Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
al dan niet samen met anderen,
3.De ontvankelijkheid van de officier van justitie
4.De beoordeling van het bewijs
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De straf en/of de maatregel
8.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
€ 68.563,70 euroter zake van feit 3. De benadeelde partij vordert tevens de wettelijke rente en verzoekt het opleggen van de schadevergoedingsmaatregel.
€ 68.563,70te vermeerderen met de wettelijke rente, om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
9.De wettelijke voorschriften
10.De beslissing
- verklaart de tenlastegelegde feiten bewezen zoals hierboven onder
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte voor de bewezenverklaarde feiten tot een gevangenisstraf van
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van een proeftijd van 2 jaren zich aan een strafbaar feit heeft schuldig;
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden.
- wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde] , gevestigd te ’s-Hertogenbosch, toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer, Enexis BV, van
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen.