Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
h.o.d.n. [handelsnaam] ,
1.Het verloop van de procedure
- de dagvaarding met producties 1 t/m 7;
- de conclusie van antwoord met producties 1 t/m 18;
- de conclusie van repliek tevens houdende wijziging/aanvulling grondslag met productie 8;
- de conclusie van dupliek van 15 mei 2020 met productie 19;
- de door de rechtbank op 18 mei 2020 van Hesi ontvangen productie 18.
2.De feiten
3.Het geschil
2. Hesi veroordeelt om binnen 24 uur na betekening van het in dezen te wijzen vonnis de verwijzingen naar de handelsnaam van [eiser] , dan wel de handelsnaam van [eiser] met vestigingsplaats in de advertentie op Google te verwijderen en verwijderd te houden op grond van artikel 5 Hnw;
4. Hesi veroordeelt om binnen 24 uur na betekening van het in dezen te wijzen vonnis de verwijzingen naar de handelsnaam van [eiser] , dan wel de handelsnaam van [eiser] met vestigingsplaats in de advertentie op Google te verwijderen en verwijderd te houden op grond van artikel 5b Hnw;
2. Hesi veroordeelt in de kosten van dit geding ex – naar de voorzieningenrechter begrijpt – artikel 1019h Rv, onder de bepaling dat indien de werkelijke kosten niet binnen veertien dagen na betekening van het vonnis zijn voldaan, daarover vanaf de vijftiende dag wettelijke rente is verschuldigd;
6. Hesi veroordeelt om binnen 24 uur na betekening van het in dezen te wijzen vonnis de verwijzingen naar de handelsnaam van [eiser] , dan wel de handelsnaam van [eiser] met vestigingsplaats in de advertentie op Google te verwijderen en verwijderd te houden op grond van artikel 6:193b en 6:194 lid 1 BW;
7. indien Hesi niet tijdig de verwijzingen verwijdert, Hesi veroordeelt tot betaling van een dwangsom van € 5.000,--, te vermeerderen met € 1.000,-- voor iedere dag, dan wel dagdeel dat Hesi in gebreke is, met een maximum van € 75.000,--, althans aan Hesi een dwangsom oplegt die de voorzieningenrechter in goede justitie geraden acht;
8. Hesi veroordeelt in de kosten van dit geding ex – naar de voorzieningenrechter begrijpt – artikel 1019h Rv voor het deel dat onder de reikwijdte van artikel 14 van de Richtlijn 2004/48/EG valt en voor de overige kosten het liquidatietarief toe te passen, onder de bepaling dat indien de werkelijke kosten niet binnen veertien dagen na betekening van het vonnis zijn voldaan, daarover vanaf de vijftiende dag wettelijke rente is verschuldigd.
4.De beoordeling
2.650,00;