Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
eiseres, hierna te noemen de vrouw,
advocaat mr. M.P.M. Hogervorst, gevestigd te Maastricht (toevoeging);
gedaagde, hierna te noemen de man,
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg op 23 december 2020 een kort gedingvonnis gewezen in een geschil tussen een vrouw en een man die een affectieve relatie hebben gehad. De vrouw, eiseres, heeft de man, gedaagde, verzocht de woning te verlaten, omdat hij onrechtmatig in de woning verblijft en er sprake is van verbale agressie en spanningen die onveiligheid voor de minderjarige dochter van de vrouw veroorzaken. De vrouw heeft tijdelijk de woning verlaten met haar dochter en verblijft bij een vriendin. De man heeft geweigerd de woning te verlaten, ondanks herhaalde verzoeken van de vrouw.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de vrouw de enige huurder van de woning is en dat de man geen recht heeft om daar te verblijven. Er is sprake van een spoedeisend belang, gezien de onveilige situatie voor de vrouw en haar dochter. De voorzieningenrechter heeft de vordering van de vrouw toegewezen en de man bevolen de woning binnen 24 uur te verlaten, met een dwangsom van € 250,- per dag voor iedere dag dat hij niet voldoet aan deze veroordeling, tot een maximum van € 7.500,-. De kosten van de procedure zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.