ECLI:NL:RBLIM:2020:4778
Rechtbank Limburg
- Wraking
- M.B.T.G. Steeghs
- J.W. Rijksen
- F.L.G. Geisel
- Rechtspraak.nl
Wraking van de rechter en wrakingskamer in civiele procedure
In deze zaak heeft verzoekster op 22 mei 2020 een verzoek tot wraking ingediend tegen mr. T.M. Schelfhout, rechter in de Rechtbank Limburg, in verband met de behandeling van de zaak ROE 20/230 WAO. De rechter heeft op 2 juni 2020 schriftelijk gereageerd op het wrakingsverzoek en aangegeven niet in de wraking te berusten. Verzoekster heeft op 20 juni 2020 ook een verzoek tot wraking van de wrakingskamer ingediend, omdat zij meende dat haar recht om gehoord te worden werd geschonden. De wrakingskamer heeft op 24 juni 2020 de zitting gehouden, maar zowel verzoekster als de rechter zijn niet verschenen. De wrakingskamer heeft vervolgens de datum van de uitspraak bepaald op 24 juni 2020.
De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking van de wrakingskamer afgewezen, omdat het verzoek niet specifiek gericht was op de leden van de wrakingskamer en berustte op algemene feiten die voor elke wrakingskamer gelden. Verzoekster werd niet-ontvankelijk verklaard. Daarnaast heeft de wrakingskamer het verzoek tot wraking van de rechter afgewezen. De wrakingskamer oordeelde dat er geen feiten of omstandigheden waren die een aanwijzing opleverden voor vooringenomenheid van de rechter. De wrakingskamer heeft ook de misbruikbepaling van artikel 8:18 lid 4 van de Algemene Wet Bestuursrecht van toepassing verklaard, gezien het feit dat verzoekster al eerder ongegronde wrakingsverzoeken had ingediend.
De beslissing is openbaar uitgesproken op 24 juni 2020 en op schrift gesteld op 25 juni 2020. Tegen deze beslissing staat geen gewoon rechtsmiddel open.