Op 6 september 2019 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 26 mei 2018 in Landgraaf het slachtoffer met een schaar in de borst heeft gestoken. De rechtbank heeft de verdachte, die verminderd toerekeningsvatbaar werd geacht, veroordeeld tot een taakstraf van 120 uren. De verdachte had het slachtoffer gestoken tijdens een conflict dat ontstond na de beëindiging van hun relatie. De rechtbank oordeelde dat het beroep van de verdachte op noodweer en noodweerexces niet slaagde, omdat er geen sprake was van een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding door het slachtoffer. De rechtbank achtte bewezen dat de verdachte opzettelijk het slachtoffer met de schaar heeft gestoken, maar sprak haar vrij van de primair tenlastegelegde poging tot doodslag. De rechtbank hield rekening met de psychische toestand van de verdachte en de omstandigheden waaronder het feit was gepleegd. De benadeelde partij, het slachtoffer, vorderde schadevergoeding, waarvan een deel werd toegewezen. De rechtbank legde ook een schadevergoedingsmaatregel op.