Op 24 maart 2020 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die medeplichtig was aan hennepteelt en diefstal van elektriciteit. De verdachte had zijn woning ter beschikking gesteld aan een Turkse jongen, die daar een hennepplantage had opgezet. De verdachte werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. M.F.M. Geeratz. Tijdens de zitting op 10 maart 2020 werd de zaak inhoudelijk behandeld. De officier van justitie vorderde vrijspraak voor de primaire tenlasteleggingen, maar achtte de medeplichtigheid aan de hennepteelt en diefstal van elektriciteit wel bewezen. De verdediging was het eens met de vrijspraak voor de primaire feiten, maar betwistte de medeplichtigheid aan de diefstal van elektriciteit.
De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de medeplichtigheid aan de hennepteelt, maar dat de verdachte wel opzettelijk gelegenheid had geboden tot de diefstal van elektriciteit. De rechtbank achtte bewezen dat de verdachte wist dat zijn woning werd gebruikt voor hennepteelt en dat hij daarmee de kans op illegale elektriciteitsafname had aanvaard. De verdachte werd veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden en een taakstraf van 180 uren. Daarnaast werd de benadeelde partij, [Energiemaatschappij], schadeloosgesteld voor de illegaal afgenomen elektriciteit, met een bedrag van € 2.269,60, vermeerderd met wettelijke rente.