Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De stukken
- de vordering van de officier van justitie in het arrondissement Limburg van 29 oktober 2020;
- het verlengingsadvies van 20 oktober 2020 van A. de Jong, behandelcoördinator en
- het rapport naar aanleiding van het psychologisch onderzoek Pro Justitia van B. van Giessen, klinisch psycholoog d.d. 9 april 2020;
- het rapport naar aanleiding van het psychiatrisch onderzoek Pro Justitia van H.T.J. Boerboom, psychiater, d.d. 20 april 2020;
- het rapport second opinion Pro Justitia van E. Vermetten, kolonel-arts en psychiater en L.E.E. Ligthart, klinisch psycholoog en klinisch neuropsycholoog, d.d. 9 maart 2020;
- de wettelijke aantekeningen over de periode van 3 maart 2020 tot en met 26 oktober 2020;
- de beslissing van de rechtbank Limburg van 7 juli 2020 waarbij de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege voor één jaar is verlengd;
- het vonnis van de (toenmalige) rechtbank Maastricht d.d. 22 juli 2004 in de strafzaak tegen [verdachte] met bovenvermeld parketnummer;
- het arrest van gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 31 januari 2005 in de strafzaak tegen [verdachte] met parketnummer 20/003004-04.
2.De procesgang
3.Het standpunt van de inrichting
4.Het standpunt van de rapporterend klinisch psycholoog
5.Het standpunt van de rapporterend psychiater
Betrokkene heeft behoefte aan vervolgstappen en geeft aan dat hij weinig twijfels heeft over zijn toekomst. Sinds april/mei 2019 heeft hij contact met een begeleider van AFPN, maar dit ligt momenteel stil, omdat transmuraal verlof afgewezen werd.
Als er geen sprake is van een voorwaardelijke beëindiging dan zou betrokkene via transmuraal verlof naar een eigen woning willen. Hij is het met de kliniek eens dat de transmurale verblijven net buiten de kliniek niet geïndiceerd zijn voor hem.”
6.Het standpunt van de reclassering
7.Het standpunt van de officier van justitie
8.Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman
9.De beoordeling
10.De beslissing
verlengtde termijn gedurende welke [verdachte] ter beschikking is gesteld met verpleging van overheidswege met
één jaar.