ECLI:NL:RBLIM:2020:2081
Rechtbank Limburg
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot vernietiging van dwangbevel in het kader van onderbewindstelling en griffierechten
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 10 maart 2020 uitspraak gedaan in een verzoek tot vernietiging van een dwangbevel dat was uitgevaardigd tegen [verzoeker], die onder bewind was gesteld. Het verzoek werd ingediend door E.A.M. Beumer, de bewindvoerder van [verzoeker]. De rechtbank oordeelde dat de griffier van de rechtbank Limburg onzorgvuldig had gehandeld door het dwangbevel enkel aan [verzoeker] te betekenen, zonder ook de bewindvoerder te informeren. Dit leidde tot de conclusie dat het verzet van [verzoeker] ontvankelijk en gegrond was. De rechtbank vernietigde het dwangbevel en gaf de griffier de opdracht om opnieuw tot inning van het griffierecht over te gaan, met de aanbeveling om de griffierechtnota aan de bewindvoerder te sturen. De rechtbank benadrukte dat het onbegrijpelijk was dat de griffier niet ook de bewindvoerder had betrokken bij de communicatie over het griffierecht, gezien de omstandigheden van de onderbewindstelling. De beslissing van de rechtbank was een belangrijke bevestiging van de rechten van de onderbewindgestelde en de rol van de bewindvoerder in dergelijke procedures.