ECLI:NL:RBLIM:2020:3648
Rechtbank Limburg
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Opheffing voorlopige voorziening inzake sluiting woning op basis van Opiumwet
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, gedateerd 15 mei 2020, wordt de voorlopige voorziening opgeheven die eerder was getroffen op 14 april 2020. De zaak betreft een verzoeker die bezwaar heeft gemaakt tegen een besluit van de burgemeester van Simpelveld, dat de sluiting van zijn woning op grond van artikel 13b van de Opiumwet gelastte. De burgemeester had op basis van een bestuurlijke rapportage van de politie besloten de woning te sluiten omdat er vermoedens waren van een drugslaboratorium. De voorzieningenrechter heeft in deze uitspraak de rechtmatigheid van het bestreden besluit beoordeeld en geconcludeerd dat de burgemeester bevoegd was om de woning te sluiten. De voorzieningenrechter oordeelt dat de sluiting van de woning voor zes maanden gerechtvaardigd is, gezien de aangetroffen stoffen en voorwerpen die bestemd zijn voor de productie van synthetische drugs. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij niet op de hoogte was van de aanwezigheid van deze stoffen en dat hij geen (plausibele) verklaring heeft gegeven voor de aangetroffen situatie. De uitspraak is gedaan zonder openbare zitting, vanwege de coronamaatregelen, maar partijen hebben schriftelijk op elkaars standpunten kunnen reageren. De voorzieningenrechter heeft de voorlopige voorziening opgeheven, omdat het bestreden besluit de voorlopige rechtmatigheidsbeoordeling doorstaat.