ECLI:NL:RBLIM:2020:2349

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
25 maart 2020
Publicatiedatum
25 maart 2020
Zaaknummer
03.261036.18
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor het plaatsen van racistische teksten en afbeeldingen die aanzetten tot geweld

Op 25 maart 2020 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 44-jarige man uit Heerlen. De man is veroordeeld tot een taakstraf van 180 uur, waarvan 60 uur voorwaardelijk, wegens het plaatsen van racistische teksten en afbeeldingen op een sociale mediawebsite. De teksten en afbeeldingen waren gericht tegen Joden, moslims en negroïde mensen en bevatten aanzetten tot geweld. De verdachte verklaarde dat hij deze uitingen deed uit frustratie en onder invloed van alcohol, maar de rechtbank oordeelde dat hij opzettelijk handelde. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte gedurende een lange periode dergelijke berichten had geplaatst, wat duidt op een gewoonte. De officier van justitie had een taakstraf van 180 uur geëist, en de rechtbank volgde deze eis, waarbij ze ook rekening hield met de ernst van de feiten en de impact op de betrokken groepen. De rechtbank benadrukte dat dergelijke uitingen in een democratische samenleving niet getolereerd kunnen worden en dat de verdachte de grenzen van de vrijheid van meningsuiting had overschreden. De uitspraak is gedaan in het kader van de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 63, 137c en 137d van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer: 03.261036.18
tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 25 maart 2020
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [Geboorteplaats] op [Geboortedatum] ,
wonende te [Adres] ,
De verdachte wordt bijgestaan door mr. R. Mahovic, advocaat kantoorhoudende te Maastricht.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 11 maart 2020. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1:
primair:teksten en afbeeldingen heeft geplaatst op de [Naam website] die aanzetten tot gewelddadig optreden tegen Joden, negroïde mensen en moslims.
Subsidiair:uitlatingen openbaar heeft gemaakt op de [Naam website] terwijl hij wist dat die aanzetten tot discriminatie van en/of haat tegen en/of gewelddadig optreden tegen negroïde mensen en/of Joden.
Feit 2
: primair:Joden en negroïde mensen heeft beledigd door op de [Naam website] uitlatingen te plaatsen.
Subsidiair:uitlatingen en afbeeldingen openbaar heeft gemaakt op de [Naam website] terwijl hij wist dat die aanzetten tot discriminatie van en/of haat tegen en/of gewelddadig optreden tegen negroïde mensen en/of Joden.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het tenlastegelegde bewezen kan worden verklaard. Verdachte heeft bekend dat hij de berichten heeft geplaatst.
Gelet op de inhoud van de berichten in samenhang met het profiel van de verdachte op [Naam website] zetten alle berichten ieder voor zich aan tot geweld tegen Joden, moslims of negroïde mensen. De verdachte heeft deze berichten gedurende een lange periode geplaatst Hij heeft er een gewoonte van gemaakt. Het onder 1 primair tenlastegelegde kan bewezen worden.
Het onder 2 primair tenlastegelegde kan eveneens bewezen worden, gelet op de symbolen die de verdachte op de [Naam website] heeft geplaatst. Deze zijn op zichzelf al beledigend. De teksten die bij de symbolen zijn geplaatst zijn grievend. De officier van justitie acht hier eveneens bewezen dat de verdachte er een gewoonte van heeft gemaakt.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aan de hand van zijn pleitaantekeningen betoogd dat bewezen kan worden verklaard dat de verdachte de teksten en afbeeldingen op de [Naam website] heeft geplaatst, maar dat verdachte geen opzet, ook niet in voorwaardelijke zin, had op beledigen of aanzetten tot gewelddadig optreden tegen Joden, negroïde mensen en moslims.
De verdachte dient, gelet hierop, van de gehele tenlastelegging te worden vrijgesproken.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Evenals de officier van justitie acht de rechtbank het onder 1 primair en onder 2 primair tenlastegelegde bewezen, gelet op:
- het proces-verbaal van verdenking; [2]
- het proces-verbaal van verhoor verdachte; [3]
- de verklaring van de verdachte ter terechtzitting.
Bewijsoverweging
De raadsman heeft vrijspraak van het tenlastegelegde bepleit, omdat er geen sprake zou zijn van opzet.
De rechtbank overweegt daaromtrent als volgt.
De verdachte heeft afbeeldingen en teksten geplaatst op [Naam website] , een website die te vergelijken is met Facebook. Deze berichten en afbeeldingen, zoals hieronder geciteerd in de bewezenverklaring, kunnen niet anders geïnterpreteerd worden dan als een bewuste oproep tot geweld en opzettelijke belediging. De verdachte had soortgelijke teksten en afbeeldingen eerder op Facebook gezet en is, zo verklaart hij, vanwege deze berichten en afbeeldingen met drie accounts van Facebook ‘gegooid’. Vervolgens kiest hij bewust een andere site om dit soort afbeeldingen en teksten te plaatsen. Gelet hierop acht de rechtbank de opzet bewezen.
Gelet op de veelheid van berichten en het feit dat de verdachte die gedurende een periode van enkele weken heeft gepubliceerd, acht de rechtbank tevens bewezen dat verdachte van het plegen van deze feiten een gewoonte heeft gemaakt.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
1. primair
in de periode van 31 juli 2017 tot en met 29 mei 2018 te Heerlen,
in het openbaar, bij geschrift en bij afbeelding heeft aangezet tot
gewelddadig optreden tegen personen en/of goed van mensen, te weten
Joden en/of negroïde mensen en/of moslims, wegens hun godsdienst
en/of hun ras, door op de [Naam website] ,
[site naam] , onder andere de volgende uitlatingen te
plaatsen;
- op 31 juli 2017 op [Naam website] een afbeelding te plaatsen waarin wordt
aangegeven dat er brand moet worden gesticht bij een dichtstbijzijnde
moskee en
- op 14 mei 2018 op [Naam website] de tekst te plaatsen: "om te kosten, dood aan de
jode" en
- op 15 mei 2018 op [Naam website] een afbeelding te plaatsen met de tekst "Keep
calm and kill jews" en
- op 29 mei 2018 op [Naam website] de tekst te plaatsen: "kill all reds en all jews"
en
- op 29 mei 2018 op [Naam website] de tekst te plaatsen: "fuck niggers and jews, kill
them all",
terwijl dit feit werd gepleegd door een persoon die daarvan een gewoonte maakt;
2. primair
in de periode van 17 april 2018 tot en met 15 mei 2018, in de gemeente Heerlen
zich in het openbaar, bij geschrift en afbeelding opzettelijk beledigend
heeft uitgelaten over een groep mensen, te weten Joden en/of negroïde
mensen, wegens hun godsdienst en/of ras, door op de [Naam website]
, [site naam] , de volgende uitlatingen te
plaatsen:
- op 17 april 2018 een afbeelding met keltisch kruis, de swastika, de
letters van de ss, de tekst "white power", de ss-totenkopf en de cijfers 14
en 88 en
- op 14 mei 2018 een afbeelding met verschillende personen met de
tekst: "White vs Black, different heritage, different culture" en
- op 14 mei 2018 een afbeelding met de tekst: "What? The truth about
the Holocaust is out? Holy shit! We are f**ked know!" en
- op 15 mei 2018 afbeeldingen met verschillende dode Joden met
de tekst: "What do you mean I don't like any Jews" en
- op 15 mei 2018 een afbeelding met de cijfers 14 en 88 en de swastika
met arend,
terwijl dit feit werd gepleegd door een persoon die daarvan een gewoonte maakt;
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
1. primair
in het openbaar bij geschrift en/of bij afbeelding aanzetten tot gewelddadig optreden tegen persoon of goed van mensen wegens hun ras en/of godsdienst, terwijl het feit wordt gepleegd door een persoon die daarvan een gewoonte maakt.
2. primair
zich in het openbaar bij geschrift en/of bij afbeelding opzettelijk beledigend uitlaten over een groep mensen wegens hun ras en/of godsdienst, terwijl het feit wordt gepleegd door een persoon die daarvan een gewoonte maakt.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een taakstraf voor de duur van 180 uren, subsidiair 90 dagen vervangende hechtenis.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair vrijspraak van het tenlastegelegde bepleit en subsidiair een voorwaardelijke taakstraf bepleit.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Verdachte heeft zich door de bewezenverklaarde teksten en afbeeldingen te plaatsen op de openbare [Naam website] , schuldig gemaakt aan aanzetten tot geweldpleging tegen personen en belediging van verschillende bevolkingsgroepen, te weten de Joodse bevolking, negroïde mensen en moslims. Hij heeft dit gedurende een lange periode gedaan. Door dergelijke afbeeldingen en teksten te plaatsen heeft verdachte bijgedragen aan het ontstaan en in stand houden van een negatief beeld over deze personen. Ook doet hij het op deze manier voorkomen alsof het legitiem is om geweld te plegen tegen deze personen, waarmee hij anderen, al dan niet ongewild, kan aanzetten tot het daadwerkelijk plegen van geweldsmisdrijven. Daarbij heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan belediging door het “posten” van Nazi-symbolen, foto’s van opgestapelde lijken van – zo te zien – slachtoffers van de holocaust en van zeer denigrerende afbeeldingen met begeleidende teksten over negroïde mensen en moslims waarbij de suprematie van het blanke ras wordt vooropgesteld en andere rassen als minderwaardig, bijna beestachtig worden weggezet. Door het verspreiden van dit soort teksten en afbeeldingen kunnen anderen het idee krijgen dat het normaal is om mensen uit andere bevolkingsgroepen, rassen of geloofsovertuigingen als minderwaardig te beschouwen, waardoor het plegen van geweld tegen deze mensen wordt gelegitimeerd. Dit kan in een democratische samenleving, waarin naast respect voor ieders menselijke waardigheid het gelijkheidsbeginsel één van de belangrijkste uitgangspunten is, niet worden getolereerd. De verdachte heeft door de door hem gekozen bewoordingen en afbeeldingen de grenzen van de vrijheid van meningsuiting fors overschreden.
De rechtbank heeft bij de strafoplegging toepassing gegeven aan het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht.
Omdat in het handelen van verdachte een zorgwekkend patroon zichtbaar is en verdachte ter terechtzitting heeft aangegeven dat zijn gedachtengoed onveranderd is, doet dit vrezen dat verdachte weer in herhaling zal vervallen. Weliswaar zegt hij voornemens te zijn zich van soortgelijke uitlatingen in de toekomst te onthouden, maar aangezien hij ook heeft verklaard dat hij dergelijke teksten plaatst onder invloed van persoonlijke frustraties en overmatig alcoholgebruik, lijkt een stevige ‘stok achter de deur’ noodzakelijk om hem ervan te weerhouden opnieuw over de schreef te gaan. De rechtbank acht daarom een deels voorwaardelijke straf noodzakelijk.
De rechtbank acht een taakstraf voor de duur van 180 uren waarvan 60 uren voorwaardelijk passend en geboden.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 63, 137c en 137d van het Wetboek van Strafrecht.

8.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
- veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 180 uren, subsidiair 90 dagen hechtenis, waarvan 60 uren voorwaardelijk, subsidiair 30 dagen hechtenis, met een proeftijd van 2 jaren;
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze taakstraf in mindering zal worden gebracht, naar rato van twee uren per dag;
  • bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van een proeftijd van 2 jaren zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Verkijk, voorzitter, mr. A.P.A. Bisscheroux en
mr. C.J.M. Brands, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L. Berkers, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 25 maart 2020.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1
hij in of omstreeks de periode van 31 juli 2017 t/m 29 mei 2018 te
Heerlen, althans in Nederland,
in het openbaar, bij geschrift en/of bij afbeelding heeft aangezet tot
gewelddadig optreden tegen personen en/of goed van mensen, te weten
Joden en/of negroïde mensen en/of moslims, wegens hun godsdienst
en/of hun ras, door op de [Naam website] ,
[site naam] , onder andere de volgende uitlatingen te
plaatsen;
- op 31 juli 2017 op [Naam website] een afbeelding te plaatsen waarin wordt
aangegeven dat er brand moet worden gesticht bij een dichtstbijzijnde
moskee en/of
- op 14 mei 2018 op [Naam website] de tekst te plaatsen: "om te kosten, dood aan de
jode" en/of
- op 15 mei 2018 op [Naam website] een afbeelding te plaatsen met de tekst "Keep
calm and kill jews" en/of
- op 29 mei 2018 op [Naam website] de tekst te plaatsen: "kill all reds en all jews"
en/of
- op 29 mei 2018 op [Naam website] de tekst te plaatsen: "fuck niggers and jews, kill
them all",
althans woorden en/of afbeeldingen van soortgelijke gewelddadige aard
en/of strekking, terwijl dit feit werd gepleegd door een persoon die
daarvan een gewoonte maakt;
( art 137d lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 137d lid 2 Wetboek van
Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling
mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 31 juli 2017 t/m 29 mei 2018,
te Heerlen, althans in Nederland,
anders dan ten behoeve van zakelijke berichtgeving, één of meer
uitlatingen openbaar heeft gemaakt die naar hij wist of redelijkerwijs
had moeten vermoeden aanzetten tot discriminatie van en/of haat
tegen en/of gewelddadig optreden tegen mensen wegens hun ras en/of
hun godsdienst en/of levensovertuiging, te weten negroïde mensen
en/of Joden, door op de [Naam website] ,
[site naam] , een of meer uitlatingen en/of afbeeldingen
te plaatsen en/of te delen (inhoudende onder meer):
-op 31 juli 2017 op [Naam website] een afbeelding te plaatsen waarin wordt
aangegeven dat er brand moet worden gesticht bij een dichtstbijzijnde
moskee en/of
- op 14 mei 2018 op [Naam website] de tekst te plaatsen: "om te kosten, dood aan de
jode" en/of
- op 15 mei 2018 op [Naam website] een afbeelding te plaatsen met de tekst "Keep
calm and kill jews" en/of
- op 29 mei 2018 op [Naam website] de tekst te plaatsen: "kill all reds en all jews"
en/of
- op 29 mei 2018 op [Naam website] de tekst te plaatsen: "fuck niggers and jews, kill
them all"
( art 137e lid 1 ahf/sub 1 alinea Wetboek van Strafrecht )
2
hij in of omstreeks de periode van 17 april 2018 tot en met 15 mei 2018,
in de gemeente Heerlen, althans in Nederland,
zich in het openbaar, bij geschrift en/of afbeelding opzettelijk
beledigend
heeft uitgelaten over een groep mensen, te weten Joden en/of negroïde
mensen, wegens hun godsdienst en/of ras, door op de [Naam website]
, [site naam] , de volgende uitlatingen te
plaatsen:
- op 17 april 2018 een afbeelding met keltisch kruis, de swastika, de
letters van de ss, de tekst "white power", de ss-totenkopf en de cijfers 14
en 88 en/of
- op 14 mei 2018 een afbeelding met verschillende personen met de
tekst: "White vs Black, different heritage, different culture" en/of
- op 14 mei 2018 een afbeelding met de tekst: "What? The truth about
the Holocaust is out? Holy shit! We are f**ked know!" en/of
- op 15 mei 2018 een afbeeldingen met verschillende doden Joden met
de tekst: "What do you mean I don't like any Jews" en/of
- op 15 mei 2018 een afbeelding met de cijfers 14 en 88 en de swastika
met arend,
althans woorden en/of afbeeldingen van soortgelijke beledigende aard
en/of strekking, terwijl dit feit werd gepleegd door een persoon die
daarvan een gewoonte maakt;
( art 137c lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 137c lid 2 Wetboek van
Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling
mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 17 april 2018 tot en met 15 mei 2018,
in de gemeente Heerlen, althans in Nederland,
anders dan ten behoeve van zakelijke berichtgeving, één of meer
uitlatingen en/of afbeeldingen openbaar heeft gemaakt die naar hij wist
of redelijkerwijs had moeten vermoeden voor een groep mensen wegens
hun ras en/of hun godsdienst, te weten gekleurde negroïde mensen
en/of Joden, beledigend was door op de [Naam website] ,
[site naam] , een of meer uitlatingen te plaatsen en/of te
delen (inhoudende onder meer):
-op 17 april 2018 een afbeelding met keltisch kruis, de swastika, de
letters van de ss, de tekst "white power", de ss-totenkopf en de cijfers 14
en 88 en/of
- op 14 mei 2018 een afbeelding met verschillende personen met de
tekst: "White vs Black, different heritage, different culture" en/of
- op 14 mei 2018 een afbeelding met de tekst: "What? The truth about
the Holocaust is out? Holy shit! We are f**ked know!" en/of
- op 15 mei 2018 een afbeeldingen met verschillende doden Joden met
de tekst: "What do you mean I don't like any Jews" en/of
- op 15 mei 2018 een afbeelding met de cijfers 14 en 88 en de swastika
met arend;
( art 137e lid 1 ahf/sub 1 alinea Wetboek van Strafrecht )

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Team Grootschalige opsporing, proces-verbaalnummer [nummer] , gesloten d.d. 12 september 2018, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 186 en de niet doorgenummerde bijlagen.
2.Het proces-verbaal van verdenking d.d. 12 juli 2018, pag. 10 tot en met 29.
3.Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 20 juli 2018, pag. 75 tot en met 86 en bijlagen.