Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[eiser 1] ,
[minderjarige],
STICHTING ZUYDERLAND MEDISCH CENTRUM,
STICHTING ATRIUM-ORBIS MEDISCH CENTRUM,
[eiser 1] en [minderjarige] respectievelijk Zuyderland genoemd worden.
1.De procedure
2.De verdere beoordeling
“Op CT blijkt sprake van een forse bloeding frontaal links met doorbraak in ventrikel en midlineshift, mogelijk op basis van arterio-veneuze malformatie (AVM).
1 juli 2020 betoogd dat een onderzoek door een neuro-radioloog achterwege kan blijven, gelet op de inhoud van de brief van 13 september 2012 van [radioloog i.o] en [radioloog] . De rechtbank volgt Zuyderland daarin niet. Het bestaan van een AVM kan alleen op basis van die brief niet worden aangenomen. Immers, waar [radioloog i.o] en [radioloog] stellig zijn over het aanwezig zijn van een AVM, drukken [arts-ass. gynaecologie] en [gynaecoloog] zich voorzichtiger uit. Zij spreken over
mogelijkeen AVM. Dit verschil rechtvaardigt benoeming van een neuro-radioloog.
(€ 250,00 x 2 uur voor prof. dr. A. van der Lugt en € 140,00 x 4 uur voor dr. J.J. Duvekot). Het voorschot zal ten laste van Zuyderland worden gebracht.
3.De beslissing
,neuroradioloog Afdeling Neuroradiologie Erasmus MC
binnen twee wekennadat zij een daartoe strekkend betalingsverzoek van de griffie (LDCR) heeft ontvangen,
- de deskundigen voor aanvang van het onderzoek kennis dienen te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),
- de deskundigen het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot dienen aan te vangen,
- de deskundigen het onderzoek onmiddellijk dienen te staken en contact dienen op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
uiterlijk drie maanden na deze beslissingeen schriftelijk en ondertekend (en indien mogelijk een gezamenlijk) bericht in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie,
- uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundigen is gebaseerd,
- de deskundigen een concept van het rapport aan partijen moeten toezenden, opdat partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij de deskundigen opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundigen in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundigen daarop moeten vermelden,
- indien het voorschot niet binnen de daarvoor bepaalde (eventueel verlengde) termijn is ontvangen: voor akte uitlating voortprocederen aan beide zijden op een termijn van twee weken of
- na ontvangst ter griffie van het deskundigenbericht: voor conclusie na deskundigenbericht aan beide zijden op een termijn van vier weken,