Op 21 december 2020 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van medeplichtigheid aan autodiefstal. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 7 december 2020, waarbij de verdachte aanwezig was en zowel de officier van justitie als de verdachte hun standpunten naar voren brachten. De tenlastelegging omvatte twee feiten van autodiefstal, gepleegd op respectievelijk 7 en 13 november 2017. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de autodiefstal zelf, maar dat de verdachte wel medeplichtig was aan de diefstal van een BMW door de eigenaar van de autogarage af te leiden tijdens een proefrit. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte opzettelijk gelegenheid heeft verschaft aan de medeverdachte om de auto weg te nemen. De verdachte werd vrijgesproken van de andere ten laste gelegde feiten, maar de rechtbank legde hem een taakstraf op van 80 uren, waarvan 20 uren voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het gepleegd was, en het strafblad van de verdachte, die eerder al veroordeeld was voor strafbare feiten. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de voorzitter en twee andere rechters betrokken waren.