Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
De inleiding
De bewijsmiddelen
De bewijsoverwegingen
primair) dan wel mishandeling (
subsidiair) heeft begaan, zodat verdachte van dit feit moet worden vrijgesproken. Daartoe overweegt zij het volgende.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De straf
- de ernst van de feiten;
- dat de verdachten de agressors waren;
- de enorme impact die deze gebeurtenis op de slachtoffers heeft gehad;
- het omvangrijke strafblad;
- dat verdachte eerder voor geweldsdelicten met justitie in aanraking is geweest.
7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
- fiets Koga: € 229,75
- telefoon: € 120,00
- broek aangeschaft 2018: € 50,00
- diverse medische kosten: € 1.219,33
- diverse reiskosten: € 191,17
- porto en telefoonkosten: € 5,00
- sportabonnement: € 212,00
- fiets Koga tot het gevorderde bedrag van € 229,75
- telefoon tot het gevorderde bedrag van € 120,-
- broek aangeschaft 2018 tot het gevorderde bedrag van € 50,-
- medische kosten tot het gevorderde bedrage van € 1.219,33
- port- en telefoonkosten tot het gevorderde bedrag van € 5,-.
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
2 primairen
2 subsidiairtenlastegelegde feit;
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is tenlastegelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte voor feit 1 tot een
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- wijst de vordering van de benadeelde partij
- bepaalt dat voor zover het bedrag ad € 1.285,60 door een of meer mededaders is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- wijst de vordering van de benadeelde partij voor het overige af;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op € 451,54;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer, [slachtoffer 1] , een bedrag van € 1.285,60 , bij niet betaling en verhaal te vervangen door 17 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 27 mei 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
- bepaalt dat voor zover het bedrag ad € 1.258,60 en € 451,54 door een of meer mededaders is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de staat te betalen.