3.3Het oordeel van de rechtbank
Aantreffen slachtoffer
Uit het proces-verbaal van bevindingendat door verbalisanten [naam 2] en [naam 3] is opgemaakt, blijkt zakelijk weergegeven het volgende:
Op 1 januari 2019 kregen wij omstreeks 00.15 uur van de meldkamer het verzoek om te gaan naar de [adres 1] in Heel, gemeente Maasgouw. Omstreeks 00.20 uur waren wij ter plaatse. We troffen voor de voordeur van huisje 251 een man op de grond aan. De man zei dat zijn naam [slachtoffer] was. We zagen dat het t-shirt nat was. Hierop heb ik het t-shirt van [slachtoffer] omhoog gedaan. Hij had twee messteken in zijn rug. We hoorden dat [slachtoffer] zei dat hij in huisje 350 woont. We hoorden dat collega [naam 4] over de portofoon doorgaf dat de woning waarschijnlijk een plaats delict was omdat er veel bloed in de woning werd aangetroffen. Ik heb nogmaals het t-shirt van [slachtoffer] omhoog gedaan en toen zagen wij een grote, diepe gapende wond onder zijn linker oksel. We hoorden een slurpend geluid uit de wond en we zagen ingewanden. Het ambulancepersoneel omschreef het letsel van [slachtoffer] als ernstig en men vroeg de traumahelikopter ter plaatse.
Verklaring slachtoffer
[slachtoffer] , het slachtoffer, heeft op 13 juni 2019 verklaardover de nacht van 31 december 2018 op 1 januari 2019, zakelijk weergegeven:
In de avond van 31 december 2018 op 1 januari 2019 was ik in het huisje 350 op de [adres 2] in Heel. Ik had wodka gedronken die avond samen met de anderen. [verdachte] [de rechtbank begrijpt: [verdachte] , verdachte] had heel duidelijk gezegd tegen iedereen dat als hij zich agressief zou gaan gedragen, hij een klap in zijn gezicht wilde hebben om tot de orde geroepen te worden. Nadat ik dat had gedaan, ben ik zelf naar boven gegaan. Ik heb de badkuip vol laten lopen en toen had ik al bloed. Ik lag al in bad. Ik stond op toen [verdachte] binnen kwam en toen heeft [verdachte] die verwondingen op mijn rug aangebracht. [verdachte] is naar de badkamer gekomen met een scherp voorwerp of met een mes om mij te steken. Waarom hij dat deed moeten jullie aan [verdachte] vragen. We zijn uit elkaar gegaan. Ik ben naar boven gegaan. Het conflict was afgelopen. Ik voelde me veilig anders was ik niet in bad gaan liggen. Als je ruzie aan het maken bent ga je niet halverwege naar de badkamer om een douche te nemen ofzo. Ik lag met de benen naar de deur toe in bad. Ik lag languit in bad. Ik keek [verdachte] aan toen hij de badkamer binnen kwam. Hij kwam niet per ongeluk de badkamer op. Hij kwam binnen om mij aan te vallen. Hij kwam gelijk naar mij toe. Ik stond op. Ik kon mij vastpakken aan een soort van leuning. Deze leuning zat op de muur bevestigd. Ik kon deze met mijn rechterhand vastpakken en trok mij daaraan op. Ik heb de glazen wand gebruikt om mijzelf tegen [verdachte] te beschermen. Ik weerde mij met mijn linkerhand af. Ik zag dat [verdachte] mij begon te steken. Ik zag en voelde dat ik gestoken werd in mijn linkerzij, bij mijn nier en op mijn rug. Ik voelde dat het ernstig was. [verdachte] was toen weg, ik weet niet waar naartoe.
Medische informatie over slachtoffer
In de letselbeschrijvingdoor forensisch arts [naam 5] , is het volgende opgetekend:
Letsels:
Een steekwond en/of diepe snijwond overgaand in een kraswond op de rugzijde van de borstkas links richting de denkbeeldige lijn die vanuit het midden van de linker oksel recht naar beneden loopt;
Een steekwond of diepe snijwond op de onderrug links van de wervelkolom richting linkerflank ter hoogte van de nierregio;
Een steekwond of diepe snijwond op de onderrug rechts naast de wervelkolom ter hoogte van de lendewervels.
Na het incident is betrokkene op 1 januari 2019 in eerste instantie naar het Laurentius ziekenhuis Roermond vervoerd voor eerste opvang ter stabilisatie. Kort daarna is hij overgeplaatst naar het MUMC+ in Maastricht. Daar is hij van 1 januari 2019 t/m 22 januari 2019 opgenomen (van 1 januari 2019 tot 12 januari 2019 op de Intensive Care en daarna overgeplaatst naar de afdeling Chirurgie).
In het MUMC+ zijn de volgende letsels vastgesteld:
Steekverwonding laag in de linker borstholte van 4 cm met een insteektraject in de onderkwab van de linkerlong met ter plaatse weefselafscheuring. De diepte in het longweefsel bedroeg ca. 4 cm. Hierbij ook een klaplong met plaatsing van een thoraxdrain (om lucht of vocht tussen de longvliezen te verwijderen). Minimaal spoortje bloed/vocht in de borstholte links. Grote hoeveelheid onderhuidse lucht in de borstholte en halsspieren beiderzijds;
Steekverwonding in de nierregio links van ca. 2 cm waardoor een nierlaceratie links (weefselafscheuring van de linker nier) met slagaderlijke bloedingen van de linker nierslagader en de aorta net boven de linker nierslagader. Tevens urinelekkage, forse bloeduitstorting en lucht achter het buikvlies links.
Steekverwonding op de rug in de middenlijn ter hoogte van de 3e lendewervel van ca. 2 cm met onderhuids lucht tot gevolg.
Beoordeling:
Op basis van de foto’s kan het gaan om steekwonden en/of diepe snijwonden. Deze letsels kunnen het gevolg zijn van inwerking van uitwendig geweld en veroorzaakt zijn door een scherp of puntig voorwerp. Volgens de verkregen medische informatie gaat het om penetrerende steekwonden. Bij betrokkene zijn door penetratie de linkerlong en linker nier geraakt. Beschadiging van deze organen hebben onder andere weefselscheuringen, een klaplong en inwendige bloedingen veroorzaakt. Het beschreven letsel kan goed passen bij de toedracht dat betrokkene door een mes is gestoken.
Verklaringen verdachte
Verdachte is verhoorden heeft allereerst verklaard over hoe [slachtoffer] hem heeft mishandeld. Over het tenlastegelegde – dat plaatsvond nadat [slachtoffer] verdachte had mishandeld – heeft hij vervolgens, zakelijk weergegeven, het volgende verklaard:
Ik wilde zo snel mogelijk vluchten maar ik schaamde mij gezien mijn toestand om überhaupt ergens naartoe te gaan. Ik heb besloten om naar de badkamer te gaan om mij te fatsoeneren. Ik bedoel mijn bebloede gezicht met water schoon te maken. Mij te wassen. Maar ik was bang om in het huisje überhaupt nog een stap te zetten. Ik heb 2 messen vanuit de keuken meegenomen. 1 mes was groter dan het andere. Ik ben naar boven naar de badkamer gegaan. De deur stond op een kier. [slachtoffer] was bijna klaar met douchen. Ik had 2 messen in mijn handen. Ik heb de messen op de wastafel neergelegd. [slachtoffer] zei iets van wat doe je hier. Ik wist dat hij mij nog een keer kon aanvallen. Dat voelde ik. Ik pakte toen het kleinere mes. Hij heeft mij toen weggeduwd. Ik gleed uit. Toen ik aan het neervallen was wilde ik nog graag wat vastgrijpen. Dat heb ik met mijn rechterhand gedaan waar ik het mes mee vast hield. Op dat moment is [slachtoffer] met het mes gestoken, geraakt. Ik ben gevallen. Bij het vallen maakte ik een zwaaiende beweging. Het grotere mes wat op de wastafel lag is toen ook gevallen. Ik ben snel opgestaan. [slachtoffer] sprong uit bad. Volgens mij is [slachtoffer] achter me aangegaan. Ik ben naar buiten gerend.
Ter terechtzitting heeft verdachte, zakelijk weergegeven, verklaard:
Op de badkamer weet ik dat [slachtoffer] mij duwde en dat ik in paniek heb gereageerd. Ik ben onderuit gegaan. Het gebeurde zo snel. Hij stond met zijn zij naar mij toe toen ik hem onder zijn oksel stak. Ik weet niet meer in welke hand ik het mes had. Het was met één beweging. De twee andere steken, ik weet niet hoe dat gegaan is. Ik denk dat ik in paniek reageerde.
Verklaring getuige
Getuige [naam 1] verklaartdat verdachte zich, na te zijn mishandeld door [slachtoffer] , op de badkamer op de benedenverdieping is gaan wassen. [naam 1] verklaart dat hij bij verdachte gaat kijken en dat verdachte zich in de douchebak staat te besproeien met de kleding nog aan. Hij verklaart verder:
[slachtoffer](de rechtbank begrijpt: [slachtoffer] )
was op en neer aan het lopen. Van boven naar beneden. Ik weet niet waarom hij dat deed. Op een gegeven moment hoorde ik dat [slachtoffer] zei dat hij zich boven ging douchen. [naam 6] is toen naar huis gegaan. Ik zei dat ik ook naar huis ging. Op dat moment zag ik dat [verdachte] een mes pakte en ik hoorde dat hij zei: “Ik ga hem afmaken”.
Overwegingen van de rechtbank
Vast staat op grond van het voorgaande dat verdachte bewapend met twee messen naar de badkamer op de bovenverdieping is gegaan waar [slachtoffer] op dat moment in bad lag. Hoe de confrontatie tussen hen op de badkamer exact is verlopen, is niet vast te stellen.
De rechtbank is van oordeel dat de verklaring van verdachte hierover, namelijk dat hij toen hij uitgleed, [slachtoffer] heeft gestoken, in het beste geval slechts gedeeltelijk juist kan zijn. Het zou slechts één steekwond verklaren. Over de andere steekwonden zegt verdachte ‘ik weet niet hoe dat gegaan is. Ik denk dat ik in paniek reageerde’. Het slachtoffer geeft wel aan te weten hoe het is gegaan: ‘hij kwam binnen om mij aan te vallen. Hij kwam gelijk naar mij toe. Ik zag dat hij me begon te steken. Ik zag en voelde dat hij bij mijn nier, in mijn zij en in mijn rug stak’. Deze beschrijving van de toedracht en van de wijze van steken komt overeen met de verklaring van getuige [naam 1] en met het letsel dat bij het slachtoffer is geconstateerd door de forensisch arts: een steekverwonding van ca. 4 centimeter in de linkerborstholte met insteektraject in de onderkwab van de linkerlong, de steekverwonding in de nierregio met weefselafscheuring van de linker nier, slagaderlijke bloedingen van de linker nierslagader en de aorta en een steekverwonding in de middenlijn ter hoogte van de 3e lendewervel met onderhuids lucht tot gevolg. [slachtoffer] is drie dagen in kunstmatige coma gehouden, heeft bijna twee weken op de intensive care verbleven en heeft in totaal drie weken in het ziekenhuis gelegen. De rechtbank acht de verklaring van verdachte onaannemelijk. Hij zou in een huis waarin hij naar eigen zeggen geen stap meer durfde te zetten, voor de veiligheid bewapend met twee messen, naar de badkamer op de bovenverdieping zijn gegaan om zich op te frissen. Dit terwijl er een alternatieve badkamer op de begane grond was waar hij zich kon wassen, eventueel in het bijzijn van een van de twee andere personen in de woning. Volgens de getuige [naam 1] heeft verdachte ook gebruik gemaakt van deze badkamer beneden, en ook deels in het bijzijn van [naam 1] , alvorens de messen te pakken en naar de badkamer boven te gaan.
Gelet op deze bewijsmiddelen is naar het oordeel van de rechtbank sprake van wettig en overtuigend bewijs dat verdachte in de nacht van 31 december 2018 op 1 januari 2019 opzettelijk geprobeerd heeft [slachtoffer] te doden.
Ten overvloede merkt de rechtbank nog op dat zelfs wanneer verdachte, bewapend met twee messen, naar de badkamer op de bovenverdieping zou zijn gegaan om zich op te frissen, hem nog geen beroep op noodweer toekomt. Immers begon hij, naar eigen zeggen, [slachtoffer] aan te spreken op het letsel dat die verdachte had toegebracht. Daarop ‘voelde’ verdachte naar eigen zeggen dat het weer mis zou gaan en nam hij daarom een mes ter hand. Van enige objectieve onmiddellijke en wederrechtelijke aanranding van zijn lijf of goed was op dat moment geen sprake. Er zou dan ook in die situatie geen noodtoestand zijn geweest waartegen hij zich moest verweren. Bovendien had hij zich eenvoudig aan die hernieuwde aanval door [slachtoffer] – die zich in het bad of onder de douche in de badkuip bevond- kunnen onttrekken door de badkamer te verlaten.