Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
[onderbewindgestelde],
1.De procedure
- de dagvaarding van 22 augustus 2019 met producties 1 tot en met 7,
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 7,
- de akte houdende vermeerdering van eis met producties 8 tot en met 18,
- de antwoordakte van [onderbewindgestelde] met producties 1 en 2,
- het B16 formulier van [eiser] van 9 juni 2020 met productie 19,
- het B16 formulier van [onderbewindgestelde] van 10 juni 2020 met het bericht van de bewindvoerder van 10 juni 2020 dat zij de procedure overneemt van [onderbewindgestelde] ,
- het proces-verbaal van comparitie van 11 juni 2020,
- het B9 formulier van [eiser] van 23 juni 2020 met verzoek om nog geen vonnis te wijzen omdat partijen in onderhandeling zijn
- het B16 formulier van [eiser] van 24 juni 2020 met productie 19,
- de akte uitlating van de bewindvoerder van 24 juni 2020 met verzoek om nog geen vonnis te wijzen omdat partijen in onderhandeling zijn,
- het B16 formulier van de bewindvoerder van 21 juli 2020 met verzoek om nog geen vonnis te wijzen omdat partijen in onderhandeling zijn,
- het B16 formulier van de bewindvoerder van 17 augustus 2020 met verzoek om nog geen vonnis te wijzen omdat partijen in onderhandeling zijn,
- het B16 formulier van [eiser] van18 augustus 2020 met verzoek om nog geen vonnis te wijzen omdat partijen in onderhandeling zijn
- de B16 formulieren van partijen van 15 september 2020 met verzoek om nog geen vonnis te wijzen omdat partijen in onderhandeling zijn,
- het B16 formulier van [eiser] van 29 september 2020 met verzoek vonnis te wijzen,
- het B16 formulier van de bewindvoerder van 30 september 2020 met verzoek vonnis te wijzen.
2.De feiten
3.Het geschil
[onderbewindgestelde] toedeelt, waarbij [onderbewindgestelde] wordt veroordeeld een bedrag van
4.De beoordeling
Inboedel
30 juli 2018 als volgt waren:
€ 134,32
€ 200,00 is afgelost door [eiser] aan zijn broer.
€ 100,00, aan [eiser] te voldoen. Voor dat bedrag zal de rechtbank een veroordeling uitspreken.