ECLI:NL:RBLIM:2020:1920
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in megazaak Landlord wegens gebrek aan bewijs van valsheid in notariële akte en witwassen
In de strafzaak tegen de verdachte, die werd bijgestaan door mr. J.J.M. Goltstein, heeft de rechtbank Limburg op 9 maart 2020 uitspraak gedaan. De zaak betreft de zogenaamde 'megazaak Landlord', waarin de verdachte werd beschuldigd van het medeplegen van het opnemen van een verkeerde koopprijs in een notariële akte en van witwassen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van beide tenlastegelegde feiten. De zaak heeft een lange voorgeschiedenis, waarbij het openbaar ministerie eerder niet-ontvankelijk werd verklaard, maar het gerechtshof dit vonnis heeft vernietigd en de zaak terug heeft verwezen naar de rechtbank.
De tenlastelegging omvatte twee feiten: het opnemen van een valse koopprijs van 205.000 euro in een notariële akte en het witwassen van een bedrag van 45.000 euro. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte en haar medeverdachte een hogere koopprijs hebben ontvangen dan de in de akte vermelde prijs. De rechtbank concludeerde dat er geen bewijs was dat het bedrag van 45.000 euro afkomstig was van een misdrijf, en dat de verdachte derhalve niet schuldig kon worden bevonden aan de tenlastegelegde feiten.
De rechtbank heeft in haar oordeel de verklaringen van de verdachte en haar medeverdachte meegewogen, evenals de bankgegevens die aantonen dat het geldbedrag afkomstig was van hun verkooptransactie. De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldigingen en heeft de verdachte integraal vrijgesproken.