3.1.Duisburger Hafen vordert na wijziging van eis, dat de rechtbank bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
a. voor recht verklaart dat de Provincie en/of TPN en/of Ontwikkelbedrijf Greenport Venlo gehouden was/waren om voor het gunnen van de (wezenlijk gewijzigde) concessie een aanbesteding te organiseren, althans passende mate van openbaarheid te hanteren en de gewijzigde concessie voor mededinging open te stellen;
b. voor recht verklaart dat de Provincie en/of TPN en/of Ontwikkelbedrijf Greenport Venlo onrechtmatig heeft/hebben gehandeld jegens Duisburger Hafen door de (wezenlijk gewijzigde) concessie zonder vorm van mededinging aan Cabooter te gunnen;
c. voorwaardelijk, voor het geval Ontwikkelbedrijf Greenport Venlo de aangrenzende gronden in erfpacht heeft uitgegeven, voor recht verklaart dat Ontwikkelbedrijf Greenport Venlo gehouden was om voor de daardoor wezenlijk gewijzigde concessieopdracht een nieuwe aanbesteding te organiseren;
d. voorwaardelijk, voor het geval Ontwikkelbedrijf Greenport Venlo de aangrenzende gronden in erfpacht heeft uitgegeven, voor recht verklaart dat Ontwikkelbedrijf Greenport Venlo onrechtmatig heeft gehandeld jegens Duisburger Hafen door de hierdoor gewijzigde concessie zonder aanbesteding aan Cabooter te gunnen;
e. voor recht verklaart dat het verstrekken van de overeengekomen eeuwigdurende erfpacht en daarmee eeuwigdurende concessie door de Provincie en/of TPN en/of Ontwikkelbedrijf Greenport Venlo aan Cabooter, onevenredig lang is;
f. voor recht verklaart dat het verstrekken van de eeuwigdurende concessie aan Cabooter onrechtmatig is;
g. elk van Gedaagden, althans de Provincie en/of TPN en/of Ontwikkelbedrijf Greenport Venlo en/of Cabooter, verbiedt, eventueel met in achtneming van een redelijke termijn, nog langer uitvoering te geven aan de gesloten overeenkomsten ter zake de concessie;
h. voor recht verklaart dat overeenkomsten die reeds zijn gesloten in het kader van concessie nietig zijn, althans deze vernietigt, althans de Provincie en/of TPN/Ontwikkelbedrijf Greenport Venlo gebiedt de overeenkomst(en) te beëindigen door deze te ontbinden per de datum van de uitspraak, althans een door de rechtbank te bepalen datum, althans door deze op te zeggen binnen dertig dagen na het in deze zaak te wijzen vonnis, althans Gedaagden
gebiedt binnen een redelijke termijn na het in deze zaak te wijzen vonnis de overeenkomst op te zeggen door gebruik te maken van eventuele opzeggingsmogelijkheden in de gesloten overeenkomsten op het gebied van de concessie en/of de opzeggingsmogelijkheden op basis van de wet;
i. Cabooter, de Provincie en/of TPN en/of Ontwikkelbedrijf Greenport Venlo gebiedt om te gedogen dat de Provincie en/of TPN en/of Ontwikkelbedrijf Greenport Venlo de overeenkomst(en) voor de concessieopdracht beëindigt (beëindigen), opzegt (opzeggen), ontbindt (ontbinden) per datum van de uitspraak, althans een door de rechtbank te bepalen datum;
j. de Provincie en/of TPN en/of Ontwikkelbedrijf Greenport Venlo gebiedt een nieuwe aanbesteding, althans oproep tot mededinging te organiseren voor zover zij de concessie nog wenst/wensen te vergeven;
k. voor recht verklaart dat de erfpachtcanon die Cabooter betaalt/zal betalen voor de railterminal en voor de aangrenzende gronden niet marktconform is;
l. voor recht verklaart dat de Provincie en/of TPN en/of Ontwikkelbedrijf Greenport Venlo onrechtmatig handelen jegens Duisburger Hafen door (een) niet marktconforme erfpachtcanon(s) met Cabooter overeen te komen;
m. de Provincie en/of TPN en/of Ontwikkelbedrijf Greenport Venlo gebiedt - voor zover de concessieopdracht en/of onderliggende overeenkomsten niet nietig wordt/worden verklaard vanwege strijdigheid met artikel 108 lid 3 VWEU en zij niet gehouden zou(den) zijn alsnog een passende mate van openbaarheid te hanteren en niet gehouden zou(den) zijn alsnog de concessie aan te besteden, althans voor mededinging open te stellen - (een) marktconforme erfpachtcanon(s) door een onafhankelijke erkende taxateur te doen vaststellen voor de exploitatie van concessieopdracht; en Cabooter gebiedt te gedogen dat deze tussen Provincie en/of TPN en/of Ontwikkelbedrijf Greenport Venlo en Cabooter zal gelden bij de exploitatie van de concessie;
n. de Provincie en/of TPN en/of Ontwikkelbedrijf Greenport Venlo gebiedt het reeds verkregen voordeel in de zin van artikel 107 lid 1 VWEU (inclusief rente) op doeltreffende wijze terug te vorderen van Cabooter;
o. de Provincie gebiedt de overeenkomst(en) aangaande de (achtergestelde) lening(en) die reeds is/zijn verstrekt aan Cabooter nietig te verklaren en Cabooter te gebieden het bedrag met rente terug te betalen; en
p. primair TPN, Ontwikkelbedrijf Greenport Venlo en de Provincie hoofdelijk veroordeelt tot vergoeding aan Duisburger Hafen van de geleden schade als gevolg van de schending van de op TPN en/of Ontwikkelbedrijf Greenport Venlo en/of de Provincie rustende aanbestedingsrechtelijke en/of staatssteunrechtelijke verplichting(en), nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet en te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf veertien dagen na de datum van het in deze zaak te wijzen vonnis tot aan de dag der algehele voldoening;
dan wel subsidiair TPN en/of Ontwikkelbedrijf Greenport Venlo en/of de Provincie veroordeelt tot vergoeding aan Duisburger Hafen van de geleden schade als gevolg van de schending van de op TPN en/of Ontwikkelbedrijf Greenport Venlo en/of de Provincie rustende aanbestedingsrechtelijke en/of staatssteunrechtelijke verplichting(en), nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet en te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf veertien dagen na de datum van het in deze zaak te wijzen vonnis tot aan de dag der algehele voldoening;
waarbij elk gebod en verbod van het petitum wordt opgelegd aan gedaagden op straffe van een direct opeisbare dwangsom van € 50.000,00 dan wel een in goede justitie te bepalen bedrag, voor iedere dag dat de gedaagden hiermee in gebreke blijven;
en gedaagden hoofdelijk te veroordelen tot het voldoen van de kosten van Duisburger Hafen in deze procedure, het salaris van de gemachtigde daaronder begrepen, te vermeerderen met de nakosten ten belope van € 131,00 zonder betekening, dan wel € 199,00 in het geval van betekening, en met de bepaling dat deze kosten binnen veertien dagen na het wijzen van vonnis moeten zijn voldaan, en deze kosten te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het einde van voormelde termijn tot aan de dag der algehele voldoening.