Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek met een vermeerdering van eis
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
- zich op 9 oktober 2019 te laat ziekgemeld heeft;
- tijdens werktijd met zijn mobiele telefoon en niet met zijn werkzaamheden bezig was,
- op 6 december 2019 weigerde in gesprek te gaan met [naam Manager Facturing] , Manager Facturing en hij op die dag twee maal de afdeling heeft verlaten zonder zich af te melden bij de
“Er is sprake van verzuim tgv medische ziekte e/o gebrek. Oorzaak verzuim is werkgerelateerd. Om tzt to werkhervatting te komen is een goed gesprek met de werkgever noodzakelijk. Gezien telefonische consultatie en taalbarriere is gedetailleerde uitvraag niet mogelijk.”
28 februari 2020 de gemachtigde van [eiser] medegedeeld geen aanleiding te zien de loonbetaling te hervatten.
4.De beoordeling
€ 2.732,00 bruto bedroeg en per 1 januari 2020 € 2.848,00 bruto. Wel zijn zij nog verdeeld over de vraag of Mayfran recht heeft op een tweeploegentoeslag per 1 februari 2020. Hieruit volgt dat in ieder geval wel vast staat dat [eiser] tot 1 februari 2020 recht heeft op de tweeploegentoeslag. In zoverre is zijn vordering toewijsbaar.
1 februari 2020 nog recht heeft op een tweeploegentoeslag gaat [eiser] voorbij aan het betoog van Mayfran . Mayfran heeft bij antwoord en bij dupliek namelijk aangevoerd
- dagvaarding € 106,47
- griffierecht € 83,00
- salaris gemachtigde
5.De beslissing
- € 120,00 aan salaris gemachtigde, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving tot de dag der voldoening,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening tot de dag der voldoening.