Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Het onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
drie geopende brievenop de tafel in de keuken lagen. Er was een brief afkomstig van Essent, van Enexis en van Santander. Op de brief van Essent stond de datum 6 mei 2017 als factuurdatum en de brief was geadresseerd aan de heer [verdachte] . Op de brief van Enexis stond de datum 17 mei 2017 en de brief was geadresseerd aan de bewoners van het pand [adres 1] te Roermond. Op de brief van Santander stond de datum 28 april 2017 en de brief was geadresseerd aan de heer [verdachte] . [4]
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De straf en/of de maatregel
7.De wettelijke voorschriften
8.De beslissing
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot een
- bepaalt dat de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd zich heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt de verdachte tot een
- beveelt dat indien de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht,