ECLI:NL:RBLIM:2020:10630

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
25 september 2020
Publicatiedatum
23 februari 2021
Zaaknummer
C 03\ 282878 HA RK 20-202
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van rechter in bestuursrechtelijke procedure wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid

Op 25 september 2020 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Limburg in Roermond een beslissing genomen over een wrakingsverzoek dat was ingediend door een verzoeker op 16 september 2020. Het verzoek was gericht tegen mr. F.A.G.M. Vluggen, de rechter die op 7 september 2020 een uitspraak had gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek tot wraking is ingediend na de einduitspraak in de hoofdzaak, wat in strijd is met artikel 9.1 van het wrakingsprotocol van de rechtbank Limburg. Dit protocol bepaalt dat een verzoek tot wraking wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid zonder behandeling ter zitting kan worden afgewezen indien het verzoek na de einduitspraak is ingediend. Gezien deze omstandigheden heeft de wrakingskamer besloten het verzoek tot wraking af te wijzen wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Roermond
Wrakingskamer
Zaaknummer: C 03\ 282878 HA RK 20-202
Beslissing van de meervoudige kamer belast met de behandeling van wrakingszaken van 25 september 2020
in de zaak van:

[verzoeker] ,

wonende te [woonplaats] , [adres] ,
hierna te noemen: verzoeker,
indiener van een verzoek dat strekt tot wraking van mr. F.A.G.M. Vluggen,
rechter in de rechtbank Limburg (hierna ook te noemen: de rechter).
De rechter heeft niet in het wrakingsverzoek berust.

De beoordeling van het verzoek

De wrakingskamer stelt vast dat het onderhavige verzoek is ingediend op 16 september 2020. Het verzoek heeft betrekking op een bestuursrechtelijke procedure, waarin de rechter op 7 september 2020 uitspraak heeft gedaan.
In artikel 9.1, aanhef en onder c, van het wrakingsprotocol van de rechtbank Limburg, vastgesteld door het bestuur van de Rechtbank Limburg bij besluit van 15 november 2017, is bepaald dat de wrakingskamer een verzoek tot wraking wegens kennelijke niet ontvankelijkheid zonder behandeling ter zitting aanstonds kan afwijzen, indien het verzoek is ingediend na het tijdstip waarop in de hoofdzaak einduitspraak is of wordt gedaan.
Nu het verzoek is ingediend op een tijdstip gelegen nadat in de hoofdzaak een einduitspraak is gewezen, zal de wrakingskamer het verzoek wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid afwijzen.

De beslissing

De wrakingskamer:
wijst het verzoek wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid af.
Deze beslissing is gegeven door mr. R.M.M. Kleijkers, voorzitter, mr. R.A.J. van Leeuwen en mr. J.W. Rijksen, leden, en in tegenwoordigheid van de griffier P.J.C. Hendriks in het openbaar uitgesproken op 25\ september 2020.
type: ph
Tegen deze beslissing staat geen gewoon rechtsmiddel open.