ECLI:NL:RBLIM:2019:8238
Rechtbank Limburg
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot nakoming van een zorgovereenkomst en verbod tot ontruiming in kort geding
In deze zaak vordert de onder bewind gestelde eiseres nakoming van een zorgovereenkomst en een verbod om een aangezegde ontruiming te verwezenlijken. De kantonrechter heeft op 11 september 2019 uitspraak gedaan en verklaart eiseres niet ontvankelijk in haar vorderingen. De reden hiervoor is dat de goederen van eiseres onder bewind zijn gesteld, waardoor de bewindvoerder namens eiseres dient te procederen. De kantonrechter oordeelt dat een ontruiming het vermogen van eiseres raakt en dat er twijfels zijn of eiseres de juiste partij heeft gedagvaard, aangezien zij de zorgovereenkomst met een derde heeft gesloten. De procedure begon met een aanvraag voor kort geding op 24 juli 2019, gevolgd door een mondelinge behandeling op 28 augustus 2019. Eiseres had een zorgovereenkomst met gedaagde die op 3 juli 2016 inging, en een huurovereenkomst die eindigde bij beëindiging van de zorgovereenkomst. Gedaagde had eiseres in juni 2019 meegedeeld dat zij het gehuurde per 1 juli 2019 moest ontruimen. De kantonrechter concludeert dat eiseres niet ontvankelijk kan worden verklaard in haar vorderingen, omdat de bewindvoerder de vorderingen had moeten instellen. Eiseres wordt veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die zijn begroot op € 720,00.