ECLI:NL:RBLIM:2020:1431

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
14 februari 2020
Publicatiedatum
20 februari 2020
Zaaknummer
8230092 AZ VERZ 19-118
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de opzegging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 14 februari 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoekster] en Novo Logistics B.V. [verzoekster] was sinds 21 maart 2019 in dienst bij Novo Logistics op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Op 19 oktober 2019 ontving zij een ontslagbrief van haar werkgever, waarin werd gesteld dat er geen werk meer was en dat het contract ontbonden moest worden. [verzoekster] heeft hiertegen verweer gevoerd en verzocht om vernietiging van de opzegging, terugkeer naar haar werk en betaling van achterstallig salaris.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat [verzoekster] niet heeft ingestemd met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en dat Novo Logistics de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig heeft opgezegd. De rechter oordeelde dat de werkgever niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan en dat er geen schriftelijke instemming van de werknemer was, zoals vereist door de wet. De kantonrechter heeft het verzoek van [verzoekster] tot vernietiging van de opzegging toegewezen en Novo Logistics veroordeeld tot betaling van het verschuldigde salaris en emolumenten, evenals de proceskosten.

De rechter heeft ook bepaald dat Novo Logistics de salarisspecificaties aan [verzoekster] moet verstrekken en dat er een dwangsom van toepassing is bij niet-naleving. De uitspraak benadrukt de verplichtingen van werkgevers bij het beëindigen van arbeidsovereenkomsten en de noodzaak van schriftelijke instemming van de werknemer.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 8230092 AZ VERZ 19-118
Beschikking van de kantonrechter van 14 februari 2020
in de zaak van:
[verzoekster] ,
wonend aan de [adres] ,
[woonplaats] ,
verzoekende partij,
gemachtigde mr. J.H.A. Nieste,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NOVO LOGISTICS BV,
gevestigd te Sittard,
verwerende partij.
vertegenwoordigd door [naam directeur] , directeur Novo Logistics B.V.
Partijen zullen hierna [verzoekster] en Novo Logistics worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het op 18 december 2019 ter griffie ontvangen verzoekschrift ex artikel 7:681 BW met inbegrip van een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening ex artikel 223 Rv
  • de mondelinge behandeling d.d. 21 januari 2020 en 6 februari 2020.
1.2.
Ten slotte is beschikking bepaald.

2.De feiten

2.1.
[verzoekster] was sedert 21 maart 2019 in dienst bij Novo Logistics op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tot en met 31 maart 2020 met een arbeidsomvang van 40 uur per week, in de functie van pakketbezorgster tegen een loon van laatstelijk
€ 2.055,73 bruto per maand exclusief emolumenten.
2.2.
Op 19 oktober 2019 ontvangt [verzoekster] een ontslagbrief waarin onder meer staat:
“Gezien er geen werk meer is ben ik genoodzaakt om je contract te ontbinden. Ik heb geen werk meer en ook niet de mogelijkheid om je salaris te betalen (…).”
2.3.
Bij brief van 7 november en 3 december 2019 heeft de gemachtigde van [verzoekster] een voorstel gedaan om het geschil in der minne te regelen dan wel over te gaan tot het indienen van een verzoekschrift ex artikel 7:681 BW waarbij [verzoekster] tevens aanspraak maakt op een billijke vergoeding.
2.4.
Bij e-mail van 5 december 2019 stuurt Novo Logistics het volgende bericht:
“(…) Mijn alle routes, dus ook die van mevrouw [verzoekster] , is weggevallen. Al het werk wat ik had is weg. Behalve mevrouw [verzoekster] , waren er nog 16 personen werkzaam bij Novo Logistics.
Toen is iedereen medegedeeld dat de routes zijn weg waardoor er geen werk meer is. Ook is er toen iedereen voorgesteld, degene die dat wil, kan zijn werk blijven doen, zelfde route rijden, alleen onder een andere werkgever, want zij nemen het werk over en zijn ook bereid om personeel over te nemen.
Sommige van de medewerkers hebben geaccepteerd en zijn met hun werk meegegaan naar andere werkgever. En sommige hebben aangegeven dat ze toch iets anders willen doen.
Ook mevrouw [verzoekster] is er voorgesteld dat ze haar werk, haar route kan blijven rijden, alleen onder de nieuwe werkgever, want ze hebben nu die route gekregen.
Toen heeft mevrouw [verzoekster] mij volgende gezegd: nee ik wil niet bij een andere werkgever, ik ga uitkering aanvragen. Als je mij een ontslagbrief geeft, dan ga ik hiermee naar UWV. Alle medewerkers hebben ontslagbrief gehad. Alleen sommige medewerkers die echt hun baan wilde behouden, hebben dat ook gedaan zonder probleem, alleen mevrouw [verzoekster] wilde per se dat niet doen, want ze wilde niet meer werken, ze wilde graag van uitkering genieten. Is haar eigen keuze geweest, want haar is mogelijkheid aangeboden om haar baan te behouden! Nu komt ze naar u, alsof ik haar zonder reden heb ontslagen en ze had nog een contract tot volgende jaar. We hadden medewerkers met vaste contracten en niemand heeft er probleem van gemaakt.
Nu is mijn vraag aan u? Waarom heeft zij alles geweigerd met de hoop voor een uitkering?”

3.Het geschil

3.1.
[verzoekster] verzoekt - kort weergegeven - vernietiging van de opzegging van Novo Logistics d.d. 19 oktober 2019, toelating tot haar reguliere werkzaamheden, betaling van het verschuldigde salaris ad € 250,- netto en doorbetaling van het loon en emolumenten met overige nevenvorderingen (verstrekken loonspecificaties op straffe van een dwangsom, wettelijke verhoging en wettelijke rente) en bij wege van provisionele voorziening ex artikel 223 Rv doorbetaling van loon en emolumenten vanaf 19 oktober 2019 met nevenvorderingen (verstrekken loonspecificaties op straffe van een dwangsom, wettelijke verhoging en wettelijke rente). Voor zover de voorlopige voorziening in het incident geen doorgang vindt, verzoekt [verzoekster] doorbetaling van loon en emolumenten met nevenvorderingen (verstrekken loonspecificaties op straffe van een dwangsom, wettelijke verhoging en wettelijke rente). [verzoekster] verzoekt tot slot in het incident en in de hoofdzaak Novo Logistics te veroordelen tot betaling van de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente.
3.2.
Novo Logistics voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover relevant, nader ingegaan worden.

4.De beoordeling

4.1.
[verzoekster] heeft de onderhavige verzoeken tijdig ingediend, omdat deze zijn ontvangen binnen de wettelijk voorgeschreven termijn van twee maanden na de dag waarop de arbeidsovereenkomst door Novo Logistics is beëindigd.
4.2.
Het geschil van partijen betreft de vraag of [verzoekster] heeft ingestemd met de opzegging van de arbeidsovereenkomst zoals gesteld door Novo Logistics, dan wel of Novo Logistics de arbeidsovereenkomst met [verzoekster] rechtsgeldig heeft opgezegd.
4.3.
Wat betreft de vraag van al of niet instemming: Novo Logistics stelt ter zitting van 6 februari 2020 dat zij aan [verzoekster] heeft aangeboden om onder dezelfde voorwaarden over te gaan naar een andere werkgever waar [verzoekster] dezelfde route zou kunnen blijven behouden ten behoeve van het bezorgen van pakketten. Novo Logistics stelt dat [verzoekster] dit aanbod heeft geweigerd en dat zij liever met een ontslagbrief bij het UWV een uitkering wilde aanvragen. [verzoekster] heeft dit gemotiveerd betwist.
4.4.
Naar het oordeel van de kantonrechter is allereerst niet aannemelijk geworden dat [verzoekster] zo’n kant en klaar en onvoorwaardelijk aanbod heeft gehad en heeft geweigerd. En indien al zo’n aanbod werd gedaan, stond het [verzoekster] overigens vrij om dat aanbod naast zich neer te leggen. Novo Logistics had toen de arbeidsovereenkomst met [verzoekster] alsnog rechtsgeldig kunnen en moeten opzeggen/laten ontbinden door de kantonrechter.
4.5.
Voor zover Novo Logistics zich op het standpunt stelt dat [verzoekster] heeft ingestemd met haar ontslag, gaat de kantonrechter daarin ook niet mee. Zo’n instemming behoort allereerst volgens huidig recht schriftelijk te worden vastgelegd, en dat is niet gebeurd. Ten overvloede wijst de kantonrechter er ook nog op dat van een goed werkgever in zo’n situatie wordt verlangd dat hij (a) onderzoekt of de werknemer wel weet wat hij doet en de gevolgen van zijn handelen begrijpt en overziet en dat hij (b) de werknemer informeert over de mogelijk nadelige gevolgen van zijn handelwijze, bijvoorbeeld dat werknemer geen recht zal hebben op een uitkering op grond van de WW. Het staat vast - ter zitting van 6 februari 2020 heeft Novo Logistics dat ook erkend - dat zij die verplichtingen die bij goed werkgeverschap horen, jegens haar werknemer [verzoekster] niet is nagekomen. Voor zover Novo Logistics niet wist van die verplichtingen, komt dat voor haar risico.
4.6.
Novo Logistics heeft de arbeidsovereenkomst met [verzoekster] ook niet rechtsgeldig opgezegd. Ingevolge artikel 7:671 BW kan de werkgever de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig opzeggen zonder schriftelijke instemming van de werknemer, tenzij zich een van de omstandigheden als genoemd in lid 1 voordoen.
4.7.
Vast staat al - dat kwam hiervoor al aan de orde - dat [verzoekster] niet heeft ingestemd met beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Daarnaast is niet gebleken van een van de uitzonderingsgevallen als aangegeven in lid 1 onder a) tot en met h) van artikel 7:671 BW. Een en ander is tijdens de mondelinge behandeling ook door Novo Logistics erkend. Novo Logistics heeft immers nagelaten voor de opzegging van de arbeidsovereenkomst bijvoorbeeld - omdat “het ontslag” te maken had met bedrijfseconomische redenen - toestemming te vragen en te verkrijgen van het UWV, wat ook een manier was geweest om de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig op te zeggen. Het is allemaal niet gebeurd.
4.8.
Het verzoek van [verzoekster] tot vernietiging van de opzegging en toelating tot de werkvloer teneinde de gebruikelijke werkzaamheden te verrichten zal dan ook worden toegewezen. Er is immers sprake van een opzegging in strijd met artikel 7:671 BW, zodat er grond is om toepassing te geven aan artikel 7:681 lid 1 BW.
4.9.
Doordat de opzegging wordt vernietigd is de arbeidsovereenkomst onverkort blijven voortduren. Novo Logistics is daarom gehouden tot betaling van het overeengekomen salaris van € 2.055,73 bruto per maand vermeerderd met alle emolumenten, waaronder vakantietoeslag, vanaf 19 oktober 2019 tot en met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege op 31 maart 2020 dan wel totdat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig wordt beëindigd, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van opeisbaarheid tot de dag van algehele voldoening.
4.10.
De kantonrechter acht de gevorderde wettelijke verhoging van 50% eveneens toewijsbaar en ziet geen aanleiding om deze verhoging te beperken.
4.11.
Novo Logistics heeft niet betwist dat zij een bedrag van € 1.857,12 heeft overgemaakt aan [verzoekster] in plaats van € 2.107,12 op grond van de overgelegde salarisspecificatie (productie 2 bij verzoekschrift), waardoor het gevorderde salaris van
€ 250,- netto zal worden toegewezen.
4.12.
[verzoekster] verzoekt om Novo Logistics te veroordelen om aan haar salarisspecificaties te verstrekken vanaf 19 oktober 2019 waarin de hiervoor genoemde bedragen zijn verwerkt. Dit verzoek zal als onweersproken worden toegewezen. De termijn zal gesteld worden op twee weken nadat deze beschikking is gewezen. De te verbeuren dwangsom zal vastgesteld worden op € 50,- per dag en gemaximeerd worden op een totaalbedrag van € 1.000,-.
4.13.
Omdat in deze beschikking al een eindbeslissing wordt gegeven op verzoek van [verzoekster] is er geen reden meer om met toepassing van artikel 223 Rv een voorlopige voorziening te treffen.
4.14.
Novo Logistics zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld tot betaling van de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van [verzoekster] worden begroot op:
- griffierecht € 81,00
- gemachtigde salaris €
720,00(3 punt x € 240,00)
Totaal € 801,00
4.15.
De verzochte wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen op de wijze zoals hierna vermeld.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
vernietigt de door Novo Logistics bij brief van 19 oktober 2019 gedane opzegging van de arbeidsovereenkomst per 19 oktober 2019,
5.2.
wijst het verzoek van [verzoekster] tot toelating tot de werkvloer teneinde de gebruikelijke werkzaamheden te verrichten toe,
5.3.
veroordeelt Novo Logistics tot betaling aan [verzoekster] van het bedrag van € 2.055,73 bruto per maand vermeerderd met alle emolumenten, waaronder vakantietoeslag, vanaf
19 oktober 2019 tot aan de dag dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig eindigt, te vermeerderen met de wettelijke verhoging van 50% en het geheel (de optelsom) nog te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag dat die bedragen verschuldigd zijn tot de dag van algehele voldoening,
5.4.
veroordeelt Novo Logistics tot betaling aan [verzoekster] van het salaris ten bedrage van € 250,- netto,
5.5.
veroordeelt Novo Logistics om aan [verzoekster] binnen twee weken na deze beschikking te verstrekken de salarisspecificaties vanaf 19 oktober 2019, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 50,- per dag dat Novo Logistics in gebreke blijft daaraan te voldoen tot een maximum van € 1.000,-,
5.6.
veroordeelt Novo Logistics tot betaling van de proceskosten, die aan de zijde van [verzoekster] zijn begroot op € 801,-, bij gebreke van betaling binnen veertien dagen na de betekening van deze beschikking te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na die betekening tot de dag van volledige betaling,
5.7.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
5.8.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. P. Hoekstra en is in het openbaar uitgesproken.
Type: LS