Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[eiser] ,
[eiseres],
1.De procedure
- de dagvaarding,
- de conclusie van antwoord,
- de dagbepaling van de mondelinge behandeling,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 27 mei 2020.
2.De feiten
3.Het geschil
- om aan [eisers] te voldoen een bedrag van € 50.000,-, vermeerderd met wettelijke rente vanaf datum verzuim tot aan de dag der algehele voldoening, althans een zodanig bedrag als de rechtbank meent te behoren;
- om aan [eisers] te voldoen de buitengerechtelijke kosten ter hoogte van € 875,-, althans een zodanig bedrag als de rechtbank meent te behoren;
- om aan [eisers] te voldoen de daadwerkelijk gemaakte kosten van het gelegde conservatoire beslag op de woning van [gedaagde] , althans een zodanig bedrag als de rechtbank meent te behoren;
- tot betaling van de kosten van het geding, inclusief de nakosten, en te bepalen dat de wettelijke rente over de proceskosten verschuldigd zal zijn indien de proceskosten niet binnen 14 dagen na dagtekening van dit vonnis zijn betaald.
4.De beoordeling
15 augustus 2016 niet. Hij erkent dat hij een bedrag van € 50.000,00 geleend heeft van
2.148,00(2,0 punt × tarief € 1.074,00)