Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 25 november 2019, met producties,
- de conclusie van antwoord, met productie,
- het vonnis van 26 februari 2020 waarbij mondelinge behandeling is bevolen,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 26 augustus 2020.
2.De feiten
Nadrukkelijk is aan de verkopende partij gevraagd of er bouwkundige gebreken bekend zijn die mogelijk visueel niet waargenomen kunnen worden. Hierop is bevestigend gereageerd. De genoemde gebreken worden hierna kort benoemd en komen in de verdere inspectie uitgebreid aan de orde.
:) Voor reparatie Waprof wel.
Lozing regenwater.
3.Het geschil
primair: [gedaagden] hoofdelijk, dat de een betalende de ander daarvan zal zijn bevrijd, veroordeelt tot betaling van een vervangende schadevergoeding ad € 128.803,40 inclusief BTW, binnen 14 dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 april 2018 althans vanaf een datum die de Rechtbank in goede justitie voorkomt, tot de dag der algehele voldoening;
4.De beoordeling
Hebben [gedaagden] de informatieplicht geschonden?
€ 1.599,00 aan griffierecht en € 3.414,00 aan salaris advocaat (2 punten tarief V).