In de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1960 en wonende te Heerlen, heeft de rechtbank Limburg op 9 maart 2020 uitspraak gedaan. De zaak betreft de megazaak Landlord, waarin de verdachte werd beschuldigd van het medeplegen van het valselijk opnemen van een verkeerde koopprijs in een notariële akte. De verdachte werd bijgestaan door haar advocaat, mr. A.N.I. Spauwen. De rechtbank heeft eerder, op 11 oktober 2013, het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard, maar dit vonnis werd door het gerechtshof te 's-Hertogenbosch op 12 november 2015 vernietigd en de zaak werd terugverwezen naar de rechtbank.
De rechtbank heeft de zaak inhoudelijk behandeld op meerdere zittingen in november 2019 en op 4 maart 2020 is het onderzoek gesloten. De tenlastelegging houdt in dat de verdachte, al dan niet samen met anderen, in een notariële akte valse opgave heeft gedaan over de koopprijs van een pand aan de [adres 2] te Heerlen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte het pand op 14 oktober 2002 heeft verkocht voor een bedrag van 67.500 euro, terwijl de werkelijke koopprijs hoger was en een deel van de betaling contant zou plaatsvinden.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen heeft verklaard. De verdachte is schuldig bevonden aan het medeplegen van valsheid in een authentieke akte. Echter, gezien de lange duur van de procedure en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, heeft de rechtbank besloten geen straf of maatregel op te leggen. Dit vonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, en is openbaar gemaakt op 9 maart 2020.