractueel verplicht om de leaseovereenkomst over te nemen bij voortijdige beëindiging van zijn dienstverband. De eiser vorderde een bedrag van € 4.292,57, dat resteerde na betaling van een deel van de afkoopsom door de gedaagde.
De kantonrechter oordeelt dat de werkgever niet voldoende heeft voldaan aan de eisen van goed werkgeverschap. De werkgever had de gedaagde adequaat moeten informeren over de gevolgen van de leaseovereenkomst en de berekening van de afkoopsom. De rechter stelt vast dat de werkgever niet heeft aangetoond dat zij zich heeft ingespannen om de afkoopsom te verlagen en dat de gedaagde niet op de hoogte was van de financiële consequenties van zijn keuze. Hierdoor is het onaanvaardbaar dat de gedaagde de volledige afkoopsom voor zijn rekening moet nemen.
De kantonrechter wijst de vorderingen van de eiser af en veroordeelt de eiser in de proceskosten aan de zijde van de gedaagde. De rechter benadrukt dat de werkgever een eigen verantwoordelijkheid heeft in het informeren van de werknemer over de leaseovereenkomst en de bijbehorende financiële gevolgen. Dit vonnis onderstreept de noodzaak voor werkgevers om transparant te zijn over contractuele verplichtingen en de impact daarvan op werknemers.