Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De stukken
- de vordering van de officier van justitie in het arrondissement Limburg van 4 november 2019;
- het verlengingsadvies van 19 oktober 2019 van [Naam 1] , behandelcoördinator en
- het rapport naar aanleiding van het psychologisch onderzoek Pro Justitia van [Naam 3] , klinisch psycholoog d.d. 9 april 2020;
- het rapport naar aanleiding van het psychiatrisch onderzoek Pro Justitia van [Naam 4] , psychiater, d.d. 20 april 2020;
- het rapport second opinion Pro Justitia van [Naam 5] , kolonel-arts en psychiater en [Naam 6] , klinisch psycholoog en klinisch neuropsycholoog, d.d. 9 maart 2020;
- de wettelijke aantekeningen over de periode van 19 juni 2018 tot en met 3 maart 2020;
- de beslissing van de rechtbank Limburg van 28 december 2018 waarbij de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege voor één jaar is verlengd;
- het arrest van gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 31 januari 2005 in de strafzaak tegen [verdachte] met parketnummer 20.003004.04.
2.De procesgang
3.Het standpunt van de inrichting
4.Het standpunt van de psycholoog
5.Het standpunt van de psychiater
Betrokkene heeft behoefte aan vervolgstappen en geeft aan dat hij weinig twijfels heeft over zijn toekomst. Sinds april/mei 2019 heeft hij contact met een begeleider van AFPN, maar dit ligt momenteel stil, omdat transmuraal verlof afgewezen werd. Als betrokkene dit zou gaan krijgen, dan kan hij verder met AFPN. (…) Volgens betrokkene is hij door de jaren heen bewust geworden van de onderliggende patronen en is hij milder geworden naar zichzelf en naar de buitenwereld.”
Als er geen sprake is van een voorwaardelijke beëindiging dan zou betrokkene via transmuraal verlof naar een eigen woning willen. Hij is het met de kliniek eens dat de transmurale verblijven net buiten de kliniek niet geïndiceerd zijn voor hem.”