ECLI:NL:RBLIM:2020:1918
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in megazaak Landlord wegens gebrek aan bewijs van valsheid in notariële akte en witwassen
In de strafzaak tegen de verdachte, die werd bijgestaan door mr. J.J.M. Goltstein, heeft de rechtbank Limburg op 9 maart 2020 uitspraak gedaan. De zaak betreft de zogenaamde 'megazaak Landlord', waarin de verdachte werd beschuldigd van het medeplegen van het opnemen van een verkeerde koopprijs in een notariële akte en van witwassen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van beide tenlastegelegde feiten. De zaak heeft een lange voorgeschiedenis, waarbij het openbaar ministerie eerder niet-ontvankelijk was verklaard, maar het gerechtshof dit vonnis heeft vernietigd en de zaak terug heeft verwezen naar de rechtbank.
De tenlastelegging omvatte twee feiten: het opnemen van een valse koopprijs van 205.000 euro in een notariële akte en het witwassen van een bedrag van 45.000 euro. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte en zijn medeverdachte een hogere koopprijs hadden ontvangen dan in de akte was vermeld. De rechtbank concludeerde dat de verklaringen van de verdachte en zijn medeverdachte, ondersteund door bankgegevens, voldoende waren om aan te tonen dat het geldbedrag van 50.000 euro afkomstig was van hun Nederlandse bankrekening en niet van een illegale bron.
Gelet op het ontbreken van bewijs voor de beschuldigingen heeft de rechtbank de verdachte integraal vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken in de zitting van 9 maart 2020.