ECLI:NL:RBLIM:2019:9573
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot tenuitvoerlegging van voorwaardelijke straf wegens naleving voorwaarden door veroordeelde
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 16 oktober 2019 uitspraak gedaan over de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf aan de veroordeelde, geboren in 1992. De rechtbank heeft de vordering afgewezen, omdat de veroordeelde zich inmiddels aan alle opgelegde voorwaarden houdt. De vordering tot tenuitvoerlegging was ingediend door het openbaar ministerie op 19 augustus 2019, na een advies van de reclassering dat de veroordeelde onbereikbaar was. De rechtbank heeft de zaak behandeld tijdens een openbare zitting, waar de officier van justitie, de veroordeelde en zijn raadsman aanwezig waren. De officier van justitie heeft gerekwireerd tot afwijzing van de vordering, verwijzend naar het voortgangsverslag van de reclassering, waarin werd gesteld dat de veroordeelde zich nu aan de voorwaarden houdt en gemotiveerd is om zijn leven te verbeteren. De verdediging heeft ook gepleit voor afwijzing van de vordering, met argumenten over de bereidheid van de veroordeelde om samen te werken met de reclassering. De rechtbank heeft vastgesteld dat, ondanks eerdere problemen met de naleving van de voorwaarden, de veroordeelde nu voldoende meewerkt en de vordering tot tenuitvoerlegging niet langer opportuun is. De rechtbank heeft de vordering afgewezen, maar de opgelegde voorwaarden blijven gehandhaafd.