Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding van 6 december 2019 met elf producties
- de twee door [eiser] nagezonden producties
- de mondelinge behandeling op 19 december 2019 en de tijdens deze mondelinge behandeling overgelegde en door mr. Sijben voorgedragen pleitnota (conclusie van antwoord).
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 75.075,00 wordt geboden op straffe van een dwangsom van € 100,- per dag voor elke dag dat Rubber Resources daarmee in gebreke blijft met een maximum van € 10.000,00. Daarmee zal – neemt de kantonrechter aan – de arbeidsovereenkomst eindigen op een datum die is gelegen na 1 januari 2020. Voor zover er, gelet daarop, nog discussie mocht zijn over de vraag welke rekenregels van toepassing zijn, neemt de kantonrechter tot uitgangspunt dat het overgangsrecht analoog op deze situatie toegepast kan worden. Immers is de onderhavige procedure vóór 1 januari 2020 geëntameerd en deze kan op één lijn worden gesteld met de door de wetgever in het overgangsrecht geregelde gevallen om tot een beëindiging van de arbeidsovereenkomst te komen.
- dagvaarding € 104,42
- griffierecht € 81,00
- salaris gemachtigde