In een bodemgeschil tussen partijen, met zaaknummer/rolnummer: C/03/253481 / HA ZA 18-402, heeft de rechter op 31 januari 2019 op de bovenstaande adressen een descente en comparitie gehouden. Partijen hebben op die comparitie, ten overstaan van de rechter, een vaststellingsovereenkomst (hierna te noemen: de vaststellingsovereenkomst) gesloten. De vaststellingsovereenkomst is vastgelegd in het proces-verbaal van descente en comparitie (productie 1, laatste bijlage, bij dagvaarding). Partijen zijn onder andere het volgende overeengekomen:
* het door [gedaagden] c.s. te plaatsen hekwerk zal niet hoger zijn dan de garage, en is
gelijk aan het hekwerk dat er reeds staat.
* het poortje mag incidenteel gebruikt worden, en [eisers] c.s. zal hiervoor tijdig
een verzoek indienen. Het gaat hier om een incidenteel persoonlijk recht.
* de laurier en andere beplanting mag niet over de erfgrens heen hangen.
(achterzijde huis)
* de klimop aan de voorzijde van de percelen, zoals vervlochten in het hek wordt
door [eisers] c. s. en [gedaagden] c. s. zelf, aan ieders zijde, bijgehouden met dien
verstande dat de klimop niet wordt stuk geknipt.
* Het hangslot op het poortje wordt door [gedaagden] c.s. verwijderd.
* Het poortje wordt dichtgemaakt in de zin van ondoorzichtig door [gedaagden] c.s..
* [eisers] c.s. zorgt voor functionele toegang en terugleggen tegels.
* Ovk kan niet worden ontbonden of vernietigd.