Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2],
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 3],
De uitgebreide beoordeling en motivering van de beslissing volgen hierna.
1.De procedure
- de dagvaarding van 5 juni 2019 met producties 1 tot en met 16
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie met producties 1 tot en met 14B
- de conclusie van antwoord in reconventie
- de akte overlegging producties 15 tot en met 19 van 2-XL
- het proces-verbaal van comparitie van 30 januari 2020 en het aanvullend proces-verbaal opgemaakt op 4 mei 2020 en de daarin genoemde brieven van partijen.
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
€ 1.217,67, vermeerderd met de handelsrente. Tevens vordert Neacon de proceskosten.
4.De beoordeling
Voorop staat dat een geslaagd beroep op opschorting er niet toe leidt dat de betalingsverplichting daardoor definitief komt te vervallen, maar slechts dat de nakoming van de betalingsverplichting van 2-XL wordt uitgesteld totdat Neacon een nadere prestatie heeft verricht of totdat de overeenkomst is ontbonden en/of schadevergoeding aan 2-XL is toegekend (vgl. HR 19 februari 1988, ECLI:NL:HR:1988:AD0206, NJ 1989/343). Indien
2-XL bevoegdelijk van haar opschortingsrecht gebruik maakt, wordt haar verbintenis daardoor niet-opeisbaar, hetgeen ertoe leidt dat de vorderingen van Neacon thans niet toewijsbaar zijn.
De rechtbank wijst erop dat niet van haar worden verlangd dat zij zelf in de producties op zoek gaat naar aanwijzingen waaruit kan worden afgeleid dat Neacon haar verplichtingen niet is nagekomen. Het is aan partijen om hun vorderingen en verweren in de processtukken duidelijk en volledig aan de rechtbank te presenteren en concreet aan te geven met welke rechtsfeiten en/of (delen van de/citaten in de) producties de stellingen worden onderbouwd. Indien dat niet gebeurt komt dat voor rekening van de partij die zich op de rechtsgevolgen van haar stellingen beroept.
2-XL in verzuim is ten aanzien van haar betalingsverplichting. Neacon stelt zich primair op het standpunt dat 2-XL in verzuim is op grond van haar algemene voorwaarden, die een betalingstermijn van 14 dagen vermelden. Subsidiair stelt zij dat 2-XL in verzuim is omdat elke afzonderlijke factuur een betalingstermijn van 14 dagen vermeldt.
2-XL voor eind 2018 ooit heeft geprotesteerd tegen de op de facturen vermelde betalingstermijn, zodat naar het oordeel van de rechtbank Neacon er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat er overeenstemming bestond over een betalingstermijn van 14 dagen.
2-XL stelt dat partijen op enig moment – in afwijking daarvan – een betalingstermijn van 60 of zelfs 90 dagen na factuurdatum hebben afgesproken. Daartoe verwijst 2-XL naar een factuur van 17 augustus 2015 en een betalingsbewijs, waaruit volgt dat die factuur pas op 11 november 2015 door 2-XL is voldaan. Verder verwijst 2-XL naar een e-mail van 11 april 2018 waarin zij aan Neacon mededeelt:
- we gaan de achterstand terugdringen tot een betalingsachterstand naar max. 60 dagen.
- Dit willen wij realiseren voor het einde van Q2
- (…)
- De facturen die op maandag binnenkomen op onze mail zullen binnen 6 dagen beoordeeld worden. Horen jullie niets dan zijn deze automatisch goedgekeurd.”
€ 1.336,33, onder overlegging van de renteberekeningen. Tegen die berekeningen heeft
2-XL verder geen verweer gevoerd, zodat de rechtbank het gevorderde rentebedrag zal toewijzen.
handelsrente over de buitengerechtelijke incassokosten overweegt de rechtbank het volgende.
2.148,00(2 punten × tarief € 1.074,00)
1.074,00(0,5 x 2,0 punten × tarief € 1.074,00)