3.3Het oordeel van de rechtbank
Wie is wie
Voor een goed begrip van deze strafzaak zal de rechtbank allereerst de voorgeschiedenis kort uiteenzetten. De verdachte heeft tot oktober 2018 een relatie gehad met [naam] . De relatie van de verdachte met [ex-vriendin van verdachte] kende vele problemen en de verdachte is op 3 juni 2019 veroordeeld voor mishandeling en vrijheidsberoving van deze [ex-vriendin van verdachte] . Aan de voorwaardelijke gevangenisstraf die hij voor deze feiten heeft gekregen, was onder andere een contactverbod met [ex-vriendin van verdachte] verbonden. Zij is in de weken voor het steekincident een relatie begonnen met het slachtoffer [naam] . De verdachte had inmiddels een relatie met [naam] .
De verdachte heeft verklaard dat hij en zijn nieuwe vriendin door [ex-vriendin van verdachte] werden bestookt met vele berichten via social media en dat [ex-vriendin van verdachte] samen met [slachtoffer] door de straat van zijn vriendin reed. [slachtoffer] op zijn beurt meldt dat [ex-vriendin van verdachte] door de verdachte werd bestookt en bedreigd.
Voorafgaand aan het feit
De verdachte was boos op [ex-vriendin van verdachte] en het slachtoffer en heeft op 18 juli 2019 naar [vriendin van verdachte] berichten gestuurd met de volgende inhoud: “Ik wil hem pakken, vandaag, hij heeft me geblocked. Hij woont nog achter [naam school] .”
Op 25 juli 2019 heeft de verdachte berichten gestuurd aan zijn moeder met de inhoud:
“We hebben ze adress al bijna”, “Ze is een vieze hoer, die probeert jaloers te maken met een jongen wiens vader is overleden en een erfenis heeft” en “maar hem pak ik hoe dan ook hebben morgen al dat addres”.
[slachtoffer] heeft verteld dat zijn vader op 28 juli 2018 is overleden. Hij denkt dat de verdachte hem kent via social media, omdat hij in het verleden meerdere foto's en berichten heeft geplaatst waar hij met zijn opvallende [beschrijving auto] op te zien was.
Van het account ‘ [naam] ’ zijn op enig moment berichten gestuurd met de volgende inhoud: “en fijn dat jeje auto op insta zet met kenteken als ik je zie, ik rij je gelijk klem jongen en dan laat ik je in je broek poepen, al zit je hele auto vol, ik maak je af waar iedereen bij is” en “al joun kanker tsnaden gaan eruit. Ik ga jou alles afpakken en ruineren. Boys van rotje zijn al hier. Dus geen weg terug. Tot zometeen. Zou maar smeken voor je leven”. Screenshots van deze berichten heeft [slachtoffer] aan de politie gemaild. [slachtoffer] en [ex-vriendin van verdachte] hebben tegenover de politie veklaard dat de berichten aan [slachtoffer] waren gestuurd, drie à vier dagen voor 29 juli 2019.
29 juli 2019
Die avond had [slachtoffer] zijn vriendin bij de Musicdome in Kerkrade afgezet en zat hij in zijn auto op de parkeerplaats voor de Musicdome. Hij had geen zin om naar binnen te gaan. In de auto bekeek en postte hij berichten op facebook en instagram. Het raam aan de bestuurderskant stond open. Op een gegeven moment kwam een jongen naar zijn auto toe en gooide een blikje Red Bull op de motorkap van zijn auto. Daarna liep de jongen naar de bestuurderskant van zijn auto. Hij herkende hem van foto’s die [ex-vriendin van verdachte] hem had laten zien. Het was [verdachte] . Deze dook met een arm via het geopende raam naar binnen en stak [slachtoffer] 30 keer. Bij het afweren werd [slachtoffer] in zijn arm en hand gestoken. Toen hij via de bijrijderskant wilde vluchten, werd hij ook in zijn rug gestoken. Het lukte hem uiteindelijk weg te rennen.
De verdachte heeft ter terechtzitting van 2 maart 2020 verklaard dat hij op stap was in de Musicdome in Kerkrade. Hij had flink gedronken en zijn vriendin gebeld om hem te komen ophalen. Hij had die avond zoals altijd, een mes bij zich. Naar zijn zeggen omdat hij zich moet kunnen verdedigen en omdat iedereen tegenwoordig een mes bij zich heeft. Toen hij de Musicdome verliet, zag hij op de parkeerplaats de auto van het slachtoffer staan. Hij liep naar de auto toe, zei niets en stak direct door het geopende raam van het bestuurdersportier met het mes in op [slachtoffer] .
Bij de politie heeft de verdachte verklaard dat hij [slachtoffer] niet kende, maar wel wist dat hij met [ex-vriendin van verdachte] omging en hij kende zijn auto van foto’s op facebook en instagram: [beschrijving auto] . Hij was boos op [ex-vriendin van verdachte] . “Ik heb hem gepakt. Laat ik het zo zeggen. Ik heb hem gewaarschuwd dat hij me niet moest tegen komen. Terugpakken”. Het mes was volgens de verdachte uitgeklapt ongeveer 20 cm lang. In zijn verhoor bij de politie heeft de verdachte eveneens verklaard dat hij wilde dat het stopte, want [ex-vriendin van verdachte] ‘heeft alles kapot gemaakt’.
[vriendin van verdachte] stuurt op de bewuste avond, als zij de verdachte gaat ophalen bij de Musicdome, berichten naar [vriend van verdachte] met de volgende inhoud:
[vriend van verdachte] :
00:31:12 uur: hoelaat moeat jij [verdachte] halen?
[vriendin van verdachte] :
00:31:41 uur: nu.
00:31:47 uur: hij moet nu naar buiten komen
00:32:00 uur: met zn mensen dood maken
(...)
[vriend van verdachte] :
00:38:34 uur: en is die er al?
[vriendin van verdachte] :
00:50:41 uur: jaa hij is bij me.
[vriendin van verdachte] :
00:50:49 uur: is er overstuur ik app je morgrn goed.
[vriend van verdachte] :
00:51:08 uur: Ohjaa is goed, kan die me niet nog even n halve brengen?
[vriendin van verdachte] :
00:52:15 uur: nee gaat niet zo goed met hem nu.
Ook stuurt [vriendin van verdachte] een bericht naar een [vriendin van vriendin van verdachte] met de volgende inhoud:
00:31:34 uur: hij wilt mensen dood maken.
De forensisch geneeskundige heeft op 30 augustus 2019 geconstateerd dat [slachtoffer] 33 littekens heeft met het aspect van littekens van genezen steekverwondingen. Die steekverwondingen heeft hij voor en achter zijn oor, in zijn wang, op het achterhoofd, in zijn nek, in zijn borstkas, in de linkeroksel, linkerarm, linkerschouder en linkerhand en rug. De steekverwondingen hebben onder andere een klaplong, een longbloeding, een gedeeltelijke klaplong, een breuk van het borstbeen, spier- en zenuwletsel in de linkerarm en linkerhand en een levensbedreigende bloeduitstorting in de wand van de aorta veroorzaakt. Intensieve behandeling en operatief ingrijpen was noodzakelijk. Op het moment van het onderzoek was het onduidelijk of er een blijvende functiebeperking zal zijn in de linkerhand. [slachtoffer] heeft tijdens dit onderzoek gemeld dat hij slaapproblemen heeft en last van nachtmerries en herbelevingen.
Tussenconclusie
Uit bovenstaande bewijsmiddelen is af te leiden dat de verdachte [slachtoffer] opzettelijk meermalen met een mes in het bovenlichaam heeft gestoken, waardoor hij levensgevaarlijk gewond is geraakt. Uit de uiterlijke verschijningsvorm van zijn handelen volgt dat hij daarbij het opzet had om [slachtoffer] te doden.
Voorbedachte raad
De vraag die de rechtbank zich vervolgens moet stellen is of er sprake was van een poging tot moord of een poging tot doodslag, met andere woorden of er sprake is geweest van voorbedachte raad.
Voor een bewezenverklaring van het bestanddeel 'voorbedachte raad' moet komen vast te staan dat de verdachte zich gedurende enige tijd heeft kunnen beraden op het te nemen of het genomen besluit en hij niet heeft gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling, zodat hij de gelegenheid heeft gehad na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven. Bij de vraag of sprake is van voorbedachte raad gaat het bij uitstek om een weging en waardering van de omstandigheden van het concrete geval door de rechter, waarbij deze het gewicht moet bepalen van de aanwijzingen die voor of tegen het bewezen verklaren van voorbedachte raad pleiten.
De vaststelling dat de verdachte voldoende tijd had om zich te beraden op het te nemen of het genomen besluit vormt weliswaar een belangrijke objectieve aanwijzing dat met voorbedachte raad is gehandeld, maar behoeft de rechter niet ervan te weerhouden aan contra-indicaties een zwaarder gewicht toe te kennen.
De verdachte heeft verklaard dat de (ongedateerde) berichten, die hiervoor genoemd zijn, wel door hem verzonden zijn, maar dat hij deze lang voordat het feit plaatsvond heeft verstuurd. Het account [naam] ), waar vanaf de berichten zouden zijn verzonden, zou al geruime tijd niet meer bestaan. Bovendien zouden deze berichten niet aan het slachtoffer gericht zijn en geen betrekking hebben op het slachtoffer.
Uit de berichten die in het dossier zijn gevoegd, valt inderdaad niet af te leiden op welke datum deze zijn verzonden. Volgens de politie is dit ook niet meer te achterhalen omdat [slachtoffer] instagram heeft verwijderd en de originele berichten niet meer heeft. Toch acht de rechtbank de stelling van de verdachte, dat ze heel oud zijn, ongeloofwaardig, want pas toen [ex-vriendin van verdachte] een relatie kreeg met het slachtoffer werd ook hij hierin betrokken. Uit de inhoud van de berichten blijkt dat ze zijn gericht aan en gaan over [slachtoffer] , terwijl hij, als vriend van [ex-vriendin van verdachte] , pas sinds kort in beeld was. Dat zegt de verdachte ook zelf: ‘Ik wist net een week van het bestaan van hem af.’
Hieruit concludeert de rechtbank dat deze berichten kort voor 29 juli 2019 - zoals [slachtoffer] en [ex-vriendin van verdachte] bij de politie hebben verklaard - verzonden moeten zijn. Dat ze aan [slachtoffer] zijn gericht, is ook nog af te leiden uit de reactie op het bericht:
‘Ga alsjeblieft naar [vriendin van verdachte] en laat mij en [ex-vriendin van verdachte] met rust.’
Uit de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen kan de rechtbank afleiden dat er in de voorfase en aanloop naar 29 juli 2019 conflicten zijn geweest tussen de verdachte aan de ene kant en zijn ex-vriendin [naam] en later haar vriend [slachtoffer] , aan de andere kant. De verdachte wilde de confrontatie aangaan met [slachtoffer] en hem pakken, zoals uit meerdere berichten en zijn eigen verklaring is af te leiden. Daarbij is ook moeite gedaan het adres van [slachtoffer] te achterhalen. De verdachte is op stap gegaan en heeft een mes meegenomen. Als hij [slachtoffer] in zijn auto ziet zitten, wil hij een einde maken aan het gedoe met [ex-vriendin van verdachte] . Hij loopt vervolgens resoluut en doelgericht met een opengeklapt mes op hem af en steekt meer dan 30 keer zonder ook maar een woord met hem te wisselen. Dit steken gaat door, ook als het slachtoffer probeert uit de auto te vluchten.
Uit deze feiten en omstandigheden leidt de rechtbank af dat de verdachte al voor het steekincident van plan was om [slachtoffer] iets aan te doen en van plan was hem die avond van het leven te beroven. Dat de verdachte in een plotselinge gemoedsopwelling zou hebben gehandeld, is niet gebleken. Hij heeft [slachtoffer] nooit eerder ontmoet en ook die avond geen woord met hem gewisseld. Evenmin is gebleken van andere contra-indicaties die het aannemen van voorbedachte raad in de weg staan.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat de verdachte met voorbedachte raad heeft gehandeld en acht de poging tot moord bewezen.