ECLI:NL:RBLIM:2020:10185

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
16 december 2020
Publicatiedatum
21 december 2020
Zaaknummer
C/03/282692 / HA ZA 20-468
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident over niet-ontvankelijkheid in civiele procedure tussen ALX Metall en Frerotech B.V.

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Limburg, is op 16 december 2020 een vonnis in incident gewezen. De zaak betreft een geschil tussen de vennootschap naar Duits recht ALX Metall, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.J.F. van den Berg, en de besloten vennootschap Frerotech B.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. A.M. Holmes. ALX vordert in de hoofdzaak ontbinding van een overeenkomst en betaling van een bedrag van € 25.508,74, terwijl Frerotech in het incident een exceptie van niet-ontvankelijkheid heeft ingediend, stellende dat ALX de verkeerde partij heeft gedagvaard. De rechtbank heeft de exceptie van Frerotech afgewezen, oordelend dat de vordering van ALX ontvankelijk is. De rechtbank heeft Frerotech veroordeeld in de proceskosten van het incident, begroot op € 543,00. Tevens is een mondelinge behandeling in de hoofdzaak bepaald op 19 maart 2021, waarbij partijen de gelegenheid krijgen hun standpunten nader toe te lichten en te onderzoeken of een minnelijke regeling mogelijk is. De rechtbank heeft benadrukt dat partijen vertegenwoordigd moeten zijn door iemand die van de zaak op de hoogte is en bevoegd is om hen te vertegenwoordigen. De beslissing in het incident is openbaar uitgesproken op 16 december 2020.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/282692 / HA ZA 20-468
Vonnis in incident van 16 december 2020
in de zaak van
de vennootschap naar Duits recht
ALX METALL, VERPACKUNGSTECHNIK DIPL.-ING. ALEXANDER JOSEK GMBH,
gevestigd te (36358) Herbstein (Duitsland),
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. M.J.F. van den Berg te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FREROTECH B.V.,
gevestigd te Elsloo,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. A.M. Holmes te Maastricht.
Partijen zullen hierna ALX en Frerotech genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 7 september 2020 met producties 1-7
  • de exceptie van niet ontvankelijkheid, conclusie van antwoord met producties 1-47
  • het antwoord in incident met producties 1-3.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De vordering in de hoofdzaak

2.1.
ALX vordert in de hoofdzaak – voor zover hier van belang – dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
de overeenkomst tussen partijen, betreffende de bestelling van ALX bij Frerotech van 15 april 2016 van het gereedschap genaamd de AP7 Hamburger Box tool ontbindt;
Frerotech veroordeelt tot betaling van een bedrag ad € 25.508,74.
Frerotech veroordeelt in de proceskosten.
2.2.
Aan die vorderingen legt ALX, voor zover in het incident van belang, het volgende ten grondslag. ALX heeft in april 2016 een thermavorm gereedschap (hierna: gereedschap, het betreft gereedschap waarmee verpakkingsplastic wordt ver-/bewerkt) besteld bij Frerotech. Kort nadat ALX voor die bestelling een aanbetaling ad € 23.200,- exclusief BTW aan Frerotech heeft voldaan, is een grote brand uitgebroken die de hele fabriek van ALX heeft verwoest. Als gevolg van deze overmachtsituatie hebben partijen jarenlang geen uitvoering gegeven aan de overeenkomst. In de tussentijd is Europese milieuregelgeving op het gebied van plastic voor verpakkingen in werking getreden op grond waarvan verpakkingen die het gereedschap verwerkt niet meer in de handel mogen worden gebracht. Daardoor is uitvoering van de overeenkomst definitief zinloos geworden. ALX stelt zich op het standpunt dat ALX gerechtigd is de overeenkomst te ontbinden en dat Frerotech voor de productie van het gereedschap geen kosten heeft gemaakt, waardoor in ieder geval een groot deel van de aanbetaling aan ALX terug moet worden betaald.

3.Het geschil in het incident

3.1.
Frerotech is van mening dat ALX de verkeerde procespartij heeft gedagvaard. ALX heeft zaken gedaan met FRT Tooling BV voor wat betreft de financiële kant van de overeenkomst en niet met Frerotech. Er bestaan onvoldoende aanknopingspunten om te veronderstellen dat de factuur door Frerotech is verstuurd aan ALX. Frerotech en FRT Tooling BV zijn juridisch niet aan elkaar gelinkt. Frerotech vordert dat de rechtbank ALX niet ontvankelijk verklaart en ALX veroordeelt in de kosten.
3.2.
ALX stelt zich op het standpunt dat Frerotech aan haar incidentele vordering een inhoudelijk/materieel verweer ten grondslag heeft gelegd. ALX concludeert tot afwijzing van de vordering van Frerotech in het incident, met veroordeling van Frerotech in de kosten in incident, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling in het incident

4.1.
De stelling van Frerotech dat ALX geen zaken heeft gedaan met Frerotech, maar met FRT Tooling BV betreft een verweer ten principale. De incidentele vordering tot niet-ontvankelijkverklaring van ALX in haar vorderingen tegen Frerotech wordt daarom afgewezen.
4.2.
Frerotech zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van ALX tot op heden worden begroot op € 543,00 (1x tarief II, onbepaalde waarde).

5.De beoordeling in de hoofdzaak

5.1.
Het oordeel in het incident brengt mee dat de hoofdzaak zal worden behandeld. De rechtbank zal een mondelinge behandeling bevelen om inlichtingen over de zaak te vragen, partijen gelegenheid te geven hun stellingen nader te onderbouwen en om te onderzoeken of partijen het op een of meer punten met elkaar eens kunnen worden.
5.2.
Partijen dienen daarbij vertegenwoordigd te zijn door iemand die van de zaak op de hoogte is en hetzij rechtens hetzij op grond van een bijzondere schriftelijke volmacht bevoegd is haar te vertegenwoordigen.
5.3.
De rechtbank wijst erop dat zij uit een niet verschijnen van een partij ter mondelinge behandeling de gevolgtrekkingen - ook in het nadeel van die partij - kan maken die zij geraden zal achten.
5.4.
In beginsel wordt ter mondelinge behandeling aan de raadslieden van partijen de gelegenheid geboden de juridische standpunten van partijen nader toe te lichten met een maximale duur van 15 minuten. Daarbij mag gebruik worden gemaakt van beknopte spreekaantekeningen. Uitgebreide mondelinge en schriftelijke uiteenzettingen zullen echter niet worden toegestaan.
5.5.
Op de mondelinge behandeling zal, eventueel aan de hand van een voorlopig oordeel over de zaak, worden nagegaan hoe de verdere gang van de procedure moet zijn. Daarbij kan ook de mogelijkheid van een schikking of inschakeling van een mediator aan de orde komen. De zitting eindigt met een aantal formaliteiten.
5.6.
Elke andere beslissing in de hoofdzaak wordt aangehouden.

6.De beslissing

De rechtbank
in het incident
6.1.
wijst het gevorderde af,
6.2.
veroordeelt Frerotech in de kosten van het incident, aan de zijde van ALX tot op heden begroot op € 543,00,
6.3.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in de hoofdzaak
6.4.
beveelt een verschijning van partijen, bijgestaan door hun advocaten, voor het geven van inlichtingen, het nader onderbouwen van hun stellingen en ter beproeving van een minnelijke regeling op de terechtzitting van mr. M. Driever in het gerechtsgebouw te Maastricht aan het St. Annadal 1 op
vrijdag 19 maart 2021 om 13:30 uur,
6.5.
bepaalt dat de partijen dan vertegenwoordigd moeten zijn door iemand die van de zaak op de hoogte is en hetzij rechtens hetzij op grond van een bijzondere schriftelijke volmacht bevoegd is haar te vertegenwoordigen,
6.6.
bepaalt dat de partij die op genoemd tijdstip niet kan verschijnen,
binnen twee wekenna de datum van dit vonnis schriftelijk en gemotiveerd aan de rechtbank ter attentie van de roladministratie van het team burgerlijk recht - om een nadere dag- en uurbepaling dient te vragen onder opgave van de verhinderdata van alle partijen in de drie maanden volgend op het uitstelverzoek.
6.7.
houdt iedere andere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Driever en in het openbaar uitgesproken op 16 december 2020. [1]

Voetnoten

1.type: MD