In deze beschikking van de Rechtbank Limburg, uitgesproken op 23 september 2019, is de klacht van de klager tegen de bewindvoerder niet-ontvankelijk verklaard. De klager, die zich als mantelzorger voor de betrokkene heeft gepresenteerd, heeft een klacht ingediend over het optreden van de bewindvoerder, met name over de communicatie en het beheer van de goederen van de betrokkene. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de klager niet voldoet aan de definitie van 'belanghebbende' zoals omschreven in artikel 798 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling aangegeven dat de klager, hoewel hij in het verleden een affectieve relatie met de betrokkene heeft gehad, momenteel niet als 'andere levensgezel' kan worden beschouwd. Klager woont officieel in Ierland en verblijft slechts afwisselend in de woning van de betrokkene. Hierdoor is er geen sprake van een affectieve relatie in de zin van de wet, en voldoet hij niet aan de criteria die in artikel 798 Rv zijn vastgesteld voor belanghebbenden in zaken van onderbewindstelling.
De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de klager niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn klacht, omdat hij niet kan worden aangemerkt als belanghebbende. Deze beslissing is genomen na een mondelinge behandeling op 28 augustus 2019, waarbij zowel de klager als de bewindvoerder aanwezig waren. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.