ECLI:NL:RBLIM:2020:479

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
22 januari 2020
Publicatiedatum
22 januari 2020
Zaaknummer
03/084758-19
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplichtigheid aan oplichting en bezit van verdovende middelen

Op 22 januari 2020 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van medeplichtigheid aan de oplichting van Vodafoneziggo Group B.V. en het bezit van amfetamine en MDMA. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, in de periode van 1 november 2017 tot en met 9 april 2019, opzettelijk Ziggo installatiepakketten heeft afgehaald in opdracht van haar medeverdachte [Naam 1]. De verdachte ontving hiervoor een vergoeding, maar het bewijs voor medeplegen van de oplichting was onvoldoende. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het primair tenlastegelegde, maar verklaarde haar medeplichtig aan de oplichting. Daarnaast vond de rechtbank het bewezen dat de verdachte op 9 april 2019 in haar woning in Kerkrade een aanzienlijke hoeveelheid amfetamine en MDMA aanwezig had. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 300 dagen, waarvan 100 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De benadeelde partij Vodafoneziggo Group B.V. werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding wegens onvoldoende onderbouwing.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer: 03/084758-19
tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 22 januari 2020
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [Geboorteplaats/datum] 1978,
wonende te [adres] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. Y.H.G. van der Hut, advocaat kantoorhoudende te
's-Gravenhage.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 8 januari 2020. De verdachte en haar raadsvrouw zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1:in de periode van 14 november 2016 tot en met 9 april 2019, al dan niet tezamen en in vereniging Vodafoneziggo Group B.V. heeft opgelicht
(primair), danwel dat zij medeplichtig is geweest aan de oplichting
(subsidiair);
Feit 2:op of omstreeks 9 april 2019 te Kerkrade, al dan niet tezamen en in vereniging ongeveer 478 gram amfetamine en/of 48 gram MDMA en/of ongeveer 298 tabletten, bevattende amfetamine en/of MDA en/of MDMA en/of MMDA en/of N-ethyl MDA en/of N-hydroxy MDA en/of MDEA opzettelijk aanwezig heeft gehad.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak voor feit 1 primair en tot bewezenverklaring van feit 1 subsidiair. Hij heeft daarbij verwezen naar de aangifte van Vodafoneziggo Group B.V. (hierna: “Vodafoneziggo”), de bekennende verklaring die de verdachte zowel tegenover de politie als ter terechtzitting heeft afgelegd en het proces-verbaal van de doorzoeking van de woning van de medeverdachte [Naam 1] . Het is bewezen dat de medeverdachten [Naam 2] en [Naam 1] (hierna: “ [Naam 1] ”) samen Vodafoneziggo Group B.V. hebben opgelicht en dat de verdachte daaraan medeplichtig is geweest door in opdracht van [Naam 1] een groot aantal Ziggo installatiepakketten op te halen bij PostNL afhaalpunten. Er is geen bewijs dat de verdachte een grotere rol had bij die oplichting waardoor het onder feit 1 primair tenlastegelegde medeplegen niet bewezen is, aldus de officier van justitie.
De officier van justitie acht feit 2 ook bewezen en heeft daarbij onder andere verwezen naar het proces-verbaal van de doorzoeking van de woning van de verdachte en naar een proces-verbaal van bevindingen waaruit blijkt dat de verdachte waarschijnlijk drugs dealde. De drugs waren nauwelijks aan het zicht onttrokken. Daarom wist of moet de verdachte als bewoonster van die woning hebben geweten dat die drugs daar lagen.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit voor feit 1 primair. De verdachte heeft enkel in opdracht van [Naam 1] Ziggo installatiepakketten opgehaald. Zij wist niet wat [Naam 1] met die pakketten deed maar kreeg op een gegeven moment wel het vermoeden dat er iets niet in de haak was. Haar beperkte rol bestond enkel uit handelingen die typerend zijn voor medeplichtigheidshandelingen. Haar bijdrage is niet van voldoende materiële of intellectuele bijdrage voor bewezenverklaring van een voldoende bewuste en nauwe samenwerking waardoor het onder feit 1 primair tenlastegelegde medeplegen niet bewezen is, aldus de raadsvrouw.
Met betrekking tot feit 1 subsidiair heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De raadsvrouw heeft daarbij wel opgemerkt dat de verdachte geen valse persoonsgegevens en/of adresgegevens en/of (een) rekeningnummer(s) heeft verschaft en heeft bepleit dat partiële vrijspraak dient te volgen voor dit bestanddeel van de tenlastelegging. Deze gegevens zijn namelijk niet door de verdachte maar door [Naam 1] verschaft.
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit voor feit 2. Uit het dossier blijkt niet dat de verdachte wist dat de drugs in haar woning lagen. Het enkele feit dat zij de hoofdbewoonster was van haar woning is onvoldoende om die wetenschap aan te nemen. Bovendien heeft de verdachte verklaard dat de drugs van [Naam 1] waren, dat hij daarvoor vaker in haar woning kwam en dat hij zonder haar medeweten drugs in haar woning kon leggen of wegpakken omdat hij een sleutel had van haar woning.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 1
[Naam 3] , werkzaam bij Vodafoneziggo Group B.V. als [Functie] , heeft namens Vodafoneziggo Group B.V. (hierna: Vodafoneziggo) aangifte gedaan van oplichting. Bij die aangifte is een onderzoeksrapport gevoegd dat is opgemaakt nadat in 2017 bleek dat er sprake was van een aantal klanten in de omgeving van Kerkrade die heel veel met 090X-servicenummers belden en daardoor extreem hoge gesprekskosten hadden. Daarbij bleek dat bij de aanvraag voor een Ziggo modem in de meeste van deze gevallen gebruik is gemaakt van rekeningnummers van derden en van fictieve namen, voorletters, geboortedata, en adressen bij de bestellingen. Hoewel de Ziggo installatiepakketten normaal gesproken op de opgegeven valse adressen zouden worden bezorgd, konden de personen achter deze zogenaamde klanten de pakketten toch ontvangen doordat zij òf na het ontvangen van de Track & Trace code zelf via de website van PostNL de bezorglocatie wijzigden naar een PostNL afhaalpunt, òf doordat de opgegeven adressen leegstaande huizen betroffen waardoor de pakketten niet bezorgd konden worden en voor afhaling alsnog bij een PostNL afhaalpunt werden bezorgd. Zodra het bijbehorende Ziggo installatiepakket bij zo’n afhaalpunt was opgehaald, werd met behulp van deze apparatuur direct veelvuldig gebeld naar 090X-servicenummers. Zodra Vodafoneziggo merkte dat er iets niet in de haak was, sloot zij het abonnement af. [2]
Vodafoneziggo is nagegaan wie de betreffende installatiepakketten heeft opgehaald. Degene die het pakket afhaalt, moet zich namelijk identificeren. Uit een daarvan opgemaakte lijst blijkt dat in totaal 57 Ziggo installatiepakketten zijn opgehaald door de verdachte. [3] Uit gegevens die door PostNL zijn verstrekt blijkt dat op 3 november 2017 voor het eerst een Ziggo installatiepakket is verwerkt in het sorteercentrum van PostNL en dat dit pakket is opgehaald met een Nederlands rijbewijs met documentnummer 5605347453, toebehorende aan de verdachte. [4] In de woning van [Naam 1] zijn diverse aansluitkabels en stekkers voor Ziggo modems aangetroffen. Daarnaast zijn in die woning diverse telefoons aangetroffen waarmee een vaste telefoonverbinding kon worden gemaakt via een modem van Ziggo. Op deze telefoons zagen de betrokken verbalisanten tape, wat er volgens hen op kon duiden dat deze telefoons geprepareerd waren om langdurig handsfree te bellen. [5]
De verdachte heeft tegenover de politie verklaard dat zij inderdaad Ziggo installatiepakketten heeft opgehaald in opdracht van [Naam 1] . Zij moest steeds één pakket ophalen bij een afhaalpunt van PostNL en kreeg daarvoor € 50,- per pakket. De verdachte kreeg van [Naam 1] steeds een blaadje waarop de gegevens stonden van het afhaalpunt. De verdachte heeft met betrekking tot het ophalen van de Ziggo installatiepakketten verklaard dat zij wist dat het niet klopte wat zij deed maar dat zij niet wist dat [Naam 1] zich schuldig maakte aan oplichting van Vodafoneziggo. [6] Ook is er WhatsApp verkeer tussen de verdachte en [Naam 1] waarin Track & Trace gegevens en afhaalpunten worden doorgegeven en waarin door de verdachte vaker wordt gesproken over een geldbedrag van € 50,-. Op 27 maart heeft [Naam 1] voor het laatst een link naar de website van PostNL verzonden aan de verdachte. De verdachte heeft vervolgens op 1 april 2019 aan [Naam 1] een bericht gestuurd met de tekst “je pakket is bij jou”. [7] De afhaalpunten bevonden zich onder andere in de gemeentes Kerkrade en Landgraaf. [8] De verdachte heeft daarnaast verklaard dat zij heeft gezien dat in de woning van [Naam 1] heel veel modems in verschillende kleuren lagen. [9]
Op grond van bovenstaande bewijsmiddelen acht de rechtbank bewezen dat de verdachte opzettelijk in ieder geval 57 keer in opdracht van [Naam 1] installatiepakketten - behorende bij TV-en internet- en telefonie-abonnementen die met gebruikmaking van valse persoonsgegevens bij Vodafoneziggo door [Naam 1] zijn aangegaan - heeft afgehaald bij een PostNL afhaalpunt. Die abonnementen en apparatuur zijn vervolgens door [Naam 1] gebruikt om veelvuldig naar 090X-servicenummers te bellen, waarmee hij krediet opbouwde, dat hij vervolgens gebruikte om te gokken. De rekening van Vodafoneziggo liet [Naam 1] onbetaald. Er is onvoldoende bewijs dat de verdachte ook voor een ander dan voor [Naam 1] Ziggo installatiepakketten heeft afgehaald.
Vrijspraak feit 1 primair
Aan de verdachte is onder feit 1 primair tenlastegelegd dat zij zich als medepleger schuldig heeft gemaakt aan de oplichting van Vodafoneziggo. De rechtbank stelt daarbij voorop dat voor medeplegen vereist is dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan worden afgeleid dat de verdachte [Naam 1] en [Naam 2] kende en dat zij elkaar regelmatig zagen. [10] De rechtbank heeft voorts reeds vastgesteld dat de verdachte meermaals pakketten heeft opgehaald in opdracht van [Naam 1] en dat de verdachte wel het vermoeden had dat er iets niet in de haak was, maar dat zij niet wist dat [Naam 1] zich schuldig maakte aan oplichting.
Het dossier bevat echter geen aanwijzingen die op verdere betrokkenheid van de verdachte bij de gepleegde oplichting wijzen. Zelfs als de verdachte wetenschap had van die oplichting kan niet worden vastgesteld dat zij daarbij betrokken was. De rechtbank gaat er bij gebrek aan bewijs daarom van uit dat de betrokkenheid van de verdachte bij de oplichting van Vodafoneziggo enkel bestond uit het ophalen van Ziggo installatiepakketten in opdracht van [Naam 1] .
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en [Naam 1] en/of [Naam 2] bij de tenlastegelegde oplichting niet is komen vast te staan omdat verdachtes aandeel daarbij niet van voldoende gewicht was. Daarom zal de verdachte worden vrijgesproken van het onder feit 1 primair tenlastegelegde.
Feit 1 subsidiair
De rechtbank is van oordeel dat bewezen kan worden verklaard dat de verdachte medeplichtig is geweest aan de oplichting door [Naam 1] . Dat vindt de rechtbank om de volgende redenen.
De rechtbank heeft reeds vastgesteld dat de verdachte opzettelijke meermalen Ziggo installatiepakketten heeft afgehaald in opdracht van [Naam 1] . Aangezien het hoogst ongebruikelijk is om in relatief korte tijd tientallen Ziggo installatiepakketten aan te schaffen, de verdachte heeft verklaard dat zij wist dat het niet klopte wat zij deed en zij deze opdrachten uitvoerde voor haar ex man [Naam 1] , over wie zij verklaard heeft dat hij “zo is opgegroeid om drugsdealen en oplichtingen te doen, leidt de rechtbank af dat de verdachte wist, althans ten minste het vermoeden had dat de Ziggo installatiepakketten werden gebruikt bij een bepaalde vorm van oplichting, fraude of een ander soortgelijk delict. Desondanks heeft de verdachte in opdracht van [Naam 1] een zeer groot aantal pakketten afgehaald en zo de oplichting van [Naam 1] mogelijk gemaakt. Daarmee staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat de verdachte in ieder geval opzet in voorwaardelijke zin had op de oplichting van Vodagoneziggo.
Op grond hiervan is de rechtbank van oordeel dat de verdachte zowel opzet heeft gehad op het behulpzaam zijn en het verschaffen van gelegenheid en middelen als voorwaardelijk opzet op de oplichting van Vodafoneziggo. De rechtbank acht op grond daarvan bewezen dat de verdachte medeplichtig is geweest aan de oplichting van Vodafoneziggo. Er is onvoldoende bewijs voor de stelling dat de verdachte ook medeplichtig is geweest aan de oplichting door het geven van inlichtingen bestaande uit het verschaffen van persoonsgegevens, adresgegevens of rekeningnummers.
Pleegperiode
Op grond van de hierboven opgenomen bewijsmiddelen en de bovenstaande bewijsoverwegingen stelt de rechtbank vast dat de verdachte Ziggo installatiepakketten heeft afgehaald. Het eerst pakket is door PostNL op 3 november 2017 verwerkt in haar sorteercentrum. Op 27 maart heeft [Naam 1] voor het laatst een link naar de website van PostNL verzonden aan de verdachte. De verdachte heeft vervolgens op 1 april 2019 aan [Naam 1] een bericht gestuurd met de tekst “je pakket is bij jou”. De rechtbank leidt daaruit af dat de verdachte op 1 april 2019 nog een door haar afgehaald Ziggo installatiepakket naar [Naam 1] heeft gebracht. Op grond van deze bewijsoverweging acht de rechtbank bewezen dat de verdachte zich gedurende de periode van 1 november 2017 (aan het verwerken gaat immers een bestelling vooraf) tot en met 1 april 2019 schuldig heeft gemaakt aan de bewezenverklaarde medeplichtigheid aan de oplichting van Vodafoneziggo.
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 2
Op 9 april 2019 zijn bij een doorzoeking van de woning van de verdachte, gelegen in de gemeente Kerkrade, in potjes en doosjes in het keukengedeelte en in een vriezer 289 pillen, 478 gram van een stof die vermoedelijk natte amfetamine betrof en 48 gram van een stof die vermoedelijk heroïne betrof aangetroffen. [11] Monsters daarvan zijn voor nader onderzoek naar het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: “NFI”) verstuurd. [12] Het NFI heeft vastgesteld dat het monster afkomstig van de 298 pillen MDMA bevat. [13] Het NFI heeft daarnaast vastgesteld dat het monster afkomstig van de 478 gram waarvan werd vermoed dat dit amfetamine was ook daadwerkelijk amfetamine bevat. [14] Ook heeft het NFI vastgesteld dat de 48 gram waarvan werd vermoed dat dit heroïne was MDMA bevat. [15]
De verdachte heeft tegenover de politie verklaard dat de in haar woning aangetroffen verdovende middelen van [Naam 1] waren, dat [Naam 1] een sleutel van haar woning had en dat hij een paar keer per week bij haar thuis kwam. [Naam 1] kwam volgens de verdachte onder andere bij haar thuis om drugs te pakken en gebruikte haar woning om zijn drugs op te slaan. [Naam 1] heeft tegenover de rechter-commissaris verklaard dat de verdovende middelen die in de woning van de verdachte lagen niet van haar waren, maar dat hij niet wilde verklaren van wie die dan wel waren. [16]
De rechtbank is van oordeel dat hieruit het wettig en overtuigend bewijs voortvloeit dat [Naam 1] de eigenaar van de drugs was welke in de woning van de verdachte gevonden zijn. De rechtbank acht het niet aannemelijk dat de verdachte niet wist dat de drugs in haar woning lagen. Die drugs lagen namelijk gewoon in kastjes en laadjes in de keuken terwijl ook de vriezer met voedsel erin een plek is die vaker door de verdachte bezocht zal zijn. Daarom zal de rechtbank ervan uitgaan dat de verdachte de drugs samen met [Naam 1] aanwezig heeft gehad.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
Feit 1 subsidiair:
[Naam 1] in de periode van 1 november 2017 tot en met 9 april 2019 in de gemeente Kerkrade en Landgraaf telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en door een samenweefsel van verdichtsels, Vodafoneziggo Group BV heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het verlenen van een dienst, te weten meerdere Ziggo installatiepakketten, hebbende verdachte en/of haar mededaders met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- listig en bedrieglijk en in strijd met de waarheid zich
- telkens met een valse identiteit, te weten een of meer namen van onder andere niet bestaande personen en valse adressen en valse bankrekeningnummers via internet heeft gemeld en
- vervolgens met die valse identiteit een TV- en internet- en telefonie-abonnement is aangegaan en een Ziggo installatiepakket heeft besteld en
- vervolgens het afleveradres heeft aangepast naar een afhaallocatie via de site van PostNL of die Ziggo installatiepakketten heeft laten bezorgen op een adres van leegstaande panden of een afhaallocatie van Post NL en
- die installatiepakketten met afhaalbewijs heeft afgehaald bij een afhaallocatie van
PostNL en
- vervolgens veelvuldig heeft gebeld naar 090X telefoonnummers en
- zich daarbij telkens heeft voorgedaan als nieuwe klant,
waardoor Ziggo BV werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 november 2017 tot en met 1 april 2019 in de gemeente Kerkrade en Landgraaf telkens opzettelijk behulpzaam is geweest en opzettelijk gelegenheid en middelen heeft verschaft, door telkens
- die installatiepakketten, althans apparatuur ten behoeve van een abonnementsservice van Ziggo TV en internet en telefonie met een afhaalbewijs af te halen bij een afhaallocatie van PostNL;
Feit 2:
op 9 april 2019 te Kerkrade, tezamen en in vereniging met een of meer anderen opzettelijk aanwezig heeft gehad
- 478 gram van een materiaal bevattende amfetamine en
- 298 tabletten bevattende MMDA en
- 48 gram MDMA,
zijnde
- amfetamine en
- MDMA
telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
Feit 1 subsidiair:
medeplichtigheid aan oplichting
Feit 2:
medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die haar strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 360 dagen, waarvan 144 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Aan het voorwaardelijk gedeelte van de straf dienen als bijzondere voorwaarden gekoppeld te worden een meldplicht bij de reclassering, de verplichting om mee te werken aan schuldhulpverlening en de verplichting om te verblijven bij Exodus zo lang de reclassering dat noodzakelijk acht. Het onvoorwaardelijke strafdeel is gelijk aan de reeds ondergane voorlopige hechtenis waardoor de verdachte niet opnieuw naar de gevangenis hoeft.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft een strafmaatverweer gevoerd strekkende tot matiging van de strafeis van de officier van justitie op grond van verdachtes persoonlijke omstandigheden, waarbij het onvoorwaardelijk deel van een eventueel op te leggen gevangenisstraf gelijk is aan het reeds ondergane voorarrest. De verdachte verblijft op dit moment bij Exodus in het kader van begeleid wonen en dat loopt goed. Een vrijheidsstraf zou de totale gevangenisstraf disproportioneel lang maken en het traject van Exodus doorkruisen, wat contraproductief is volgens het pleidooi van de raadsvrouw. De rol van de verdachte bij de oplichting was klein en zij heeft zich uit financiële nood voor het karretje laten spannen. Ten gevolge van de reeds ondergane voorlopige hechtenis van 6 maanden is de verdachte bovendien haar woning en de fulltime zorg over haar kinderen kwijtgeraakt.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft ten minste 57 keer een Ziggo installatiepakket opgehaald in opdracht van haar medeverdachte [Naam 1] , waardoor zij zich schuldig heeft gemaakt aan medeplichtigheid aan de oplichting van Vodafoneziggo. De verdachte wist dat zij fout bezig was. Desondanks bleef zij gedurende een lange periode pakketten ophalen om daar geld mee te verdienen. Daardoor heeft Vodafoneziggo aanzienlijke schade geleden en is het vertrouwen dat Vodafoneziggo heeft en redelijkerwijs ook mag hebben in het rechtsverkeer met haar (potentiële) klanten geschaad. Deze schade zal mogelijk(deels) op bonafide klanten worden afgewenteld, die wel iedere maand netjes hun rekening betalen. Dit alles rekent de rechtbank de verdachte aan. Daarnaast had de verdachte samen met de medeverdachte [Naam 1] grote hoeveelheden amfetamine en MDMA in bezit.
Gelet op de ernst van deze feiten is de rechtbank van oordeel dat in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend is. Het feit dat de verdachte slechts als medeplichtige betrokken was bij de oplichting is daarbij reeds verdisconteerd. Voor het bepalen van de strafmaat zoekt de rechtbank aansluiting bij de strafeis van de officier van justitie. De rechtbank komt echter tot een lagere straf en overweegt daartoe als volgt.
Er is sprake van omstandigheden die naar het oordeel van de rechtbank strafverminderend dienen te werken. Zo had de verdachte bij de oplichting van Vodafoneziggo slechts een beperkte rol en heeft zij uit financiële nood gehandeld. De verdachte is namelijk niet in staat om te werken maar zij verzorgde wel haar twee kinderen en stond onder bewind, waardoor zij moest rondkomen van € 70,- leefgeld per week. Gedurende de schorsing van de voorlopige hechtenis is de verdachte begonnen aan een begeleid wonen traject bij Exodus. Dat traject verloopt zeer voorspoedig blijkens de door de raadsvrouw ter terechtzitting overgelegde e-mail d.d. 7 januari 2020, afkomstig van [Naam 4] , begeleider/kracht coach Stichting Exodus Zuid Nederland. Gelet op dat laatste is de rechtbank met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat het onvoorwaardelijke deel van de op te leggen gevangenisstraf in ieder geval niet langer dient te zijn dan de door het door de verdachte reeds ondergane voorarrest, zodat dit traject niet wordt doorkruist.
Alles overwegende acht de rechtbank passend en geboden een gevangenisstraf voor de duur van 300 dagen, waarvan 100 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en met aftrek van het voorarrest. De rechtbank zal aan het voorwaardelijke strafdeel tevens de door de reclassering geadviseerde voorwaarden verbinden.
De voorlopige hechtenis
De verdachte heeft gedurende 216 dagen in voorarrest gezeten. Het bevel tot voorlopige hechtenis is met ingang van 11 november 2019 geschorst. Omdat aan de verdachte geen langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf wordt opgelegd dan de reeds door haar ondergane voorlopige hechtenis, zal de rechtbank het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opheffen met ingang van heden. (art. 72 lid 3 Sv).

7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

7.1
De vordering van de benadeelde partij
De benadeelde partij Vodafoneziggo Group B.V. vordert een schadevergoeding van
€ 268.755,00 terzake van feit 1. Deze vordering bestaat uit de posten Kosten apparatuur (materieel modems) ter hoogte van € 50.205,00 en Kosten (Verbruiks- en abonnementskosten) ter hoogte van € 218.550,00.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet- ontvankelijk verklaard dient te worden in de vordering omdat deze onvoldoende is onderbouwd.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering niet-ontvankelijk verklaard dient te worden wegens het ontbreken van een onderbouwing en omdat de verdachte slechts een kleine rol heeft gespeeld bij het feit dat tot deze schade heeft geleid en daar zelf geen financieel voordeel van heeft genoten.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat de vordering onvoldoende is onderbouwd. De onderbouwing bestaat immers enkel uit de zinsnede “Bewijsstukken beschikbaar in .xls vanwege de omvang niet bijgevoegd bij schadeformulier, bij later contact zullen deze alsnog aangeleverd worden”. De vordering is echter niet meer aangevuld. Indien met deze verwijzing wordt gedoeld op de bij de aangifte van de benadeelde partij gevoegde lijst op pagina 48 van het procesdossier, is echter evenmin sprake van een deugdelijke onderbouwing. Uit deze lijst blijkt immers niet welke abonnementen en bijbehorende Ziggo installatiepakketten door de verdachte zijn besteld en hoe groot de daardoor aan de benadeelde partij toegebrachte schade bedraagt. Gelet daarop zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering en de benadeelde partij tevens veroordelen in de door de verdachte met betrekking tot die vordering gemaakte proceskosten.

8.Het beslag

De officier van justitie heeft gerekwireerd tot verbeurdverklaring van de onder de verdachte in beslag genomen geldbedragen omdat hij van oordeel is dat vast is komen te staan dat dit uit misdrijf verkregen geld betreft. De geldbedragen zijn volgens de officier namelijk afkomstig van de vergoedingen die de verdachte heeft ontvangen voor het afhalen van de Ziggo installatiepakketten.
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de onder de verdachte in beslag genomen geldbedragen aan haar dienen te worden geretourneerd omdat niet vast is komen te staan dat deze geldbedragen van enig misdrijf afkomstig zijn. Volgens haar betrof het hier (een deel van het) geld dat de verdachte had gepind nadat zij kinderbijslag had ontvangen.
De rechtbank is met de raadsvrouw van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de onder de verdachte in beslag genomen geldbedragen van enig misdrijf afkomstig zijn. Gelet daarop zal de rechtbank deze geldbedragen, te weten € 190,50 en € 160,50, teruggeven aan de verdachte nu zij de beslagene is.

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 48, 49, 57 en 326 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

10.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt de verdachte vrij van het onder feit 1 primair tenlastegelegde;
Bewezenverklaring
  • verklaart het overige tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf van 300 dagen, waarvan 100 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren;
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van een proeftijd van 2 jaren zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
  • stelt de volgende bijzondere voorwaarden, waaraan de veroordeelde gedurende de proeftijd heeft te voldoen:
a. de veroordeelde dient zich uiterlijk binnen drie werkdagen na het onherroepelijk worden van dit vonnis te melden bij GGZ Reclassering Limburg Mondriaan
op het adres Meezenbroekerweg 1 te Heerlen, tevens bereikbaar via het telefoonnummer 088 506 8888, en dient zich daarna te blijven melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt om het reclasseringstoezicht uit te voeren. De veroordeelde dient daarbij ook mee te werken aan huisbezoeken (
meldplicht bij de reclassering);
de veroordeelde dient mee te blijven werken aan het reeds lopende begeleid wonen traject van Stichting Exodus Zuid Nederland of dient mee te werken aan een vergelijkbaar traject van een soortgelijke instelling, zulks te beoordelen door de reclassering. De veroordeelde dient zich daarbij te houden aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor haar heeft opgesteld (
meewerken aan begeleid wonen traject).
de veroordeelde dient mee ter werken aan het aflossen van haar schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. De veroordeelde dient daarbij tevens aan de reclassering volledig inzicht te verschaffen in haar financiën en schulden (
meewerken aan schuldhulpverlening);
  • geeft aan Reclassering Nederland de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
  • voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
Benadeelde partij
  • verklaart de benadeelde partij Vodafoneziggo Group B.V. niet-ontvankelijk in haar vordering tot schadevergoeding;
  • veroordeelt de benadeelde partij in de proceskosten door de verdachte ter verdediging tegen die vordering gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
Beslag
- gelast de teruggave van de volgende in beslag genomen voorwerpen aan de verdachte:
  • een geldbedrag ter hoogte van € 190,-;
  • een geldbedrag ter hoogte van € 165,-;
Voorlopige hechtenis
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.H. Dethmers, voorzitter, mr. W.L.J. Voogt en mr. I.P. de Groot, rechters, in tegenwoordigheid van M.M. Hoelbeek, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 22 januari 2020.
Buiten staat
Mr. I.P. de Groot en mr. W.L.J. Voogt zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1
zij, in of omstreeks de periode van 14 november 2016 tot en met 9 april
2019 in de gemeente Kerkrade en/of Heerlen en/of Landgraaf en/of
Nuth en/of Sittard-Geleen en/of Beek, althans in Nederland, tezamen
en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) met
het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid
en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van
verdichtsels, Vodafoneziggo Group BV heeft bewogen tot de afgifte van
enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van
gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een
inschuld, te weten meerdere Ziggo (installatie)pakketten, althans
apparatuur ten behoeve van een abonnementsservice van Ziggo (TV
en/of internet en/of telefonie), in elk geval van enig goed en/of enige
dienst,
hebbende verdachte en/of haar mededader(s) met vorenomschreven
oogmerk – zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of
bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich
- telkens met een valse identiteit, te weten een of meer namen van
onder andere niet bestaande personen en/of al dan niet in combinatie
met oude en/of niet geactiveerde email adressen en/of valse adressen
en/of valse bankrekeningnummers (al dan niet via internet) heeft
gemeld en/of
- ( vervolgens) met die valse identiteit een TV- en/of internet- en/of
telefonie-abonnement is aangegaan en/of een Ziggo (installatie)pakket,
althans apparatuur ten behoeve van een abonnementsservice van
Ziggo (TV en/of internet en/of telefonie) heeft besteld en/of
- ( vervolgens) het afleveradres heeft aangepast naar een afhaallocatie
via de site van PostNL en/of die Ziggo (installatie)pakketten, althans
apparatuur ten behoeve van een abonnementsservice van Ziggo (TV
en/of internet en/of telefonie) heeft laten bezorgen op een adres van
leegstaand(e) pand(en) en/of een afhaallocatie van Post NL en/of
- die (installatie)pakketten, althans apparatuur ten behoeve van een
abonnementsservice van Ziggo (TV en/of internet en/of telefonie) met
een bestel/afhaalbewijs heeft afgehaald bij een afhaallocatie van
PostNL en/of
- ( vervolgens) veelvuldig heeft gebeld naar 090X telefoonnummers
en/of
- zich (daarbij) (telkens) heeft voorgedaan als nieuwe klant/abonnee,
althans als bonafide klant,
waardoor Ziggo BV werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
( art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek
van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling
mocht of zou kunnen leiden:
[Naam 2] en/of [Naam 1] en/of één of meer (tot op heden)
onbekend gebleven personen in of omstreeks de periode van 14
november 2016 tot en met 9 april 2019 in de gemeente Kerkrade en/of
Heerlen en/of Landgraaf en/of Nuth en/of Sittard-Geleen en/of Beek,
althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer
anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of een
ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse
naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen
en/of door een samenweefsel van verdichtsels, Vodafoneziggo Group
BV heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een
dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een
schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten meerdere
Ziggo (installatie)pakketten, althans apparatuur ten behoeve van een
abonnementsservice van Ziggo (TV en/of internet en/of telefonie) en/of
een telefoonabonnement, in elk geval van enig goed en/of enige dienst,
hebbende verdachte en/of zijn/haar/hun mededader(s) met
vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven - valselijk en/of
listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich
- telkens met een valse identiteit, te weten een of meer namen van
onder andere niet bestaande personen en/of al dan niet in combinatie
met oude en/of niet geactiveerde email adressen en/of valse adressen
en/of valse bankrekeningnummers (al dan niet via internet) heeft
gemeld en/of
- ( vervolgens) met die valse identiteit een TV- en/of internet- en/of
telefonie-abonnement is aangegaan en/of een Ziggo (installatie)pakket,
althans apparatuur ten behoeve van een abonnementsservice van
Ziggo (TV en/of internet en/of telefonie) heeft besteld en/of
- ( vervolgens) het afleveradres heeft aangepast naar een afhaallocatie
via de site van PostNL en/of die Ziggo (installatie)pakketten, althans
apparatuur ten behoeve van een abonnementsservice van Ziggo (TV
en/of internet en/of telefonie) heeft laten bezorgen op een adres van
leegstaand(e) pand(en) en/of een afhaallocatie van Post NL en/of
- die (installatie)pakketten, althans apparatuur ten behoeve van een
abonnementsservice van Ziggo (TV en/of internet en/of telefonie) met
een bestel/afhaalbewijs heeft afgehaald bij een afhaallocatie van
PostNL en/of
- ( vervolgens) veelvuldig heeft gebeld naar 090X telefoonnummers
en/of
- zich (daarbij) (telkens) heeft voorgedaan als nieuwe klant/abonnee,
althans als bonafide klant,
waardoor Ziggo BV werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de
periode van 1 november 2016 tot en met 9 april 2019 in de gemeente
Kerkrade en/of Heerlen en/of Landgraaf en/of Nuth en/of Sittard-
Geleen en/of Beek, althans in Nederland,
(telkens) opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk
gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door (telkens)
- persoonsgegevens en/of adresgegevens en/of (een)
rekeningnummer(s) te verschaffen en/of
- die (installatie)pakketten, althans apparatuur ten behoeve van een
abonnementsservice van Ziggo (TV en/of internet en/of telefonie) met
een bestel/afhaalbewijs af te halen bij een afhaallocatie van PostNL;
( art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek
van Strafrecht, art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht )
2
zij, op of omstreeks 9 april 2019 te Kerkrade, tezamen en in vereniging
met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft
gehad
- ongeveer 478 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal
bevattende amfetamine en/of
- ongeveer 298 tabletten, in elk geval een hoeveelheid van een
materiaal bevattende amfetamine en/of MDA (tenamfetamine), MDMA
en/of MMDA en/of N-ethyl MDA en/of N-hydroxy MDA en/of MDEA
(methyleen-dioxyethyl en/of 4-broom- 2,5-dimethoxyfenethylamine
(2CB) en/of
- 48 gram MDMA,
zijnde
- amfetamine en/of
- amfetamine en/of MDA (tenamfetamine), MDMA en/of MMDA en/of
N-ethyl MDA en/of N-hydroxy MDA en/of MDEA (methyleen-
dioxyethyl en/of 4-broom- 2,5-dimethoxyfenethylamine (2CB) en/of
- MDMA en/of
(telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst
I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die
wet;
( art 10 lid 3 Opiumwet, art 2 ahf/ond C Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub
1. Wetboek van Strafrecht )

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, Districtsrecherche Parkstad, proces-verbaalnummer [nummer] , onderzoek EL PASO, gesloten d.d. 25 juni 2019 en doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 597.
2.Proces-verbaal van aangifte d.d. 31 januari 2018, pagina’s 21, 26, 27, 28 en 29.
3.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 juni 2019, pagina 46, in onderlinge samenhang bezien met de bij dit proces-verbaal bijgevoegde bijlage op pagina 48.
4.Proces-verbaal van bevindingen PostNL d.d. 6 februari 2016, pagina’s 80 en 81, in onderlinge samenhang bezien met het schriftelijke bescheid, zijnde door PostNL aangeleverde gegevens op pagina 84.
5.Sfeer proces-verbaal doorzoeking woning [Adres 2] te Kerkrade d.d. 23 april 2019, pagina’s 188 tot en met 191.
6.Proces-verbaal verhoor van verdachte [verdachte] d.d. 9 april 2019, pagina’s 402 tot en met 406.
7.Proces-verbaal bevindingen uitlezen GSM [verdachte] d.d. 17 april 2019, pagina’s 88 tot en met 105, in onderlinge samenhang bezien met het proces-verbaal bevindingen Track & Trace codes d.d. 13 mei 2019, pagina 107.
8.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 januari 2018, pagina’s 55 tot en met 59 en het proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 januari 2018, pagina’s 60 tot en met 66.
9.Proces-verbaal verhoor van verdachte [verdachte] d.d. 10 april 2019, pagina’s 411 en 412.
10.Proces-verbaal verhoor van verdachte [verdachte] d.d. 9 april 2019, pagina’s 402 tot en met 406 en het proces verbaal verhoor van verdachte [verdachte] d.d. 10 april 2019, pagina’s 411 en 412.
11.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] d.d. 9 april 2019, pagina 405, in onderlinge samenhang bezien met het stamproces-verbaal, pagina 227 en het proces-verbaal van doorzoeking woning [Adres 3] Kerkrade d.d. 9 april 2019, pagina’s 229 tot en met 231.
12.Proces-verbaal van doorzoeking woning [Adres 3] Kerkrade d.d. 9 april 2019, pagina’s 229 tot en met 231, in onderlinge samenhang bezien met de kennisgeving van inbeslagneming d.d. 9 april 2019, pagina’s 232 en 233, de kennisgeving van inbeslagneming d.d. 9 april 2019, pagina’s 263 en 264 en de kennisgeving van inbeslagneming d.d. 9 april 2019, pagina’s 294 en 295.
13.Het schriftelijk bescheid, zijnde een door de NFI-deskundige [Naam 5] opgesteld rapport Identificatie van veelvoorkomende drugs d.d. 13 juni 2019, pagina’s 594 en 595, in onderlinge samenhang bezien met de kennisgeving van inbeslagneming d.d. 9 april 2019, pagina’s 232 en 233 en het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 9 april 2019, pagina 237.
14.Het schriftelijk bescheid, zijnde een door de NFI-deskundige [Naam 5] opgesteld rapport Identificatie van veelvoorkomende drugs d.d. 13 juni 2019, pagina’s 596 en 597, in onderlinge samenhang bezien met de kennisgeving van inbeslagneming d.d. 9 april 2019, pagina’s 263 en 264 en het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 9 april 2019, pagina 269.
15.Het schriftelijk bescheid, zijnde een door de NFI-deskundige [Naam 5] opgesteld rapport Identificatie van veelvoorkomende drugs d.d. 13 juni 2019, pagina’s 592 en 593, in onderlinge samenhang bezien met de kennisgeving van inbeslagneming d.d. 9 april 2019, pagina’s 294 en 295 en het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 9 april 2019, pagina 299.
16.proces-verbaal van verhoor verdachte toetsing rechtmatigheid inverzekeringstelling en vordering tot bewaring (artikelen 59a en 63 Wetboek van Strafvordering) d.d. 26 april 2019.