ECLI:NL:RBLIM:2019:9053

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
24 september 2019
Publicatiedatum
9 oktober 2019
Zaaknummer
03/008403-03
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege voor een periode van twee jaar

Op 24 september 2019 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een verdachte, geboren in 1965, die momenteel verblijft in FPC de Oostvaarderskliniek te Almere. De rechtbank heeft de vordering van het openbaar ministerie om de TBS met verpleging van overheidswege te verlengen met twee jaar toegewezen. De rechtbank oordeelde dat bij het wegvallen van de maatregel het recidiverisico hoog zou zijn, gezien de ernst van de gepleegde delicten en de psychische problematiek van de verdachte, waaronder een autismespectrumstoornis en een persoonlijkheidsstoornis met antisociale en psychopathische trekken. De deskundigen gaven aan dat de verdachte onvoldoende zicht heeft op zijn risico's en dat een stapsgewijs en voorzichtig traject noodzakelijk is. De rechtbank concludeerde dat een verlenging van de TBS met één jaar niet realistisch is, omdat het behandeltraject meer tijd in beslag zal nemen. De rechtbank heeft de beslissing genomen in tegenwoordigheid van de griffier en heeft de zitting openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer : 03/008403-03 (vordering verlenging TBS)
Datum uitspraak : 24 september 2019
Tegenspraak
Beslissing van de meervoudige kamer op een vordering van het openbaar ministerie in het arrondissement Limburg
De op 2 augustus 2019 ter griffie van de rechtbank ingekomen vordering strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1965,
thans verblijvende in FPC de Oostvaarderskliniek te Almere,
hierna te noemen [verdachte] .
Raadsvrouw is mr. S. Marjanovic, advocaat, kantoorhoudende te 's-Gravenhage.

1.De stukken

In het dossier bevinden zich onder andere:
  • de vordering van de officier van justitie d.d. 2 augustus 2019;
  • het advies van drs. E.L.M. Klein-Haneveld (manager behandelzaken), drs. P.K. Kristensen (hoofd behandeling) en dr. D.E. Tenback (psychiater), verbonden aan de inrichting waar betrokkene verblijft, d.d. 12 juli 2019;
  • de omtrent [verdachte] gehouden wettelijke aantekeningen over de periode van 2018 tot en met het eerste kwartaal van 2019;
- de beslissing van deze rechtbank d.d. 19 september 2017, waarbij de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar is verlengd;
- het arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch d.d. 3 januari 2005 waarbij het vonnis van de (toenmalige) rechtbank Maastricht d.d. 29 juni 2004 werd vernietigd ten aanzien van de bewezenverklaring en kwalificatie en eveneens de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege is opgelegd.
De vordering van de officier van justitie houdt in dat de rechtbank de termijn van terbeschikkingstelling (hierna: TBS) met verpleging van overheidswege zal verlengen voor de duur van twee jaar.

2.De procesgang

Bij arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch d.d. 3 januari 2005 is de TBS gelast met verpleging van overheidswege van [verdachte] .
De TBS is toegepast terzake van onder meer het:
  • bezit van kinderporno (feit 1);
  • medeplegen van met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd, en medeplegen van poging tot met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam (feit 2);
  • medeplegen van met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd (feit 3 en 5);
  • medeplegen van met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd (feit 4),
terwijl de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen, het opleggen van die maatregel eiste. Het betreft misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.
De termijn van de TBS is gaan lopen op 10 september 2007.
De TBS is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank d.d. 19 september 2017, met twee jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie is behandeld ter openbare zitting van deze rechtbank van 10 september 2019. Ter zitting zijn gehoord de officier van justitie, [verdachte] , zijn raadsvrouw en, als deskundige, drs. P.K. Kristensen, als hoofd behandeling verbonden aan FPC de Oostvaarderskliniek.

3.Het standpunt van de inrichting

In voornoemd advies de inrichting is, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende gesteld:
[…]
[pg. 7-8] Betrokkene is een man met een autisme spectrum stoornis en een persoonlijkheidsstoornis met antisociale en psychopathische trekken. In het verleden is hij bekend met gokproblematiek. Er is sprake van een stoornis in de seksualiteit in de vorm van pedofilie en parafilie. […]
Betrokkene is sociaal geremd en kan moeilijk communiceren, tevens is er sprake van een sterk minderwaardigheidsgevoel. Samenhangend met de autisme spectrum stoornis is sprake van ernstige beperkingen in de ontwikkeling van de wederkerige sociale interactie en de (non)verbale communicatie. Naast de autisme spectrum stoornis is sprake van een scheefgroei in de ontwikkeling en de persoonlijkheid, zich uitende in antisociale gedragingen en cognities. Tevens is er sprake van een verstoorde, ongedifferentieerde diffuse seksualiteit, die zich uiteindelijk uit in de pedofiele incestdelicten. Aan alle gepleegde delicten van betrokkene lijkt een onderliggend minderwaardigheidsgevoel mede ten grondslag te liggen. Dit minderwaardigheidsgevoel probeert hij te compenseren door enerzijds dure spullen en geld te verwerven, waardoor hij zich groot en belangrijk voelt. En anderzijds door zich sterk en machtig te voelen via het uitleven van zijn van zijn deviante seksuele fantasieën.
Sinds de medicamenteuze behandeling is sprake van een verbetering van zijn algehele functioneren. De seksuele prikkels van binnen en van buiten hebben minder invloed op hem en hij voelt zich beter op zijn gemak in gezelschap waardoor hij meer contacten heeft en zijn sociale vaardigheden kunnen verbeteren. Ook op de impulsiviteit van betrokkene heeft de medicatie een gunstig effect.
[…]
[pg. 14-15] De afgelopen 12 maanden zijn wisselend voor betrokkene verlopen. Er wordt groei gezien met betrekking tot zijn communicatieve vaardigheden; het voeren van gesprekken gaat beter en betrokkene kan beter zijn grenzen aangeven in een gesprek. Hij schendt eenmaal zijn verlofvoorwaarden wanneer hij zijn stiefdochter (slachtoffer) opzoekt op LinkedIn. Betrokkene meldt dit zelf direct. Hij wordt in de loop van het jaar overgeplaatst naar de preresocialisatie afdeling en start met onbegeleide verloven. Ook begint hij met werken buiten de kliniek. Betrokkene geeft af en toe te veel geld uit op verlof of doet impulsaankopen. Het lukt hem wel steeds beter hier eerst contact over op te nemen met zijn
mentor. Er worden stappen richting de resocialisatie afdeling gezet. Wegens onbetrouwbaar gedrag op verschillende gebieden worden deze stappen begin 2019 echter weer teruggedraaid en wordt zijn verlof tijdelijk stilgezet. Betrokkene heeft twee YouTube filmpjes gedownload waarin in de één schaars geklede vrouwen die aan yoga doen te zien zijn en in de ander schaars geklede vrouwen en naakte kinderen (filmpje over een indianenstam uit de Amazone). Een dag nadat hij de filmpjes heeft gedownload, mailt hij zijn hoofdbehandeling om hiervoor toestemming te vragen. Wanneer hij hierop wordt aangesproken geeft hij voor het downloaden van deze filmpjes verschillende verklaringen. Uiteindelijk zegt hij de filmpjes te hebben gedownload om te kijken of hij er opgewonden van raakte ondanks zijn
libidoremmende medicatie (SSRI’s). Daarnaast neemt hij een aantal spullen mee de kliniek in die niet zijn toegestaan, zijnde bepaalde elektronische apparatuur maar ook een mes.
Betrokkene zegt deze spullen alvast gekocht te hebben voor de resocialisatie afdeling. Hij vindt de reactie van het behandelteam buitenproportioneel en begrijpt niet dat het downloaden van de filmpjes door hen wordt gerelateerd aan delictgedrag. Zijn netwerk (zus en haar vriend) vallen hem hierin bij. Hij krijgt van zijn hoofdbehandelaar te horen dat zij contact gaat opnemen met de psychiater voor overleg en dat hij dit overleg moet afwachten. Betrokkene neemt echter zelf contact op met de psychtater en hij vertelt dat de SSRI’s onvoldoende effect hebben op zijn seksuele gedachtes. Er wordt gekozen voor hormonale libidoremmende medicatie. Betrokkene zegt sinds de start hiervan geen erectie meer te kunnen krijgen en ook geen seksuele gedachtes meer te ervaren. Zijn begeleide verloven worden weer opgestart.
Betrokkene verblijft op de pre-resocialisatie afdeling Kievit 2. Op deze afdeling verblijft hij samen met 10 medepatiënten die net als betrokkene een verlofstatus hebben. De behandeling richt zich op de voorbereiding op een plaatsing op de resocialisatieafdeling of een uitplaatsing naar een ander instelling zoals bij voorbeeld een FPA. […]
[…]
[pg. 16] Gezien het advies van de interne Commissie LibidoRemmende medicatie d.d. 8 mei 2018 is besloten om onbegeleid verlof aan te vragen met een sterke externe controle. […]
Er hebben zich het afgelopen jaar geen incidenten voorgedaan, op het […] beschreven voorval na waarbij betrokkene YouTube filmpjes heeft bekeken die delictgerelateerd zijn.
[…]
[pg. 18] In een situatie uit zorg, bij het beëindigen van de tbs-maatregel, wordt het risico op (seksueel) delictgedrag als ‘hoog’ ingeschat. Bij een hypothetisch ontslag vallen er een aantal belangrijke beschermende factoren weg, zijnde structuur, toezicht en controle. Betrokkenes gedrag zal dan voornamelijk worden aangestuurd door zijn eigen behoeftes en impulsen (zowel op seksueel gebied als bijvoorbeeld op financieel gebied). Hij zal naar verwachting stoppen met de libidoremmende medicatie en vanuit prikkelhonger op zoek gaan naar (voor hem) seksuele prikkels. Gezien betrokkenes afwijkende seksuele voorkeur en gebrekkige gewetensfunctie zal hij zich ook richten tot minderjarigen, waarbij hij geen rekening houdt met de grenzen van de ander en alleen zijn eigen behoeftebevrediging nastreeft. Dit met seksueel delictgedrag tot gevolg. Bij oplopende spanningen zal betrokkene zijn impulsen nog moeilijker kunnen controleren. Hierdoor ontstaat bij eventuele financiële problemen ook de kans op vermogensdelicten.
[…]
[pg. 19] De onbegeleide verloven lopen over het algemeen goed. […]
Er zal sprake zijn van een geleidelijk en langdurig traject. Betrokkene heeft zich herhaaldelijk onbetrouwbaar getoond wat tot gevolg heeft dat elke stap heel zorgvuldig opgebouwd zal moeten worden. Einddoel bij uitstroom is vooralsnog een 24-uurs woonvorm met controle naast het opzetten van een professioneel netwerk rondom betrokkene zodat tijdig ingegrepen kan worden bij dreigend delictgerelateerd gedrag.
Mocht het traject verlopen volgens plan zal gezocht worden naar een 24-uurs voorziening met forensische kennis en kunde en bij voorkeur expertise in autisme spectrum stoornissen. Het bovenbeschreven stappenplan zal geruime tijd in beslag nemen alvorens volgende stappen gezet kunnen worden. Als betrokkene genoeg onbegeleide verloven heeft gehad, kan hij bij verder goed functioneren doorgeplaatst worden naar de resocialisatieafdeling.
[…]
[pg. 21-22] De problematiek van betrokkene is complex in de zin dat het bestaat uit een ontwikkelingsstoornis, een verstoorde seksualiteitsbeleving naast antisociale persoonlijkheidsproblematiek. De communicatie op sociaal vlak is enigszins verbeterd sinds het gebruik van een antidepressivum. Betrokkene toont zich echter nog altijd bereid -na een lange tbs-behandeling- om zijn eigen gang te gaan en de afspraken overtreden wat wijst op de blijvende invloed van de antisociale/psychopathische kenmerken in de persoonlijkheid. Hij lijkt open te zijn over zijn seksualiteit maar op het moment dat het echt telt toont hij geen openheid. Het risico ten aanzien van een seksueel delict komt volgens de taxatie uit op een matig risico. Zijn huidige gedrag laat echter zien dat betrokkene zich in seksueel opzicht nog altijd richt op kinderen. Bij een hypothetisch ontslag uit de tbs wordt het risico op hoog geschat. Betrokkene heeft keer op keer laten zien dat hij niet betrouwbaar is. Ook als alle aandacht hierop gevestigd is. Het baart dan ook zorgen dat hij de afspraken steeds weer overtreedt ondanks alle interventies die hierop gezet zijn. Betrokkene heeft in de loop van de tbs-behandeling in twee klinieken meermaals een laatste kans gekregen. Ook nu geldt dat. Als betrokkene zich niet aan afspraken kan houden nu dat hij libidoremmende medicatie gebruikt zal het voor de kliniek een reden zijn om een aanvraag te doen voor plaatsing op een LFPZ-afdeling.
Betrokkene blijft zijn gedrag bagatelliseren. Hij blijft van verhaal wisselen waardoor het erg moeilijk is om zicht te krijgen op zijn ware beleving.
[…]
Vanwege de onbetrouwbaarheid, zijn blijvend seksueel afwijkend gedrag, de antisociale/psychopathische inslag in de persoon, zijn impulsiviteit, zijn neiging om te streven naar directe behoeftebevrediging en zijn bereidheid om afspraken te overtreden, ook al zet hij daarmee zijn resocialisatietraject op het spel, is het noodzakelijk om betrokkene te blijven controleren. Het recidiverisico is nauwelijks veranderd door behandeling in engere
zin en er is een stevig extern risicomanagement nodig om het gevaar onder controle te houden. Een dergelijk risicomanagement en een voorzichtig en geleidelijk opgebouwd resocialisatietraject kan alleen vanuit een FPC. In een ander - minder beveiligde - setting is de kans groot dat betrokkene de ruimte neemt om zijn behoeften te bevredigen en impulsen te volgen zonder overleg of nadenken over de consequenties. […]
De kliniek adviseert tot verlenging van de tbs-maatregel met 2 jaar.
DeskundigeKristensen heeft ter zitting aanvullend verklaard dat de kliniek het traject van [verdachte] stapsgewijs wil laten verlopen via de bestaande verlofmogelijkheden en uiteindelijk begeleiding van de reclassering. Om dit traject zo goed mogelijk te laten verlopen is, gelet op de huidige stand van zaken, een termijn van (op zijn minst) twee jaar noodzakelijk.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering. Er is nog steeds sprake van een recidiverisico bij beëindiging van de TBS en uit het advies van de kliniek blijkt dat een verlenging van één jaar niet geïndiceerd is.

5.Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouw

[verdachte] heeft aangevoerd dat hij beseft dat hij zich niet aan bepaalde afspraken heeft gehouden en dat hij nu zijn best doet om weer te kunnen terugkeren in de maatschappij.
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat aan alle voorwaarden voor de verlening van de TBS is voldaan en daarnaast verzocht om de TBS met verpleging van overheidswege te verlengen met één jaar. Daartoe heeft zij aangevoerd dat de behandelmogelijkheden op dit moment zijn uitgeput en dat het, gelet op de handelswijze van de kliniek en het voorgenomen resocialisatietraject, niet ondenkbaar is dat het externe risicomanagement over één jaar anders vormgegeven kan worden.

6.De beoordeling

De rechtbank dient thans te beoordelen of het gevaar voor de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen nog steeds vereist dat de TBS van [verdachte] wordt verlengd.
De rechtbank verenigt zich met het verlengingsadvies van de kliniek en met de daarop ter zitting gegeven toelichting door deskundige Kristensen. Uit het advies volgt naar het oordeel van de rechtbank dat bij [verdachte] sprake is van een autismespectrumstoornis en een persoonlijkheidsstoornis met antisociale en psychopathische trekken. Tevens is er sprake van een stoornis in de seksualiteit in de vorm van pedofilie en parafilie. De inschatting is dat bij het wegvallen van de maatregel van TBS en daarmee het wegvallen van structuur het risico kan oplopen naar een hoog recidiverisico. Gelet daarop is de rechtbank van oordeel dat het gevaar voor de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de TBS met bevel tot verpleging van overheidswege eisen.
De vraag waar de rechtbank zich vervolgens voor gesteld ziet is of de TBS dient te worden verlengd met een termijn van één of twee jaar.
Het uitgangspunt bij verlenging van de termijn van TBS is dat, wanneer aannemelijk is geworden dat behandeling meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de TBS met een termijn van één jaar, de TBS in principe verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren.
Uit het verlengingsadvies en de behandeling ter zitting is naar voren gekomen dat een verlenging met één jaar niet realistisch is. De rechtbank stelt op grond van het advies van de kliniek en de toelichting daarop door de deskundige vast dat [verdachte] vooralsnog onvoldoende zicht lijkt te hebben op zijn risico’s en daarvoor blijvende begeleiding nodig heeft. Het traject dat de kliniek voor ogen heeft zal stapsgewijs plaats moeten vinden en elke stap dient voorzichtig en geleidelijk opgebouwd te worden. Dit zal geruime tijd in beslag nemen. De deskundige heeft ter zitting verklaard dat het de verwachting is dat dit traject nog zeker twee jaar zal duren.
De rechtbank is, gelet op het bovenstaande, dan ook van oordeel dat niet te verwachten is dat binnen één jaar gronden aanwezig zullen zijn die een beëindiging van de TBS rechtvaardigen. De rechtbank is derhalve van oordeel dat een verlenging van de TBS met een termijn van twee jaar geïndiceerd is.
De rechtbank zal de vordering dan ook toewijzen.

7.De beslissing

De rechtbank:
- verlengt de termijn gedurende welke [verdachte] ter beschikking is gesteld met verpleging van overheidswege met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. R.A.M.M. Gijselaers, voorzitter, mr. R.M.M. Kleijkers en mr. M.A. Teeuwissen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N. Geene, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 24 september 2019.
Buiten staat
mr. M.A. Teeuwissen en mr. R.M.M. Kleijkers zijn niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.