ECLI:NL:RBLIM:2020:2554

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
8 april 2020
Publicatiedatum
1 april 2020
Zaaknummer
7682660 \ CV EXPL 19-2429
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige hinder tussen buren door rook en geluid van houtkachel en ventilatoren

In deze zaak, die zich afspeelt tussen buren A en B, vordert A in conventie de verwijdering van ventilatoren die B heeft geplaatst om de rook van A's houtkachel te verdrijven. B vordert in reconventie een verbod op het gebruik van de houtkachel. Beide partijen beroepen zich op onrechtmatige hinder volgens artikel 5:37 BW. De kantonrechter oordeelt dat er geen sprake is van onrechtmatige hinder. De rechter stelt vast dat de hinder die A ervaart van de ventilatoren niet zodanig is dat deze als onrechtmatig kan worden aangemerkt. De rechter roept beide partijen op om rekening met elkaar te houden, gezien de aard van hun burenrelatie. De vorderingen van beide partijen worden afgewezen, en de proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. De kantonrechter benadrukt het belang van onderling overleg en verdraagzaamheid in een dichtbevolkt land als Nederland.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 7682660 \ CV EXPL 19-2429
Vonnis van de kantonrechter van 8 april 2020
in de zaak van:
[eiser in conventie, verweerder in reconventie],
wonend [adres eiser in conventie, verweerder in reconventie] ,
[woonplaats eiser in conventie, verweerder in reconventie] ,
eisende partij in conventie, verweerder in reconventie,
gemachtigde AGIN Pranger Gerechtsdeurwaarders Juristen incassospecialisten,
tegen:
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie],
wonend [adres gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ,
[woonplaats gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ,
gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie,
gemachtigde mr. A.F.Th.M. Heutink.
Partijen worden hierna [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] genoemd.

1.De verdere procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 21 augustus 2019;
  • de conclusie van antwoord in reconventie;
  • het proces-verbaal van comparitie van 19 december 2019;
  • de door beide partijen genomen aktes omtrent voort procederen.
1.2.
Partijen hebben ter comparitie afspraken gemaakt. Ter evaluatie daarvan is de zaak aangehouden tot de rol van 4 maart 2020. Beide partijen hebben bij die gelegenheid bij akte laten weten dat de afspraken niet tot een oplossing hebben geleid. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft de kantonrechter verzocht vonnis te wijzen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft gevraagd een nadere conclusie te mogen nemen, al dan niet met nadere producties.
De kantonrechter heeft de zaak voor vonnis gezet nu partijen, zowel in conventie als in reconventie, in twee rondes aan het woord zijn geweest (de comparitie van partijen is immers ook een ronde). Het nemen van een nadere conclusie is daarmee niet aan de orde.

2.De feiten

In conventie en in reconventie
2.1.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zijn buren van elkaar. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft op enig moment drie ventilatoren op het dak van zijn woning geplaatst omdat hij en zijn echtgenote overlast ervaren door rook van de houtkachel van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] . [eiser in conventie, verweerder in reconventie] op haar beurt ervaart geluidsoverlast als de ventilatoren in werking zijn.
2.2.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft expertisebureau Peutz BV te Mook (verder: Peutz) een onderzoek laten verrichten naar het geluid van de ventilatoren. Daartoe zijn medio december 2016 in de woning van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] geluidmetingen gedaan. Peutz geeft in haar rapport aan dat er geen wettelijk toetsingskader beschikbaar is waarin grenswaarden zijn gesteld ten aanzien van burenlawaai en dat er daarom aansluiting is gezocht bij de standaard grenswaarden uit het Activiteitenbesluit, dat in beginsel alleen van toepassing is op inrichtingen. Peutz concludeert verder als volgt:

Uit de meetresultaten kan worden opgemaakt dat ventilator 1 maatgevend is voor de geluidniveaus in de woning. Gesteld kan worden dat het in bedrijf zijn van ventilator 1 resulteert in een forse overschrijding van de maximale grenswaarden uit het Activiteitenbesluit van 11 dB in de dagperiode, 16 dB in de avondperiode en 21 dB in de nachtperiode. Afhankelijk van de bedrijfstijd zal ook ten aanzien van de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus sprake zijn van een (forse) overschrijding.
De langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus vanwege de ventilatoren 2 en 3 zijn (veel) lager in vergelijking met ventilator 1. Bedrijfsvoering met deze ventilatoren resulteert niet in een overschrijding van de maximale grenswaarden uit het Activiteitenbesluit. Afhankelijk van de bedrijfstijd (en een eventuele toeslag vanwege tonaal geluid) kan al dan niet worden voldaan aan de grenswaarden uit het Activiteitenbesluit.”
2.3.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onder meer bij brief van 10 april 2017 onder verwijzing naar het rapport van Peutz verzocht het gebruik van de ventilatoren te staken en de ventilatoren van het dak te verwijderen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft daaraan in zoverre gevolg gegeven, dat hij kort voor het uitbrengen van de dagvaarding (d.d. 25 maart 2019) ventilator 1 van zijn dak heeft verwijderd.
2.4.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft vanwege de door hem en zijn echtgenote ervaren rookoverlast in de periode 2012 tot en met 2018 diverse meldingen gedaan bij de gemeente Venray en de gemeente gevraagd zo nodig handhavend op te treden. De gemeente heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] laten weten dat de plaats en hoogte van de schoorsteen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] overeenkomstig de verleende bouwvergunning is en dat bij controle is gebleken dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] alleen schoon en droog hout in voorraad had.
Op 8 februari 2018 heeft de gemeente een bezoek gebracht aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] . Van dit bezoek heeft de gemeente een rapport opgesteld, waarin - voor zover van belang - het volgende is vermeld:
(onder het kopje “2. Overtredingen”)

Bij de overkapping in de achtertuin ruik ik 10 minuten een geur/stank waar. Geur waarneming van 0 t/m 10 valt overlast tussen 6 en 7.
Gezien de rook/stank overlast kortdurend over de dag plaats vind is de vraag of er dan spraken is van overlast.”
(op pagina 8)
“Gedurende tijd dat de ventilators aan staan trekt de rook de ander kant op, tegen de windrichting in. De ventilators werken goed waardoor de bewoners (klagers) geen of weinig overlast ondervinden. (…)”
(en op pagina 9) “
De ventilators zijn door dhr. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stil gezet waardoor de rook en geur met de windrichting mee waait die over de woning en tuin van de klager dhr. en mevr. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . woning trekt. Op verschillende plaatsen bij de overkapping en in de achtertuin ruik ik gedurende 10 minuten een geur/stank waar. Geur waarneming van 0 t/m 10 valt overlast tussen 6 en 7.”

3.Het geschil in conventie en in reconventie

3.1.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] legt aan haar vordering tot - kort gezegd - verwijdering van de ventilatoren - samengevat - het volgende ten grondslag.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] ervaart onrechtmatige hinder als bedoeld in artikel 5:37 BW en 6:162 BW van het geluid van de ventilatoren. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] wijst ter onderbouwing van de hinder op het rapport van Peutz en op een aantal verklaringen van omwonenden die ook overlast ervaren van de ventilatoren.
3.2.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] legt aan zijn vordering tot - kort gezegd - het verbod om de kachel in werking te hebben zolang dit overlast van rook geeft in zijn richting - samengevat - het volgende ten grondslag.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] stookt haar (hout)kachel op dusdanige wijze, dat voor [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en zijn echtgenote sprake is van onrechtmatige hinder. Zij vrezen voor hun gezondheid. De echtgenote van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft klachten aan haar luchtwegen gekregen door het stookgedrag van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] . Verder kunnen zij niet in de tuin zitten zonder last te hebben van de rook/geur en moeten zij ramen en deuren gesloten houden.
3.3.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betwisten elkaars vorderingen. Op hun stellingen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

In conventie en in reconventie
4.1.
Artikel 5:37 BW bepaalt als volgt:

De eigenaar van een erf mag niet in een mate of op een wijze die volgens artikel 162 van Boek 6 onrechtmatig is, aan eigenaars van andere erven hinder toebrengen zoals door het verspreiden van rumoer, trillingen, stank, rook of gassen, door het onthouden van licht of lucht of door het ontnemen van steun.
4.2.
Het antwoord op de vraag of het toebrengen van hinder onrechtmatig is als bedoeld in artikel 5:37 BW en 6:162 BW, is blijkens vaste rechtspraak van de Hoge Raad afhankelijk van de aard, de ernst en de duur van de hinder en de daardoor veroorzaakte schade in verband met de verdere omstandigheden van het geval waaronder de plaatselijke omstandigheden (HR 3 mei 1991, NJ 1991/476). Enige vorm van hinder moet men dulden; het moet gaan om overlast (HR 20 december 1940, NJ 1941,336).
4.3.
Gelet op deze maatstaf, is de kantonrechter van oordeel dat alle vorderingen, zowel die in conventie als die in reconventie, dienen te worden afgewezen. Ter toelichting dient het volgende.
4.4.
Met het weghalen van ventilator nummer 1, kan het door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ingebrachte deskundigenrapport van Peutz, niet tot onderbouwing van de gestelde overlast dienen. De overgebleven ventilatoren 2 en 3 resulteren volgens Peutz immers niet in een overschrijding van de maximale grenswaarden uit het Activiteitenbesluit wanneer zij in bedrijf zijn. Volgens Peutz kan afhankelijk van de bedrijfstijd mogelijk wel worden voldaan aan de grenswaarden uit het Activiteitenbesluit. Uit het rapport blijkt echter niet dat dit is onderzocht en [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft onvoldoende concreet gesteld hoe lang de ventilatoren in bedrijf zijn. Bovendien is het nog maar de vraag of de normen van het Activiteitenbesluit hier gevolgd dienen te worden. Verder kan er geen belang worden gehecht aan de overgelegde verklaringen van de buurtbewoners, nu deze zijn opgesteld voordat ventilator 1 is verwijderd.
4.5.
Ten aanzien van de vordering in reconventie geldt het volgende. Uit de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aangehaalde (en hierboven geciteerde) passages volgt naar het oordeel van de kantonrechter dat gedurende 10 minuten een redelijke mate van hinderlijke geur waarneemwaar is. Uit het rapport zelf blijkt dat de twee aangehaalde passages zien op hetzelfde meetmoment. Dit alleen is onvoldoende om te kunnen spreken van overlast. Temeer nu op de overige meetmomenten geen sprake was van hinder. De vergelijking die [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] trekt met het arrest van het Gerechtshof in ’s-Hertogenbosch gaat dan ook niet op, omdat in die zaak de bewoners buiten de woning vrijwel continue last hadden van rook en stank.
Verder kunnen de e-mails van de heer [X] (producties 5 en 6 bij de conclusie van eis in reconventie) niet ter onderbouwing van de gestelde overlast dienen, nu de bijbehorende foto’s niet zijn overgelegd, niet duidelijk is om welke buurtbewoners het gaat en het stookgedrag niet concreet wordt gemaakt.
Nu voorts niet is komen vast te staan dat er voortdurend sprake is van rook en geur, kan ook niet gezegd worden dat ramen en deuren nooit open gezet kunnen worden. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft onbetwist gesteld dat zij de houtkachel gebruikt als bijverwarming die zij enkel in de winter met enige regelmaat doch niet voortdurend gebruikt. Tot slot heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet onderbouwd (bijvoorbeeld door overlegging van doktersverklaringen) dat de gezondheidsklachten van de echtgenote van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zijn ontstaan als gevolg van het stookgedrag van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] .
4.6.
Al het voorgaande leidt tot de conclusie dat van enige hinder over en weer wellicht sprake zal zijn, maar dat overlast in de zin van artikel 5:37 BW niet is komen vast te staan, zodat de vorderingen moeten worden afgewezen. Met het oog hierop zullen de proceskosten in conventie en in reconventie worden gecompenseerd, in die zin, dat ieder van partijen de eigen kosten draagt.
4.7.
De kantonrechter wil partijen nog het volgende meegeven.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dient te dulden dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] haar kachel stookt en [eiser in conventie, verweerder in reconventie] dient te dulden dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de ventilatoren aanzet wanneer hij hinder ervaart van de rook. De kantonrechter merkt daarbij op dat in een land als Nederland mensen dicht op elkaar wonen, zodat het van het grootste belang is dat buren rekening met elkaar houden om een prettig en leefbaar woonklimaat te houden. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] kan dat doen door bij haar stookgedrag rekening te houden met de aanwijzingen en tips op de website “www.stookwijzer.nu” en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] kan dat doen door het gebruik van de ventilatoren tot een minimum te beperken. Nu de juridische weg in dit geval geen oplossing kan bieden voor de problemen van partijen rest partijen wellicht de weg van onderling overleg en verdraagzaamheid.

5.De beslissing in conventie en in reconventie

De kantonrechter
5.1.
wijst het gevorderde af,
5.2.
compenseert de proceskosten in die zin, dat ieder van partijen de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.J.C.A. Roeffen en in het openbaar uitgesproken.
type: EB
coll: