ECLI:NL:RBLIM:2020:2265
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. drs. J.M.A. van Atteveld
- mr. H.H. Dethmers
- mr. P.H. Broier
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verkrachting en ontuchtige handelingen in strafzaak tegen verdachte
Op 18 maart 2020 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van verkrachting en ontuchtige handelingen. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 4 maart 2020, waarbij de verdachte en zijn raadsman aanwezig waren. De officier van justitie en de verdediging stelden dat de verdachte vrijgesproken moest worden, omdat de tenlastegelegde feiten niet wettig en overtuigend konden worden bewezen. De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers, die aangifte deden van verkrachting en ontucht, zorgvuldig beoordeeld. De verklaringen waren niet consistent en vertoonden tegenstrijdigheden. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de tenlastegelegde feiten. De verdachte ontkende de beschuldigingen en de rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de slachtoffers niet voldoende steun vonden in andere bewijsmaterialen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten, omdat er geen wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte de feiten had gepleegd. Het vonnis werd uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank, met mr. A.K. Smits als griffier.