Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 720,00
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 13 januari 2020 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de besloten vennootschap Fair Play Centers BV en een werknemer, aangeduid als [verweerder]. De werknemer was sinds 15 maart 2000 in dienst bij Fair Play en vervulde de functie van medewerker amusementscenter. Tijdens een personeelsuitje, dat door Fair Play werd bekostigd, heeft een collega van de werknemer een bonnetje ingediend dat niet betrekking had op de uitgaven van het teamuitje. Dit bonnetje werd ingediend zonder transparantie over de gemaakte afspraken tussen de betrokken collega's. De kantonrechter oordeelde dat het indienen van dit bonnetje, in combinatie met het gebrek aan transparantie, ernstig verwijtbaar was en dat dit een vertrouwensbreuk veroorzaakte die een voortzetting van het dienstverband onmogelijk maakte. De kantonrechter heeft het verzoek van Fair Play om de arbeidsovereenkomst te ontbinden toegewezen, zonder toekenning van een transitievergoeding, en veroordeelde de werknemer in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van werknemers om transparant te zijn over financiële verantwoording en de gevolgen van ernstig verwijtbaar handelen in een arbeidsrelatie.