Uitspraak
RECHTbANK Limburg
1.Onderzoek van de zaak
[verdachte] en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
Op 10 maart 2020 heeft de rechtbank eerst vonnis gewezen in de strafzaak. Vervolgens is de onderhavige uitspraak gewezen.
2.De vordering van de officier van justitie
3.De beoordeling
4.Het wettelijke voorschrift
5.De beslissing
- stelt het bedrag, waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat, vast op
- legt [verdachte] de verplichting op tot
gijzelingdie met toepassing van artikel 6:6:25 van het Wetboek van Strafvordering ten hoogste kan worden gevorderd op
25 dagen.