ECLI:NL:RBLIM:2019:7379

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
13 augustus 2019
Publicatiedatum
13 augustus 2019
Zaaknummer
C/03/266463 / KG ZA 19-323
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van een gekraakt pand in Maastricht door de gemeente

Op 13 augustus 2019 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een kort geding tussen de gemeente Maastricht en een groep krakers die een pand aan de [adres 1] in Maastricht bezetten. De gemeente vorderde ontruiming van het pand, dat sinds 1 december 2017 gekraakt was, omdat het pand niet geschikt is voor bewoning en er plannen zijn voor herontwikkeling. De gemeente stelde dat de krakers zonder recht of titel in het pand verbleven en dat er een spoedeisend belang was bij ontruiming om de herbestemming van het pand te kunnen onderzoeken. De krakers voerden verweer en stelden dat er geen dringende noodzaak tot ontruiming was, en dat hun verblijf in het pand van groot belang was voor hun situatie als daklozen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de gemeente voldoende belang had bij de ontruiming, onder andere vanwege de risico's voor de gezondheid van de krakers en de noodzaak om het pand leeg te maken voor onderzoek. De vorderingen van de gemeente werden toegewezen, met een termijn van 14 dagen voor de krakers om het pand te verlaten en een dwangsom van € 250,00 per dag voor het geval zij niet aan de ontruiming voldeden. De kosten van de procedure werden op de krakers verhaald.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer: C/03/266463 / KG ZA 19-323
Vonnis in kort geding van 13 augustus 2019
in de zaak van
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE MAASTRICHT,
zetelend te Maastricht,
eiseres,
advocaat mr. K.M.J.A. Smitsmans en mr. K. Deckers te Maastricht,
tegen
1.
HEN DIE VERBLIJVEN IN DE GEBOUWDE ONROERENDE ZAAK OF EEN GEDEELTE DAARVAN GELEGEN TE MAASTRICHT AAN HET ADRES [adres 1] , KADASTRAAL BEKEND ALS GEMEENTE MAASTRICHT, [kadasternummers],
zijnde anderen dan gebruikers of gewezen gebruikers krachtens een persoonlijk of zakelijk recht, waarvan de namen onbekend zijn,
2.
HEN DIE VERBLIJVEN IN OF OP DE ONROERENDE ZAAK OF EEN GEDEELTE DAARVAN, KADASTRAAL BEKEND ALS GEMEENTE MAASTRICHT, [kadasternummer] GEDEELTELIJK, zijnde anderen dan gebruikers of gewezen gebruikers krachtens een persoonlijk of zakelijk recht, waarvan de namen onbekend zijn,
3.
[gedaagde sub 3],
wonend te [woonplaats] ,
4.
[gedaagde sub 4],
wonend te [woonplaats] ,
5.
[gedaagde sub 5],
wonend te [woonplaats] ,
6.
[gedaagde sub 6],
wonend te [woonplaats] ,
7.
[gedaagde sub 7],
wonend te [woonplaats] ,
gedaagden,
van wie zijn verschenen [gedaagde sub 3] , [gedaagde sub 4] , [gedaagde sub 6] , [gedaagde sub 7] , alsmede
[naam 1] , [naam 2] , [naam 3] EN [naam 4] ,allen naar eigen zeggen verblijvende te [woonplaats] aan de [adres 1] ,
bijgestaan door R.W.J. Joosten, rechtshelper.
Partijen zullen hierna de gemeente Maastricht en de krakers genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding en de daarbij overgelegde producties 1 tot en met 8, alsmede een exemplaar met de kennisgeving in Dagblad de Limburger van 18 juli 2019
  • de producties 1 tot en met 7 van de krakers
  • de mondelinge behandeling op 30 juli 2019
  • de ter zitting overgelegde productie van de gemeente Maastricht
  • de pleitnota van de krakers
  • het tegen gedaagde sub 5 verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
De gemeente Maastricht is eigenaar van het pand aan de [adres 1] en het omliggende perceel te Maastricht. Het betreft de oude voetbalkantine [adres 2] en de omliggende met hekwerk omringde (voetbal)velden. Het gebruik van deze sportaccommodatie (hierna: de accommodatie) is per 1 januari 2016 gestaakt. In afwachting van een nieuwe invulling óf sloop werden de sloten van de kantine en de terreinomheining vervangen en werd de kantine (verder) dichtgetimmerd.
2.2.
Op 1 december 2017 werd de accommodatie gekraakt. De krakers sub 3 tot en met 7 stonden op de datum van dagvaarding ingevolge de Basisregistratie Personen ingeschreven op dit adres.
2.3.
De gemeente Maastricht heeft op 6 december 2017 aangifte gedaan van huisvredebreuk bij de politie.
2.4.
Sinds het begin van 2016 heeft de gemeente Maastricht gesprekken gevoerd met de Stichting Scoutinggroep Anne Frank (hierna: de Scoutinggroep) over verplaatsing, omdat de huidig locatie niet meer voldoet. De accommodatie is in beeld als vervangende locatie. De haalbaarheid van vestiging van de Scoutinggroep op deze locatie dient nader te worden onderzocht. Daarnaast wensen buurtbewoners Scharn en Heer de accommodatie te her-ontwikkelen tot een cultureel ontmoetings- en recreatiegebied en in overleg met de Scoutingroep te gebruiken en exploiteren.
2.5.
De gemeente Maastricht heeft in verband met de hiervoor bedoelde herontwikkeling van de accommodatie op 21 mei 2019 een onverbindende intentieovereenkomst met de buurtbewoners Scharn en Heer en de Scoutinggroep gesloten. De overeenkomst is aangegaan voor de duur van 6 maanden. Op grond van deze overeenkomst heeft de gemeente Maastricht onder meer de inspanningsplicht op zich genomen om middels een kort geding de ontruiming van de kantine te bewerkstelligen.
2.6.
Op 28 mei 2019 heeft de raadsman van de gemeente Maastricht een (laatste) sommatie gestuurd naar de krakers, waarin is aangegeven dat de krakers de accommodatie uiterlijk maandag 17 juni 2019 dienden te verlaten. De gevoerde correspondentie heeft niet geleid tot vrijwillige ontruiming, althans er verblijven tot op heden krakers in de accommodatie.

3.Het geschil

3.1.
De gemeente Maastricht vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
de krakers te veroordelen om het pand en aanhorigheden aan de [adres 1] te Maastricht, kadastraal bekend als Maastricht, [kadasternummers] , alsmede het aangrenzende perceel, kadastraal bekend als Maastricht [kadasternummer] (gedeeltelijk) te Maastricht, met het hunne en de hunnen te verlaten en volledig te ontruimen, uiterlijk 3 dagen na betekening van dit vonnis, althans uiterlijk op een datum die de voorzieningenrechter in goede justitie zal bepalen, zulks op straffe en verbeurte van een dwangsom van € 250,00 voor elke dag of gedeelte daarvan dat de krakers hiermee in gebreke blijven, met een maximum van € 50.000,00, althans door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen,
te bepalen dat voor het geval de krakers niet vrijwillig en volledig aan de gevorderde ontruiming van het pand en aanhorigheden aan de [adres 1] te Maastricht, alsmede het aangrenzende perceel, kadastraal bekend als respectievelijk Maastricht [kadasternummers] en [kadasternummer] (gedeeltelijk) te Maastricht, voldoen en de ontruiming moet plaatsvinden met behulp van de sterke arm van politie en justitie, de daarbij te maken kosten voor rekening van de krakers zullen komen, op vertoon van de daartoe benodigde bescheiden bestaande uit een exploot of proces-verbaal van de met deze bewerking van de verlating en ontruiming belaste deurwaarder waarin deze kosten gespecificeerd worden opgegeven,
de krakers te gebieden om, na ontruiming, het pand en aanhorigheden aan de [adres 1] te Maastricht, kadastraal bekend als Maastricht, [kadasternummers] , alsmede het aangrenzende perceel, kadastraal bekend als Maastricht [kadasternummer] (gedeeltelijk) te Maastricht, geheel ontruimd te houden, met verbod deze opnieuw in gebruik te nemen of te doen nemen,
te bepalen dat de gevorderde veroordelingen onder sub 1 tot en met 3, binnen de in artikel 557a lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) genoemde termijn van een jaar na het doen van uitspraak door de gemeente Maastricht ook ten uitvoer kunnen worden gelegd tegen een ieder die zich ten tijde van de ten uitvoerlegging in het pand en aanhorigheden aan de [adres 1] te Maastricht, kadastraal bekend als Maastricht, [kadasternummers] , alsmede het aangrenzende perceel, kadastraal bekend als Maastricht [kadasternummer] (gedeeltelijk) te Maastricht, bevindt, of daar binnentreedt en telkens wanneer zich dat voordoet,
de krakers hoofdelijk te veroordelen in de kosten van de onderhavige procedure met inbegrip van de nakosten alsmede de kosten voor de in artikel 61 Rv voorgeschreven advertentie en met bepaling dat de krakers wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over deze kosten verschuldigd zijn wanneer zij deze niet binnen 14 dagen na de uitspraak van het vonnis hebben voldaan, welke rente dient te worden berekend met ingang van 14 dagen van het vonnis tot en met de dag der algehele voldoening.
3.2.
De gemeente Maastricht legt het volgende ten grondslag aan haar vorderingen.
De krakers verblijven zonder recht of titel in de accommodatie en plegen derhalve een ontoelaatbare inbreuk op het eigendomsrecht van de gemeente Maastricht. Om de herbestemming te kunnen onderzoeken dienen een aantal onderzoeken te worden uitgevoerd en daartoe dient het pand ontruimd te zijn. Op grond van de intentieovereenkomst heeft zij een aantal inspanningsverplichtingen. De gemeente heeft er dus een spoedeisend belang bij dat zij op korte termijn de beschikking krijgt over de accommodatie. Daarnaast is er sprake van een serieus (gezondheids-)risico voor de krakers, heeft de accommodatie geen woonbestemming en is het in bouwkundige zin niet toegerust voor (langdurige) bewoning en voelen buurtbewoners zich minder veilig door de aanwezigheid van de krakers.
3.3.
De krakers voeren verweer. De krakers trekken in twijfel dat er concrete plannen tot herontwikkeling zijn en betwisten dat er een dringende noodzaak tot ontruimen is. Er is immers slechts sprake van een haalbaarheidsonderzoek en er zijn ook andere opties voor het terrein genoemd. De gemeente Maastricht heeft hen in een eerste gesprek gezegd dat hun verblijf voorlopig werd toegestaan althans gedoogd. Onder verwijzing naar de ter zitting door hen overgelegde e-mail van de Stichting Columbus stellen zij dat de huidige invulling van de accommodatie voor de groep dakloze bewoners, met ieder hun eigen problematiek, waaronder een groot aantal jongeren, van groot belang is. Deze mensen zijn door maatschappelijke vangnetten vaak misplaatst en (betaalbare) woonplekken zijn voor hen niet of nauwelijks te vinden in Maastricht. Via hulp van de groep hebben zij weer hun weg in de maatschappij gevonden. Daarom is het ook belangrijk dat de groep bij elkaar blijft. Hun woonrecht dient zwaarder te wegen dan het eigendomsrecht van de gemeente Maastricht zolang de plannen voor invulling van de accommodatie niet in een vergevorderd stadium zijn. Zij stellen dat zij de plannen niet in de weg zitten en alle medewerking zullen verlenen. Het onderzoek kan worden verricht terwijl zij daar wonen. De gestelde gevaren voor de gezondheid worden door hen betwist. De accommodatie wordt door hun normaal (onder)houden en er zijn enkele grote reparaties uitgevoerd. De krakers stellen zich netjes te gedragen en geen overlast te veroorzaken voor de omwonenden. Zij willen graag een schriftelijke, bindende overeenkomst aangaan met de gemeente Maastricht waarin de voorwaarden van hun vertrek zullen worden opgenomen.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De spoedeisendheid vloeit voort uit de aard van de procedure.
4.2.
De gemeente Maastricht wijst de door de krakers gewenste gebruiksovereenkomst af, onder meer gelet op de met de Scouting en de buurtbewoners gesloten intentieovereenkomst. De gemeente Maastricht stelt dat in 2018 verschillende gesprekken met de krakers zijn gevoerd waarin is aangegeven dat de krakers onrechtmatig in het pand verblijven en de gemeente Maastricht deze toestand niet duldt, in het bijzonder met het oog op de beoogde herontwikkeling van de accommodatie op kort termijn. Daarbij is ook aangeboden om naar een oplossing voor hen te zoeken en in het begin is jeugdhulp betrokken geweest. Dit is echter niet op gang gekomen. Blijkbaar wensten de krakers dit niet. Zij betwist het door de krakers ingenomens standpunt dat er geen concrete plannen zijn. De scoutinggroep had al op 15 augustus 2017 een set sleutels ontvangen ten behoeve van het haalbaarheidsonderzoek. Dit onderzoek is stil komen te liggen doordat de accommodatie is gekraakt. Om de herbestemming te kunnen onderzoeken moet het pand ontruimd zijn. Er dienen een aantal onderzoeken te worden uitgevoerd waarbij het pand leeg hoort te zijn en mogelijk daarna ook een tijd niet gebruikt kan worden, waaronder een destructief asbestonderzoek. De krakers maken dit momenteel onmogelijk doordat de gemeente Maastricht niet vrijelijk over haar eigendom kan beschikken.
4.2.1.
De gemeente Maastricht stelt verder dat er sprake is van bouwkundige gebreken die een serieus (gezondheids-)risico voor de krakers vormen. De accommodatie stond enige tijd ongebruikt leeg, waardoor er in die tijd geen onderhoud meer werd uitgevoerd aan de elektriciteit-, water- en gasleidingen en er vindt geen controle meer plaats op legionella. De gemeente Maastricht draagt als eigenaar hiervoor een risicoaansprakelijkheid zonder dat zij daadwerkelijk controle heeft over het doen en laten van de krakers. Daarnaast heeft de accommodatie geen woonbestemming en is het in bouwkundige zin ook niet toegerust voor (langdurige) bewoning.
4.2.2.
Ten slotte stelt de gemeente Maastricht dat zij sinds begin dit jaar steeds meer meldingen krijgt van bezorgde buurtbewoners, die zich door de krakers en hun activiteiten gestoord en minder veilig zijn gaan voelen. De buurtbewoners hebben het vermoeden dat ter plekke gedeald wordt. Een tweetal van die verklaringen is overgelegd.
4.3.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat de gemeente Maastricht het belang bij de ontruiming van de accommodatie voldoende heeft aangetoond. De gemeente Maastricht dient de vrijheid te hebben om haar eigendom een nieuwe invulling te kunnen geven. De plannen voor een herontwikkeling van de accommodatie voor de Scoutinggroep en de buurtbewoners en de afspraken over een haalbaarheidsonderzoek lagen er al voordat de accommodatie in gebruik werd genomen door de krakers en inmiddels hebben deze partijen een intentieovereenkomst gesloten. Gelet hierop kan worden vastgesteld dat de plannen voldoende concreet zijn. De gemeente Maastricht dient haar afspraken met de Scoutingroep en de buurtbewoners op grond van de intentieovereenkomst na te kunnen komen. In de overeenkomst is een looptijd van 6 maanden opgenomen, ingaande op 21 mei 2019. In het kader van deze overeenkomst moet de gemeente Maastricht, in ieder geval gedurende deze periode, in staat zijn om over haar eigendom te kunnen beschikken en onderzoek naar de bouwkundige staat van de kantine te kunnen laten uitvoeren. Daarbij dient men de mogelijkheid te hebben om destructief onderzoek te verrichten, zonder risico, hinder of enig beletsel van de krakers te ondervinden. Dit destructief onderzoek kan meebrengen dat de kantine niet geschikt is voor bewoning.
4.3.1.
Door de krakers wordt niet betwist dat de nutsvoorzieningen niet meer gecontroleerd zijn in de tijd dat zij op de accommodatie verblijven. Of, zoals de gemeente Maastricht stelt, de medewerkers van de nutsbedrijven de toegang is geweigerd, kan de voorzieningenrechter in het kader van dit kort geding niet vaststellen. Het feit dat deze voorzieningen enige tijd niet meer zijn gecontroleerd, kan echter gevaar mee brengen. Dit gevaar, alsmede het feit dat hiervoor op de gemeente Maastricht een risicoaansprakelijkheid rust, vormt mede aanleiding om vast te stellen dat de gemeente Maastricht een belang bij ontruiming heeft.
4.3.2.
Daarnaast kan worden vastgesteld dat het gekraakte pand dienst heeft gedaan als voetbalkantine en dus niet is ingericht op permanente bewoning. De voorzieningenrechter begrijpt dat in het kader van de door de krakers geschetste problematiek het vinden van geschikte woonruimte niet eenvoudig is en dat het voor hen belangrijk is bij elkaar te kunnen blijven, doch daarvoor is deze locatie niet de aangewezen plaats.
4.4.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, komt de voorzieningenrechter tot het oordeel dat de vorderingen sub 1 en 3 tot ontruiming en ontruimd houden van de accommodatie kunnen worden toegewezen. Anders dan gevorderd, zal de voorzieningenrechter de krakers een termijn van 14 dagen na betekening van het vonnis geven voor de ontruiming. De in het kader van vordering sub 1 gevorderde dwangsom is toewijsbaar, met dien verstande dat het maximum beperkt wordt tot € 10.000,00.
De termijn van ten uitvoerleggen op grond van art. 557a lid 3 Rv, gevorderd onder sub 4, wordt beperkt tot zes maanden na het uitspreken van dit vonnis, gelet op de in de intentieovereenkomst opgenomen termijn van zes maanden.
4.5.
De sub 2 gevorderde kosten van de ontruiming acht de voorzieningenrechter te onbepaald. Deze vordering wordt afgewezen.
4.6.
De krakers zullen als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de gemeente Maastricht worden begroot op:
- dagvaarding € 107,46
- griffierecht 639,00
- salaris advocaat
980,00
totaal € 1.726,46
4.7.
De kosten van de voorgeschreven advertentie zullen worden toegewezen onder de bepaling dat de gemaakte kosten door de gemeente Maastricht nog aangetoond dienen te worden. De rente en nakosten worden toegewezen als in het dictum bepaald is.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt de krakers om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis het pand en aanhorigheden aan de [adres 1] te Maastricht, kadastraal bekend als Maastricht, [kadasternummers] , alsmede het aangrenzende perceel, kadastraal bekend als Maastricht [kadasternummer] (gedeeltelijk) te Maastricht, met het hunne en de hunnen te verlaten en volledig te ontruimen,
5.2.
veroordeelt de krakers om aan de gemeente Maastricht een dwangsom te betalen van € 250,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de in 5.1 uitgesproken veroordeling voldoen, tot een maximum van € 10.000,00 is bereikt,
5.3.
gebiedt de krakers om, na ontruiming, het pand en aanhorigheden aan de [adres 1] te Maastricht, kadastraal bekend als Maastricht, [kadasternummers] , alsmede het aangrenzende perceel, kadastraal bekend als Maastricht [kadasternummer] (gedeeltelijk) te Maastricht geheel ontruimd te houden, met verbod deze opnieuw in gebruik te nemen of te doen nemen,
5.4.
bepaalt dat deze veroordeling op de voet van art. 557a lid 3 Rv tot zes maanden na de uitspraak van dit vonnis ook ten uitvoer zal kunnen worden gelegd tegen een ieder die zich ten tijde van de tenuitvoerlegging in het pand en aanhorigheden aan de [adres 1] te Maastricht, kadastraal bekend als Maastricht, [kadasternummers] , alsmede het aangrenzende perceel, kadastraal bekend als Maastricht [kadasternummer] (gedeeltelijk) te Maastricht bevindt of daar binnentreedt en telkens wanneer dat zich voordoet,
5.5.
veroordeelt de krakers hoofdelijk, derhalve dat wanneer één betaalt de anderen zullen zijn bevrijd, in de proceskosten, aan de zijde van de gemeente Maastricht tot op heden begroot op € 1.726,46, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.6.
veroordeelt de krakers hoofdelijk, derhalve dat wanneer één betaalt de anderen zullen zijn bevrijd, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat de krakers niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis hebben voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van de veertiende dag na de betekening van dit vonnis tot de dag van volledige voldoening,
5.7.
veroordeelt de krakers hoofdelijk, derhalve dat wanneer één betaalt de anderen zullen zijn bevrijd, in de door de gemeente Maastricht nog aan te tonen gemaakte kosten voor de in artikel 61 Rv voorgeschreven advertentie en met bepaling dat de krakers wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over deze kosten verschuldigd zijn met ingang van de veertiende dag na de betekening van dit vonnis tot de dag van volledige voldoening,
5.8.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.9.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.M. Etman en in het openbaar uitgesproken op 13 augustus 2019. [1]

Voetnoten

1.type: EvdS