ECLI:NL:RBLIM:2020:2265

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
18 maart 2020
Publicatiedatum
19 maart 2020
Zaaknummer
03.055479.18
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. drs. J.M.A. van Atteveld
  • mr. H.H. Dethmers
  • mr. P.H. Broier
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verkrachting en ontuchtige handelingen in strafzaak tegen verdachte

Op 18 maart 2020 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van verkrachting en ontuchtige handelingen. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 4 maart 2020, waarbij de verdachte en zijn raadsman aanwezig waren. De officier van justitie en de verdediging stelden dat de verdachte vrijgesproken moest worden, omdat de tenlastegelegde feiten niet wettig en overtuigend konden worden bewezen. De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers, die aangifte deden van verkrachting en ontucht, zorgvuldig beoordeeld. De verklaringen waren niet consistent en vertoonden tegenstrijdigheden. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de tenlastegelegde feiten. De verdachte ontkende de beschuldigingen en de rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de slachtoffers niet voldoende steun vonden in andere bewijsmaterialen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten, omdat er geen wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte de feiten had gepleegd. Het vonnis werd uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank, met mr. A.K. Smits als griffier.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer: 03.055479.18
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 18 maart 2020
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
wonende te [adres] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. P.B.A. Acda, advocaat kantoorhoudende te Roermond.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 4 maart 2020. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1 primair:[slachtoffer] heeft verkracht;
Feit 1 subsidiair:ontuchtige handelingen heeft gepleegd met [slachtoffer] ;
Feit 2:ontuchtige handelingen heeft gepleegd met [slachtoffer 2] .

3.De beoordeling van het bewijs

De destijds 17-jarige [slachtoffer] en de 18-jarige [slachtoffer 2] hebben aangifte gedaan van verkrachting en ontucht op 9 april 2017 door de verdachte, zijnde de vader van hun vriendin [naam vriendin] . Hierover heeft de politie uitgebreid met hen gesproken. Ook [naam vriendin] , haar moeder (de ex-vrouw van verdachte) en de begeleidster/vertrouwenspersoon van beide aangeefsters zijn gehoord. De verdachte ontkent stellig de tenlastegelegde feiten.
Zowel de officier van justitie als de raadsman van de verdachte hebben zich op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken, omdat de tenlastegelegde feiten niet wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.
Juridisch kader
Aan de verdachte zijn zedendelicten tenlastegelegd. Een kenmerk van dit soort delicten is dat bij de seksuele handelingen vaak maar twee personen aanwezig zijn: degene die zich als slachtoffer ziet en degene die als dader wordt gezien. Ook in deze zaak is dit het geval.
Dat betekent dat als de verdachte ontkent, hetgeen hier het geval is, er vaak alleen de verklaring van het slachtoffer is als bewijsmateriaal. In de wet, en wel in artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, staat echter dat het bewijs dat een verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan niet mag worden aangenomen op basis van één (getuigen)verklaring. Dit wettelijk voorschrift moet ervoor zorgen dat de rechter een goede bewijsbeslissing neemt, door hem te verbieden het bewijs aan te nemen op de verklaring van één enkele getuige als hetgeen die getuige verklaart niet ondersteund wordt door ander bewijsmateriaal.
De toets die de rechtbank daarmee moet aanbrengen, houdt geen oordeel in over de betrouwbaarheid van de afgelegde verklaringen. Ook al is de verklaring van een aangever nog zo waar, er zal altijd meer bewijs moeten zijn om tot een bewezenverklaring te komen.
Gelet op dit uitgangspunt komt de rechtbank tot de volgende overwegingen.
Ten aanzien van de feiten
Het procesdossier bevat van beide slachtoffers een aangifte en een informatief zedengesprek, waarin zij ieder voor zich verklaren dat de verdachte die nacht de ten laste gelegde handelingen bij hen verricht heeft en wat zij daarover van elkaar gehoord hebben. [slachtoffer 2] verklaart daarnaast over wat zij zelf heeft gehoord over hetgeen [slachtoffer] heeft meegemaakt. De volgende middag hebben aangeefsters hun verhaal aan [naam vriendin] vertelt. Zij verklaren dat er die ochtend een rare sfeer hing en zij het ook moeilijk vonden voor [naam vriendin] om het haar te vertellen, en daarmee daarom tot de middag hebben gewacht. [naam vriendin] heeft die ochtend waargenomen dat aangeefsters afstandelijk en een beetje stilletjes waren. [slachtoffer] en [slachtoffer 2] hebben ook aan hun begeleidster/vertrouwenspersoon verteld wat er gebeurd is, waarbij zij beiden erg emotioneel waren.
De rechtbank constateert echter dat de verklaringen van aangeefsters niet op alle punten consistent zijn en op bepaalde punten tegenstrijdig zijn aan elkaar. Zo verklaren beiden niet eenduidig en consistent over de vraag of [naam vriendin] (die bij [slachtoffer] op de kamer lag) wakker was en wel of niet reageerde, en of zij daarna nog met z’n allen naar beneden zijn geweest. Datzelfde geldt voor beider verklaringen over de situatie dat [slachtoffer 2] bij [slachtoffer] op de kamer kwam en daar samen nog gehuild en gepraat hebben. [naam vriendin] heeft daarover overigens verklaard dat zij niets heeft gemerkt en dat zij zich niet kan voorstellen dat zij niet wakker zou zijn geworden als een dergelijke situatie zich zou hebben voorgedaan. [slachtoffer 2] heeft in haar aangifte verklaard dat zij [naam vriendin] die nacht al hadden verteld wat was gebeurd. Dat komt echter niet overeen met wat zij en [slachtoffer] verder gezamenlijk verklaren over de reden waarom zij het gebeurde pas in de middag aan [naam vriendin] hebben verteld. [slachtoffer] heeft verder ook verklaard dat zij met een broek en string aan onder de dekens lag, dat de verdachte drie keer met zijn vinger op en neer zou zijn gegaan in haar vagina en zij toen direct uit bed stapte en naar de wc ging. [slachtoffer 2] (die in een andere kamer lag) heeft daarover verklaard dat zij een geluid hoorde alsof [slachtoffer] gevingerd werd (“alsof je met een vinger in je mond op en neer gaat”), dat zij [slachtoffer] tussendoor hoorde roepen dat ze dat niet wilde en dat de verdachte op een gegeven moment zei: "Oh lekker." Deze verklaring kan de rechtbank echter niet goed plaatsen in de verklaring van [slachtoffer] .
De rechtbank is daarmee van oordeel dat de verklaringen van beide aangeefsters onderling onvoldoende steun vinden in hun individuele verklaring over hetgeen die nacht bij hen is gebeurd. Op basis van het dossier kan weliswaar niet uitgesloten worden dat er die nacht iets gebeurd is wat indruk op beide aangeefsters heeft gemaakt, maar de rechtbank is er niet van overtuigd geraakt dat het de tenlastegelegde ontuchtige handelingen betreft.
Het opmerkelijke gedrag van de verdachte die avond en nacht is naar het oordeel van de rechtbank daarvoor ook niet voldoende. De verdachte heeft verklaard naakt door het huis gelopen te hebben, terwijl er drie jonge meiden in zijn huis logeren waarvan twee voor hem onbekende vriendinnen van zijn dochter. De verdachte heeft ook erkend dat hij naakt op de slaapkamers is geweest waar de drie vrouwen sliepen. Bovendien heeft hij die dag een grote hoeveelheid sterke drank/alcohol voor hen gekocht zonder enig toezicht op het gebruik daarvan te houden. Dit in de ogen van de rechtbank ongepaste gedrag maakt echter niet dat er voldoende steun is voor de verklaringen van aangeefsters over het tenlastegelegde. Datzelfde geldt voor de (algemene) verklaring van de ex-vrouw van de verdachte over zijn alcoholgebruik en over zijn gedrag als hij alcohol gedronken heeft.
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank daarom van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft gepleegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.

4.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt de verdachte vrij van de onder 1 primair, subsidiair en 2 ten laste gelegde feiten;
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. J.M.A. van Atteveld, voorzitter, mr. H.H. Dethmers,
mr. P.H. Broier, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.K. Smits, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 18 maart 2020.
Buiten staat
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1
hij op of omstreeks 9 april 2017 te Belfeld, in de gemeente Venlo door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , hebbende hij, verdachte, zijn vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] geduwd/gebracht en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte
- terwijl hij naakt was, en/of
- wetende dat die [slachtoffer] onder invloed van alcohol verkeerde, de slaapkamer heeft betreden waar die [slachtoffer] lag te slapen en/of
- naast die [slachtoffer] in bed is aan liggen en/of
- ( vervolgens) onverhoeds de borst(en) van die [slachtoffer] heeft aangeraakt en/of betast en/of
- ( vervolgens) onverhoeds zijn vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] heeft geduwd en/of gebracht en/of
- misbruik heeft gemaakt van het leeftijdsverschil tussen hem, verdachte, en die [slachtoffer] en/of
- misbruik heeft gemaakt van het uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden, dat:
hij op of omstreeks 9 april 2017 te Belfeld, in de gemeente Venlo, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, [slachtoffer] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, hebbende hij, verdachte, de borsten/een borst en/of de benen/een been van die [slachtoffer] gestreeld en/of aangeraakt en/of betast en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte
- terwijl hij naakt was, en/of
- wetende dat die [slachtoffer] onder invloed van alcohol verkeerde, de slaapkamer heeft betreden waar die [slachtoffer] lag te slapen en/of
- ( vervolgens) onverhoeds de borst(en) van die [slachtoffer] heeft aangeraakt en/of betast en/of
- ( vervolgens) onverhoeds de benen/een been van die [slachtoffer] heeft gestreeld en/of aangeraakt en/of betast en/of
- misbruik heeft gemaakt van het leeftijdsverschil tussen hem, verdachte, en die [slachtoffer] en/of
- misbruik heeft gemaakt van het uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht;
2
hij op of omstreeks 9 april 2017 te Belfeld, in de gemeente Venlo, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, hebbende hij, verdachte, de borsten van die [slachtoffer 2] aangeraakt en/of betast en/of over de borsten van
die [slachtoffer 2] gewreven en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte,
- terwijl hij naakt was, en/of
- wetende dat die [slachtoffer 2] onder invloed van alcohol verkeerde, de slaapkamer heeft betreden waar die [slachtoffer 2] lag te slapen en/of
- onverhoeds de armen/een arm en/of schouders/een schouder en/of de borsten van die [slachtoffer 2] heeft aangeraakt en/of betast en/of over de armen/een arm en/of schouders/een schouder en/of de borsten van die [slachtoffer 2] heeft gewreven en/of
- misbruik heeft gemaakt van het leeftijdsverschil tussen hem, verdachte, en die [slachtoffer 2] en/of
- misbruik heeft gemaakt van het uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht;