Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
De psycholoog heeft geadviseerd het tenlastegelegde niet aan de verdachte toe te rekenen.
De psychiaters adviseren om verdachte het tenlastegelegde sterk verminderd toe te rekenen. De verdachte was volgens de deskundigen ten tijde van het tenlastegelegde niet volkomen stuurloos. Hij kon nog eniger mate sturing geven aan zijn gedragingen. Zij hebben in het kader van de advisering van interventies opgenomen dat, nu de mederapporteur tot geheel ontoerekingsvatbaar heeft geconcludeerd, aansluiting bij dit oordeel kan worden overwogen.
Door invloeden van het licht moest ik persé slaan. Ik krijg dan gedachten die binnenstromen en daardoor moest ik slaan.’ (…) ‘Ik krijg dan rare gedachten. Ik krijg dan het gevoel dat ik iedereen moet slaan. Dat werkt niet. Zodra ik dan iemand heb geslagen, dan zijn die rare gedachten weer weg.’ (…) ‘Ik moest zijn gezicht eraf slaan anders werd ik zelf beoordeeld door het licht.’
6.De straf of de maatregel
7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder
- verklaart de verdachte niet strafbaar;
- ontslaat de verdachte van alle rechtsvervolging;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] gedeeltelijk toe en wel tot een bedrag ter hoogte van € 500,- (zegge: vijfhonderd euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 oktober 2018 tot aan de dag van volledige voldoening;
- verklaart de benadeelde partij in de vordering tot materiële schadevergoeding
- veroordeelt de verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte op de verplichting op aan de staat, ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 1] € 500,- (zegge: vijfhonderd euro) te betalen, bij niet betaling te vervangen door 10 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf