8.3In artikel 17 van de AVG is het recht op gegevenswissing neergelegd. Ingevolge het eerste lid is de verwerkingsverantwoordelijke verplicht persoonsgegevens zonder onredelijke vertraging te wissen als één van de onder a tot en met f genoemde gevallen van toepassing is. Ingevolge het derde lid, aanhef en onder b, van artikel 17 van de AVG is het eerste lid niet van toepassing voor zover de verwerking nodig is voor het vervullen van een taak van algemeen belang.
Om welke persoonsgegevens gaat het in deze procedure?
9. De rechtbank moet in deze procedure beoordelen of verweerder terecht heeft besloten eiser niet van de Top X-lijst te verwijderen. Gelet op artikel 36 van de Wbp en het thans toepasselijk wettelijk kader gaat de rechtbank ervan uit dat eiser, omdat hij van de Top X-lijst verwijderd wil worden, bedoeld heeft te vragen al zijn persoonsgegevens te wissen die in verband met zijn plaatsing op de Top X-lijst binnen het Veiligheidshuis worden verwerkt. Hiervan uitgaande en gehoord één van de gemachtigden van verweerder ter zitting dat een daadwerkelijk (zwarte) lijst niet bestaat, maar dat het om een Top X-prioritering gaat, zal de rechtbank het besluit zo opvatten dat verweerder weigert de persoonsgegevens van eiser te wissen die in het kader van zijn Top X-prioritering binnen het Veiligheidshuis op grond van de AVG worden verwerkt. De rechtbank verwijst voor de betreffende persoonsgegevens naar het besluit van 13 oktober 2017 op het inzageverzoek, het besluit op bezwaar van 8 maart 2018 (2) en de al genoemde uitspraak van de Afdeling van 25 maart 2020.
Is verweerder de verantwoordelijk voor de verwerking van deze persoonsgegevens?
10. Uit voornoemde uitspraak van de Afdeling van 25 maart 2020 blijkt dat de Afdeling zich de vraag heeft gesteld of verweerder verwerkingsverantwoordelijke is, als bedoeld in de AVG, voor de verwerking van persoonsgegevens van eiser binnen het Veiligheidshuis in verband met zijn Top X-prioritering. De Afdeling heeft verwezen naar artikel 8.1. van het Convenant, waarin is bepaald dat het college van burgemeester en wethouders eindverantwoordelijke is voor verwerking van gegevens voor zover deze ter beschikking komen binnen het Veiligheidshuis en de samenwerking op basis van het Convenant, en naar artikel 8.2. van het Convenant, waarin is bepaald dat het college zorgt voor betrouwbare en veilige informatieverstrekking. Onder verwijzing naar de door verweerder ter zitting gegeven toelichting, dat hij voor het college deze taken uitoefent als deze taken gegevens betreffen die met de handhaving van de openbare orde van doen hebben, acht de Afdeling deze taakverdeling binnen het college, gelet op de verantwoordelijkheid van verweerder voor de handhaving van de openbare orde, juist en verweerder bevoegd om op het inzageverzoek van eiser te beslissen en dus verwerkingsverantwoordelijke, als bedoeld in de AVG, voor de verwerking van persoonsgegevens van eiser binnen het Veiligheidshuis in verband met zijn Top X-prioritering.
Was verweerder verplicht deze persoonsgegevens van eiser te wissen?
11. De verwerkingsverantwoordelijke, in dit geval verweerder dus, is ingevolge het derde lid, aanhef en onder b, van artikel 17 van de AVG niet verplicht persoonsgegevens die worden verwerkt te wissen als de verwerking nodig is voor het vervullen van een taak van algemeen belang.