ECLI:NL:RBLIM:2019:9515

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
23 oktober 2019
Publicatiedatum
24 oktober 2019
Zaaknummer
C/03/269096 / HA RK 19-206
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging testamentaire last en doelstelling van een stichting

Op 23 oktober 2019 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, een beschikking gegeven in de zaak van de Gemeente Maastricht, verzoekster, en de Stichting [belanghebbende], belanghebbende. De procedure betreft een verzoek tot wijziging van de testamentaire last zoals omschreven in het testament van de op [overlijdensdatum] overleden [erflater]. De rechtbank heeft de verzoekster in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de discrepantie tussen het nieuw omschreven doel van de Stichting en de in het verzoekschrift geformuleerde doelstelling. Verzoekster heeft verklaard dat het woord “jong” per abuis in het verzoekschrift is opgenomen en dat de beoogde doelstelling is om de kunst en cultuur in Maastricht te bevorderen en talentontwikkeling te ondersteunen.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de testamentaire last kan worden gewijzigd zoals in het petitum van het verzoekschrift is omschreven, waarbij de laatste wil van de erflater intact blijft. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling, aangezien verzoekster geen onderbouwing heeft gegeven voor de kosten ten laste van de Stichting. De rechtbank heeft de aan verzoekster opgelegde last gewijzigd, zodat deze de oprichting van de Stichting [belanghebbende] omvat, met als doel het bevorderen van kunst en cultuur in Maastricht en het ondersteunen van getalenteerde kunstenaars. De rechtbank heeft verder alle andere verzoeken afgewezen.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rekestnummer: C/03/269096 / HA RK 19-206
Beschikking van 23 oktober 2019
in de zaak van
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE MAASTRICHT,
zetelend te Maastricht,
verzoekster,
advocaat mr. I.K. Decupere te Maastricht
en
de stichting
[belanghebbende],
gevestigd en kantoorhoudend te [vestigingsplaats] ,
belanghebbende,
advocaat mr. I.K. Decupere te Maastricht.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de beschikking van 16 oktober 2019
  • de brief van mr. Decupere, zoals ontvangen op 18 oktober 2019.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Het verzoek betreft de testamentaire last zoals omschreven in het testament van de op [overlijdensdatum] in de gemeente [overlijdensplaats] overleden [erflater] , laatst gewoond hebbend te [woonplaats] (hierna: erflater).
2.2.
Het verzoek strekt – kort gezegd – tot wijziging van de testamentaire last ex art. 4:134 lid 1 sub a BW ten aanzien van de doelstelling, de bevoegdheid van het bestuur en de besteding van het vermogen van de Stichting [belanghebbende] (hierna: de Stichting).
2.3.
Verzoekster is bij beschikking van 16 oktober 2019 in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de discrepantie tussen het nieuw omschreven doel van het [belanghebbende] Fonds/de Stichting en de in het verzoekschrift geformuleerde doelstelling te verduidelijken.
2.4.
Verzoekster heeft in haar schrijven van 18 oktober 2019 verklaard dat het woord “jong” per abuis in het verzoekschrift is opgenomen. Niet de leeftijd(sgrens) is van belang, maar het talent dat ontwikkeld kan/moet worden, aldus verzoekster. De beoogde doelstelling is derhalve: “Het bevorderen in Maastricht van de kunst en cultuur in het algemeen en talentontwikkeling in het bijzonder door het mede mogelijk maken van culturele carrières van getalenteerde inwoners/kunstenaars van (uit) de stad Maastricht”.
2.5.
Naar het oordeel van de rechtbank kan de testamentaire last zoals omschreven in het testament van erflater van 4 november 1968, verleden voor mr. A.H.W. Schumacher, notaris te Maastricht, worden gewijzigd zoals in het petitum van het verzoekschrift nader is omschreven. De rechtbank acht het van betekenis dat de laatste wil van erflater voor (al) het overige intact blijft en gerespecteerd wordt.
2.6.
De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, verzoekster heeft geen onderbouwing gegeven waarom de kosten (mede) ten laste van de Stichting zouden moeten komen. Het daartoe gedane verzoek wordt dan ook afgewezen.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
wijzigt de aan verzoekster opgelegde last, zoals opgenomen op pagina 2 onder 2. van het op de sterfdag van erflater van kracht zijnde testament, op 4 november 1968 verleden voor mr. A.H.W. Schumacher notaris te Maastricht, zodat deze als volgt komt te luiden:
“…de wederhelft af te zonderen en daarmee onder de naam “Stichting [belanghebbende] ” een stichting in het leven te roepen, die ten doel zal hebben het bevorderen in Maastricht van de kunst en cultuur in het algemeen en talentontwikkeling in het bijzonder door het mede mogelijk maken van culturele carrières van getalenteerde inwoners/kunstenaars van (uit) de stad Maastricht, van welke stichting de statuten nader zullen worden vastgesteld door het bestuur van de Stichting (nadat het College en de Raad met de voorgestelde wijzigingen hebben ingestemd) en waarin onder meer moet worden vastgelegd: dat de jaarlijkse opbrengst van het vermogen wordt aangewend voor ondersteuning van getalenteerde (aankomend) kunstenaars in de vorm van giften (beurzen, projectmiddelen e.d.) of leningen, een en ander in overeenstemming met de voorgenoemde doelstelling, alles ter bepaling door het bestuur, na advies van inhoudelijke deskundigen”,
3.2.
wijst af hetgeen anders of meer is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.E. Elzinga en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: