Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Het onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
4.De beoordeling van het bewijs
.Ten aanzien van feit 3 heeft de raadsman aangevoerd dat de verdachte heeft bekend dat de aangetroffen munitie en pepperspray van hem waren. De verdachte dient te worden vrijgesproken ten aanzien van het voorhanden hebben van het vuurwapen omdat dit buiten zijn woning is gevonden.
. [35]
. [54]
.Uit onderzoek van de politie is aan de hand van onderzoek naar de identificatienummers van die voertuigen (en van onderdelen daarvan) steeds gebleken dat alle voertuigen zoals genoemd in de tenlastelegging van de respectieve aangevers bleken te zijn. De rechtbank is daarom van oordeel dat de tenlastegelegde voertuigen van diefstal afkomstig zijn. Bovendien heeft de medeverdachte [medeverdachte 3] verklaard dat dat hij op een gegeven moment wist dat de voertuigen van diefstal afkomstig waren.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De straf en/of de maatregel
,blanco ID-plaatjes, een graveermachine en slagnummers. De verkoop van de (landbouw)voertuigen, door middel van een in België wonende tussenpersoon, vond meestal plaats aan in het buitenland wonende kopers, zodat voertuigen snel uit beeld verdwenen.
8.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
- Kosten inschakelen Fidron € 1.750,00
- Waardevermindering Manitou 630 € 2.632,06
- Inkomstenderving € 1.000,00
9.Het beslag
10.De wettelijke voorschriften
11.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte voor tot een gevangenisstraf van 2 jaren;
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door een of meer mededaders is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door een of meer mededaders is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
- wijst de vordering van
- bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk is en dat zij dit gedeelte van haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op € 461,-;
- verklaart
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten, door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot tot heden op nihil;
- verklaart verbeurd de volgende in beslag genomen voorwerpen onder de nummers 2, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 32, 33, 34, 35, 36, zoals genoemd in de bijlage;
- onttrekt aan het verkeer de volgende in beslag genomen voorwerpen onder de nummers 4, 5, 6, 7, zoals genoemd in de bijlage;