Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de verzoekschriften met bijlagen
- de verweerschriften met bijlagen
- de mondelinge behandeling op 8 oktober 2019, waarbij EG een pleitnota heeft overgelegd.
2.De feiten
- [naam area salesmanager 1] hem met ingang van 16 juli 2019 op staande voet heeft ontslagen vanwege (kort gezegd) het nuttigen en weggeven van producten zonder dat hij of de klanten daarvoor betaald hebben,
- de verweten gedragingen zowel afzonderlijk als ieder voor zich (in beginsel) een dringende reden vormen voor ontslag op staande voet;
- de gefixeerde vergoeding en het tekort van € 31,20 bij de eindafrekening zullen worden verrekend.
3.Het geschil
“De producten vermeld in de brief van 19 juli 2019 heeft [verzoeker, verweerder in het tegenverzoek] , met uitzondering van de smoothies waarvan de houdbaarheidsdatum was verlopen, betaald. En voorzover dat niet zou zijn gebeurd, quod non, dan berust dat op een vergissing, maar niet op doelbewust handelen.”
4.De beoordeling
- griffierecht € 121,00
- salaris gemachtigde