3.1Conclusies
Bij het formuleren van conclusies wordt gebruik gemaakt van de volgende reeks:
Bevestigend: is veroorzaakt;
zeer waarschijnlijk;
waarschijnlijk;
mogelijk.
De vraag blijft open: niet vastgesteld
Ontkennend: niet aannemelijk;
waarschijnlijk niet;
niet.
Uit het proces-verbaal van aangifte van een inbraak op 24 december 2019 door [benadeelde 1] blijkt, zakelijk weergegeven, het volgende:
Op 24 december 2019 werd er wederom ingebroken in de [Bouwmarkt 2] . De dader kwam via het gat, dat op 14 december 2019 al was gemaakt in de zijgevel, binnen. Op de beelden is te zien dat de dader geheel gekleed in zwarte kleding gekleed was. Opvallend was wel dat de schoenen een witte rand hadden. Bij de inbraak werden 3 accuboormachines ontvreemd.
Uit het proces-verbaal van bevindingen van 28 december 2019 blijkt, zakelijk weergegeven, het volgende:
Op vrijdag 27 december 2019 was ik, verbalisant [Naam 2] , in burger gekleed en maakte gebruik van een onopvallende dienstscooter. Ik was doende met de aanpak van een serie inbraken bij de bouwmarkt de [Bouwmarkt 2] op de locatie de [Adres 1] te Brunssum. Het was duister, droog en ik had goed zicht op de panden van de [Bouwmarkt 2] en [Bouwmarkt 1] . Omstreeks 23:20 uur hoorde ik een harde klap en geluid alsof er iets verbroken werd. Ik hoorde dat dit geluid uit de richting van de [Bouwmarkt 1] op de locatie de [Adres 2] te Brunssum kwam. Direct hierop verplaatste ik mij te voet, met mijn onopvallende dienstscooter in de hand, in de richting van de [Bouwmarkt 1] . Ik was ongeveer 100 meter verwijderd van het perceel van de [Bouwmarkt 1] . Ik hoorde op dat moment ook een luid alarm in het perceel van de [Bouwmarkt 1] afgaan. Op het moment dat ik op ongeveer 50 meter van de achterzijde van het pand verwijderd was, hoorde ik wederom een hard bonkend geluid dat vanaf de achterzijde van de [Bouwmarkt 1] kwam. Direct hierna zag ik een manspersoon vanaf het perceel van de [Bouwmarkt 1] wegrennen. Ik zag dat deze meerdere grote blauwkleurige voorwerpen vast had. Later bleken dit drie koffers met gereedschap van het merk Makita. Hierop startte ik mijn dienstscooter en reed ik in de richting van de verdachte. Ik naderde hem van achteren en riep hem luidkeels aan. Ik riep: “Politie staan blijven!” of woorden van gelijke strekking. De verdachte bleef zich aan zijn aanhouding onttrekken. Ik reed zo dicht naast de verdachte dat wij in aanraking kwamen met elkaar. Hierdoor stopte de verdachte met rennen. Ik liet de dienstscooter vallen en riep de verdachte aan te gaan liggen. Na hem tweemaal aangeroepen te hebben voldeed hij hieraan. De verdachte werd door mij geboeid.
Uit het proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 2] blijkt, zakelijk weergegeven, het volgende:
Ik doe aangifte van een inbraak in de [Bouwmarkt 1] aan de [Adres 2] te Brunssum. Op vrijdag 27 december 2019 werd ik gebeld dat er was ingebroken. Ik ben vervolgens ter plaatse gegaan en zag dat er aan de achterzijde van de [Bouwmarkt 1] een ruit was ingeslagen. Ik zag vervolgens dat de politie mij 3 koffers met daarin materialen liet zien. Ik zag dat er 2 koffers, met daarin multitools zaten en 1 koffer met een boormachine van het merk Makita. Deze 3 koffers hadden ze van een verdachte afgenomen Deze 3 koffers zijn afkomstig van ons filiaal. Ik weet dat omdat ik deze koffers gescand heb en van het luid alarm heb afgehaald.
Uit het proces-verbaal van bevindingen kleding inbraken [Bouwmarkt 2] van 29 december 2019 blijkt, zakelijk weergegeven, het volgende:
Kleding die de verdachte draagt tijdens de inbraak op 14 december 2019 bij de [Bouwmarkt 2] , [Adres 1] te Brunssum. Inbeslaggenomen kleding (schoenen en zwarte joggingbroek) vanuit de woning van de verdachte [verdachte] . Schoenen en joggingbroek komen sterk overeen met de schoenen en broek die de verdachte draagt tijdens de inbraak op 14 december 2019. Schoenen en joggingbroek zijn alle twee besmeurd met modder.
Kleding die de verdachte draagt tijdens de inbraak op 22 december 2019 bij de [Bouwmarkt 2] , [Adres 1] te Brunssum. Inbeslaggenomen jas (voorzijde) vanuit de woning van de verdachte [verdachte] . Jas komt sterk overeen met de jas die de verdachte draagt tijdens de inbraak op 22 december 2019. Inbeslaggenomen jas (achterzijde) vanuit de woning van de verdachte [verdachte] . Jas komt sterk overeen met de jas die de verdachte draagt tijdens de inbraak op 22 december 2019. Jas is besmeurd met modder.
Kleding die de verdachte draagt tijdens de inbraak op 24 december 2019 bij de [Bouwmarkt 2] , [Adres 1] te Brunssum. Inbeslaggenomen schoenen vanuit de woning van de verdachte [verdachte] . Schoenen komen sterk overeen met de schoenen die de verdachte draagt tijdens de inbraak op 24 december 2019.
Kleding die de verdachte [verdachte] draagt ten tijde van de aanhouding. Kleding komt vrij aardig overeen met de beelden van de [Bouwmarkt 1] (inbraak [Bouwmarkt 1] ) op 28 december 2019.
Op de bij het voornoemde proces-verbaal gevoegde foto’s is de kleding te zien die de verdachte droeg tijdens de inbraken en zijn de kleding en de schoenen te zien die bij verdachte [verdachte] in beslag zijn genomen en die verdachte [verdachte] droeg tijdens zijn aanhouding.
Uit het proces-verbaal van bevindingen van 6 januari 2020 met bijlage blijkt, zakelijk weergegeven, het volgende:
Op 6 januari 2020 werd door mij een extractierapport vervaardigd van de data welke was veilig gesteld op de telefoon van de verdachte [verdachte] . Ik zag hierop dat er in de afbeeldingenlijst op de telefoon, afbeeldingen stonden van gereedschappen. Ik zag dat er onder andere in totaal 8 afbeeldingen waren gemaakt op 14 december 2019, op 22 december 2019 en op 24 december 2019.
Ik zag dat op de foto’s (4) die waren gemaakt op 14 december gereedschappen stonden die qua merk en type overeen kwamen met gereedschappen die op 14 december 2019 bij een inbraak bij de [Bouwmarkt 2] [Adres 1] waren weggenomen.
Ik zag dat op de foto’s (3) die waren gemaakt op 22 december gereedschappen stonden die qua merk en type overeen kwamen met gereedschappen die op 22 december 2019 bij een inbraak bij de [Bouwmarkt 2] [Adres 1] waren weggenomen.
Ik zag dat op de foto (1) die was gemaakt op 24 december gereedschap stond die qua merk en type overeen kwam met gereedschap dat op 12 december 2019 bij een inbraak bij de [Bouwmarkt 2] [Adres 1] was weggenomen.
Extraction rapport
De vier foto’s die zijn gemaakt op 14 december 2019 zijn gemaakt tussen 19.25 uur en 19.27 uur.
De drie foto’s die zijn gemaakt op 22 december 2019 zijn gemaakt tussen 19.14 uur en 19.15 uur.
De foto die is gemaakt op 24 december 2019 is gemaakt om 20.53 uur.
Uit het proces-verbaal van bevindingen van 8 februari 2020 blijkt, zakelijk weergegeven, het volgende:
Tijdens het onderzoek naar [verdachte] hebben wij een onderzoek gedaan in de woning van [verdachte] . Nadat wij in de woning waren geweest en terug waren op het politiebureau werd gevraagd of wij naar de foto’s wilde kijken. Wij zagen op de foto’s koffers met hierin gereedschappen, die gestolen waren bij de [Bouwmarkt 2] . Wij herkenden meteen het interieur in de woning van [verdachte] . Wij herkenden de vloer, de stoel, de tafel en de indeling van de woning. Wij herkenden dit omdat wij nog geen uur van te voren in de woning van [verdachte] waren geweest.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij op 27 december 2019 de goederen bij de [Bouwmarkt 1] te Brunssum heeft gestolen. Verdachte heeft een ruit ingetikt, is naar binnen gegaan en heeft drie gereedschapskoffers van Makita meegenomen.
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 1
De rechtbank acht feit 1 wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen, omdat verdachte dit feit heeft bekend en namens hem geen vrijspraak is bepleit (artikel 359, derde lid, Wetboek van Strafvordering).
De rechtbank acht het feit wettig en overtuigend bewezen gelet op:
- De verklaring van verdachte ter terechtzitting op 16 juni 2020;
- het proces-verbaal van aangifte d.d. 28 december 2019;
- het proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 december 2019;
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 2 tot en met 4
Uit bovenstaande bewijsmiddelen volgt naar het oordeel van de rechtbank dat verdachte de ten laste gelegde feiten onder 2 tot en met 4 heeft gepleegd. De rechtbank is van oordeel dat de bewijsmiddelen elkaar versterken en in onderling verband en samenhang moeten worden bezien.
De rechtbank overweegt dat op de telefoon van verdachte foto’s zijn aangetroffen van de goederen die bij de inbraken bij de [Bouwmarkt 2] op 14, 22 en 24 december 2019 zijn ontvreemd. Deze foto’s zijn bij verdachte thuis gemaakt respectievelijk 25, 12 en 11 minuten na iedere inbraak. Verdachte heeft hierover ter terechtzitting verklaard dat de goederen aan hem te koop werden aangeboden en dat hij vervolgens van deze goederen een foto heeft gemaakt om te kijken of hij ze kon doorverkopen. Deze verklaring acht de rechtbank, gezien het korte tijdsverloop tussen de inbraak en de genomen foto’s en het feit dat verdachte hierover pas op zitting voor het eerst verklaart, onaannemelijk.
Ook zijn er naar het oordeel van de rechtbank sterke overeenkomsten tussen de bij verdachte in de woning aangetroffen kleding en schoenen, de kleding die verdachte droeg tijdens zijn aanhouding op 27 december 2019 en de kleding die op de camerabeelden van de verschillende inbraken is te zien. Dit geldt ook voor het schoenspoor dat is aangetroffen na de inbraak op 22 december 2019. De rechtbank neemt de conclusie uit het schoenspooronderzoek over. Deze conclusie houdt een bevestiging in van het antwoord op de vraag of de aangetroffen schoensporen kunnen zijn veroorzaakt met de schoenen van verdachte. De algemene kenmerken (het profiel en de afmetingen) en de karakteristieke kenmerken (de slijtageplekken) van het schoenspoor dat is aangetroffen in de [Bouwmarkt 2] komen overeen met de schoenen die in de woning van verdachte zijn aangetroffen.
Het verweer van de verdediging dat het schoensporenonderzoek ziet op een andere inbraak, namelijk een inbraak op 23 december 2019, volgt de rechtbank niet. Zoals uit de opgesomde bewijsmiddelen volgt is naar aanleiding van de inbraak op 22 december 2019 op 23 december 2019 een forensisch onderzoek verricht in de [Bouwmarkt 2] . De aangetroffen sporen zijn door de forensisch medewerker veilig gesteld en voorzien van een SIN-nummer. Deze SIN-nummers komen overeen met de SIN-nummers die ten grondslag hebben gelegen aan het Vergelijkend schoensporenonderzoek. Op basis hiervan kan het niet anders dan dat het schoensporenonderzoek ziet op de inbraak op 22 december 2019.
Conclusie
Concluderend acht de rechtbank het ten laste gelegde onder feit 1 tot en met 4 wettig en overtuigend bewezen.