In deze civiele procedure, aanhangig bij de Rechtbank Limburg, is op 24 juni 2020 vonnis gewezen in een incident betreffende de relatieve bevoegdheid. De eiser, Hasuro Holding B.V., heeft een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij, die zich beroept op een forumkeuzebeding in een geldleningsovereenkomst. De gedaagde verzoekt de kantonrechter zich relatief onbevoegd te verklaren, omdat volgens het forumkeuzebeding geschillen voorgelegd moeten worden aan de rechtbank Oost-Brabant. De kantonrechter heeft de procedure beoordeeld aan de hand van artikel 108 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), dat partijen de mogelijkheid biedt om een relatief bevoegde rechter aan te wijzen.
De kantonrechter overweegt dat het forumkeuzebeding geen gevolg heeft, omdat de vordering van Hasuro minder bedraagt dan € 25.000,00 en er geen uitzonderingen van toepassing zijn. De rechter concludeert dat de hoofdregel van artikel 99 lid 1 Rv van toepassing is, wat betekent dat de kantonrechter van de woonplaats van de gedaagde bevoegd is. De incidentele vordering van de gedaagde wordt afgewezen, en deze wordt veroordeeld in de proceskosten van het incident, die aan de zijde van Hasuro zijn begroot op € 100,00. De zaak zal op 22 juli 2020 weer op de rol komen voor dupliek aan de zijde van de gedaagde.