ECLI:NL:RBLIM:2020:4823

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
2 juli 2020
Publicatiedatum
3 juli 2020
Zaaknummer
8519255 CV EXPL 20-2190
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot loondoorbetaling tijdens ziekte en geschil over arbeidsongeschiktheid

In deze zaak vordert [eiseres] in kort geding loondoorbetaling van haar werkgever, Micare Revalidatie B.V., tijdens haar ziekte. De kantonrechter oordeelt dat de bevindingen van de bedrijfsarts niet in geschil zijn, wat betekent dat [eiseres] vanaf de datum van ziekmelding geen benutbare mogelijkheden had om arbeid te verrichten. De werkgever, Micare, had de loondoorbetaling opgeschort, maar de kantonrechter oordeelt dat dit niet rechtmatig was. Micare had geen rechtsgrond om het loon op te schorten, aangezien de bedrijfsarts had vastgesteld dat [eiseres] arbeidsongeschikt was door medische klachten die voortkwamen uit spanningen op de werkvloer. De kantonrechter wijst de vorderingen van [eiseres] toe, inclusief de betaling van achterstallig loon, wettelijke rente en loonspecificaties. Micare wordt ook veroordeeld in de proceskosten. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 8519255 CV EXPL 20-2190
Vonnis in kort geding van de kantonrechter van 2 juli 2020
in de zaak van:
[eiseres],
wonend te [woonplaats] ,
eisende partij,
gemachtigde mr. R.C. Breuls,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijk
MICARE REVALIDATIE B.V.,
gevestigd te Heerlen,
gedaagde partij,
gemachtigde mr. W.H.J. Luijer.
Partijen worden hierna [eiseres] en Micare genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 25 mei 2020 met acht producties
  • de mondelinge behandeling op 18 juni 2020 en de pleitnotities van beide gemachtigden.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] is vanaf 14 juli 2014 bij Micare, althans haar rechtsvoorgangster, in dienst in de functie van administratief medewerkster. Het loon van [eiseres] bedraagt € 2.200,- bruto per maand.
2.2.
Op 16 april 2020 vindt een gesprek plaats tussen [eiseres] en de directeur van Micare, [naam directeur] . [naam directeur] stelt [eiseres] in dit gesprek voor de keuze: verbetering van het functioneren ofwel het aangaan van een vaststellingsovereenkomst. Diezelfde dag meldt [eiseres] zich ziek.
2.3.
Bij e-mail van 16 april 2020 herinnert [naam directeur] [eiseres] eraan om een keuze te maken tussen het aangaan van een vaststellingsovereenkomst of een verbetertraject. [eiseres] reageert niet. Bij e-mail van 20 april 2020 sommeert [naam directeur] [eiseres] aan te geven welke werkzaamheden zij nog kan verrichten en geeft hij te kennen dat hardnekkige weigering daaraan te voldoen reden kan zijn voor een ontslag op staande voet. Bij gebreke aan een reactie zal het loon worden opgeschort, aldus [naam directeur] . [eiseres] reageert diezelfde dag met de mededeling dat zij ziek is en in afwachting is van een oproep van de bedrijfsarts. In zijn e-mail van 21 april 2020 geeft [naam directeur] te kennen het loon op te schorten en dat het niet maken van een keuze tussen het verbetertraject of een vaststellingsovereenkomst automatisch het einde inluidt van een vertrek van [eiseres] bij Micare. [naam directeur] stelt zich op het standpunt dat [eiseres] zal moeten aangeven welke werkzaamheden zij nog kan verrichten. Daarop reageert [eiseres] met de mededeling dat zij om medische redenen niet kan antwoorden op de berichten van [naam directeur] . Bij e-mail van 22 april 2020 geeft [naam directeur] aan dat het mogelijk moet zijn voor [eiseres] om werkzaamheden te verrichten, temeer daar zij in staat is gesteld dat vanuit huis te doen. Wederom dreigt [naam directeur] met een ontslag op staande voet.
2.4.
Op 23 april 2020 vindt een consult plaats bij de bedrijfsarts. Deze rapporteert dat [eiseres] arbeidsongeschikt is vanwege medische klachten en beperkingen die voortkomen uit spanningen op de werkvloer. Er zijn beperkingen in het verdelen en concentreren van de aandacht, sociaal functioneren en energetische beperkingen. Eerst dient prioriteit te worden gegeven aan herstel van de belastbaarheid en vervolgens dient de werkgerelateerde problematiek opgelost te worden. Het advies van de bedrijfsarts is afstand nemen van het werk en om alleen per e-mail of whatapp te communiceren.
2.5.
Micare reageert vervolgens op 28 april 2020 met een e-mail van [naam] door [eiseres] te vragen vóór 1 mei 2020 om 14:00 uur een plan van aanpak op te stellen waarin zij aangeeft welke werkzaamheden zij nog kan verrichten. Ook wordt [eiseres] verzocht mee te werken aan een overdracht van haar werkzaamheden.
2.6.
In de probleemanalyse van 7 mei 2020 is door de bedrijfsarts aangegeven dat [eiseres] eerst verder zal moeten herstellen in belastbaarheid en daarna in gesprek kan gaan met de werkgever over de werkgerelateerde problematiek. Op dat moment zijn er nog geen benutbare mogelijkheden. Een volgende beoordeling is gepland over zes weken. Het contact met de werkgever zal voorlopig schriftelijk of per e-mail dienen plaats te vinden en in later stadium eventueel onder begeleiding van een mediator.
2.7.
[eiseres] sommeert Micare bij e-mail van 11 mei 2020 het loon over de maand april te voldoen. Micare reageert bij e-mail van diezelfde dag. Zij weigert het loon te voldoen.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert bij wijze van onmiddellijke voorziening bij voorraad Micare te veroordelen aan [eiseres] :
1. het loon te voldoen van € 1.540,- bruto per maand, vanaf april 2020, tot het moment dat de arbeidsovereenkomst is geëindigd;
2. de wettelijke rente en wettelijke verhoging over het loon te voldoen;
3. om binnen drie dagen schriftelijke en deugdelijke loonspecificaties te verstrekken op straffe van een dwangsom van € 100,- per dag met een maximum van € 10.000,-, voor elke dag dan wel dagdeel na betekening van dit vonnis dat [eiseres] niet voldoet aan de inhoud daarvan;
4. Micare te veroordelen in de proceskosten.
3.2.
Micare betwist dat [eiseres] een spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen. Micare betwist de bevindingen van de bedrijfsarts niet. Micare betwist niet dat [eiseres] geheel arbeidsongeschikt is. Micare betwist wel dat [eiseres] recht heeft op loon. [eiseres] stelt Micare niet in de gelegenheid te controleren of zij wel recht heeft op loon. [eiseres] heeft nog geen blijk gegeven dat zij werk maakt van haar herstel. [eiseres] kan bovendien huis werken, maar doet dat niet.

4.De beoordeling

4.1.
Van een spoedeisend belang is sprake wanneer van [eiseres] niet kan worden gevergd dat zij de beslissing in een bodemprocedure afwacht. Hiervan is naar het oordeel van de kantonrechter sprake, omdat dit volgt uit de aard van de vordering.
4.2.
Om een voorziening te kunnen treffen zoals gevorderd, dient te worden beoordeeld of het aannemelijk is dat de rechter in een aanhangig te maken bodemprocedure een met de gevraagde voorziening overeenstemmende vordering zal toewijzen. Die beoordeling geschiedt op basis van hetgeen in deze korte procedure naar voren is gebracht en aannemelijk is gemaakt.
4.3.
De bevindingen van de bedrijfsarts zijn niet in geschil. Dit betekent dat ook niet in geschil is dat [eiseres] vanaf de datum van ziekmelding geen benutbare mogelijk had (en heeft) om arbeid te verrichten. Het verrichten van de eigen arbeid in aangepaste vorm is niet aan de orde. [eiseres] heeft dus recht op loon. Hetgeen Micare stelt kan daar niet aan af doen.
4.4.
De kantonrechter overweegt dat het standpunt van Micare bovendien innerlijk tegenstrijdig is. Enerzijds betwist Micare de bevindingen van de bedrijfsarts niet, maar anderzijds stelt Micare dat [eiseres] toch nog in staat is werkzaamheden te verrichten. Voor zover Micare - in strijd met haar eigen stelling - vindt dat [eiseres] toch nog arbeid kan verrichten (thuisarbeid of een overdracht van werkzaamheden) had zij een deskundigenoordeel bij Uwv moeten aanvragen.
4.5.
Verder stelt Micare dat haar aanvankelijk verzoek aan [eiseres] om nog werkzaamheden te verrichten moet worden gezien tegen de achtergrond van artikel 7:629 lid 3 sub c en/of d BW. Artikel 7:629 lid 3 sub c en/of d BW ziet op passende arbeid. Het verrichten van passende arbeid is hier niet aan de orde en was dit bij aanvang van de ziekmelding ook niet. Voor zover de verzoeken van Micare al tegen deze achtergrond moeten worden gezien missen deze een rechtsgrond. De sanctie op het niet naleven van artikel 7:629 lid 3 BW is bovendien niet loonopschorting, maar het vervallen van het recht op loon.
4.6.
Micare heeft [eiseres] verzocht een plan van aanpak op te stellen. Ingevolge artikel 7:658a lid 3 BW stelt de werkgever in overeenstemming met de werknemer een plan van aanpak op. Deze verplichting tot het opstellen van een plan van aanpak rust op de werkgever. Indien een werknemer daaraan niet meewerkt is de sanctie ingevolge artikel 7:629 lid 3 sub e BW: geen loon (en niet zoals Micare in haar pleitnota stelt: opschorting ex artikel 7:629 lid 6 BW). Hoe dan ook, het opstellen van een plan van aanpak door [eiseres] is geen op haar rustende verplichting. Ook hierin kan dan ook geen rechtsgrond worden gevonden voor het opschorten/stopzetten van de loondoorbetaling.
4.7.
Micare stelt dat zij niet in staat is te controleren of [eiseres] wel voldoende werkt aan haar herstel en of zij dientengevolge recht heeft op loon. Micare is, anders dan zij meent, wél in staat te controleren of [eiseres] recht heeft op loon. De bedrijfsarts is immers ingeschakeld. Uit hetgeen de bedrijfsarts heeft gerapporteerd kan niet worden afgeleid dat het herstelgedrag van [eiseres] niet adequaat is. Indien Micare daaraan twijfelt had zij op dit punt om opheldering kunnen vragen bij de bedrijfsarts. Was Micare het niet eens met de bedrijfsarts, dan had zij een deskundigenoordeel aan kunnen vragen bij Uwv. Kort en goed, ook in artikel 7:629 lid 6 BW kan geen grond worden gevonden tot opschorting van het loon.
4.8.
De vordering tot loondoorbetaling vanaf april 2020, waaronder ook het vakantiegeld valt dat overeenkomstig de arbeidsovereenkomst opeisbaar is in de maand mei, zal dan ook worden toegewezen. Tegen de gevorderde wettelijke rente en wettelijke verhoging over het loon is geen afzonderlijk verweer gevoerd zodat deze vorderingen ook zullen worden toegewezen. De vordering tot verstrekking van loonspecificaties op straffe van een dwangsom komt eveneens voor toewijzing in aanmerking. De dwangsom zal worden gematigd tot € 50,- per dag of dagdeel en gemaximeerd tot € 2.500,-.
4.9.
Als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij zal Micare worden veroordeeld
tot betaling van de kosten van dit geding, aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op:
- dagvaarding € 100,89
- griffierecht € 83,00
- salaris gemachtigde € 720,00
Totaal: € 903,89

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt Micare tot betaling aan [eiseres] van € 5.462,77 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de verzuimdata tot de dag van voldoening en te vermeerderen met de wettelijke verhoging,
5.2.
veroordeelt Micare om binnen twee weken na betekening van dit vonnis aan Micare correcte loonspecificaties van de loonbetaling onder 5.1. te verstrekken op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 50,00 per dag voor elke dag of elk dagdeel dat Micare hiermee in gebreke blijft tot een maximum van € 2.500,00,
5.3.
veroordeelt Micare om het loon van € 1.540,- bruto met ingang van 1 juni 2020 te blijven voldoen,
5.4.
veroordeelt Micare om aan [eiseres] de loonspecificaties van de loonbetaling onder 5.3. te verstrekken, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 50,00 per dag voor elke dag of elk dagdeel dat Micare hiermee in gebreke blijft tot een maximum van
€ 2.500,00,
5.5.
veroordeelt Micare tot betaling van de kosten van dit geding, aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op € 903,89,
5.6.
verklaart de onderdelen 5.1 tot en met 5.5 van deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad;
5.7.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P.J. Quaedackers en ondertekend en in het openbaar uitgesproken door mr. R.H.J. Otto.
BM