ECLI:NL:RBLIM:2019:7324

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
8 augustus 2019
Publicatiedatum
8 augustus 2019
Zaaknummer
03/036065-19
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Strafzaak tegen verdachte wegens hennepteelt, diefstal van elektriciteit en gebruik van valse documenten

Op 8 augustus 2019 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een hennepkwekerij. De zaak kwam aan het licht na een woningbrand waarbij de politie en brandweer een hennepkwekerij met 273 planten aantroffen. De verdachte, geboren in 1980, werd beschuldigd van het telen van hennep, diefstal van elektriciteit en het gebruik van valse documenten. De verdachte had geprobeerd de sluiting van de woning door de burgemeester te voorkomen door een valse huurovereenkomst en een vals paspoort te overleggen. Tijdens de zitting op 25 juli 2019 werden de standpunten van de officier van justitie en de verdediging besproken. De officier van justitie stelde dat alle ten laste gelegde feiten bewezen konden worden, terwijl de verdediging vrijspraak bepleitte. De rechtbank oordeelde dat de verdachte verantwoordelijk was voor de hennepkwekerij en de diefstal van elektriciteit. De rechtbank achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen en legde een taakstraf van 200 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden op, met een proeftijd van 3 jaar. De rechtbank baseerde haar beslissing op de ernst van de feiten en de risico's die de verdachte had gecreëerd voor de omgeving.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer: 03.036065.19
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 8 augustus 2019
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] 1980,
wonende te [adresgegevens verdachte] ,
De verdachte wordt bijgestaan door mr. G.A.C. Beckers, advocaat, kantoorhoudende te Sittard.

1.Het onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 25 juli 2019. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging, na wijziging tenlastelegging, is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
feit 1: in de periode van 1 april 2015 tot en met 11 juni 2017 in de gemeente Roermond 273 hennepplanten heeft geteeld of aanwezig heeft gehad;
feit 2: op 11 juni 2017 in de gemeente Roermond een hoeveelheid elektriciteit heeft gestolen door middel van braak en/of verbreking;
feit 3: in de periode van 1 april 2015 tot en met 11 juni 2017 in de gemeente Roermond een elektriciteitswerk heeft vernield;
feit 4: in de periode tussen 11 juni 2017 en 25 september 2017 in Roermond opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een valse huurovereenkomst en een kopie van een vals paspoort.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle vier de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen. De overwegingen van de officier van justitie zijn vervat in haar schriftelijk requisitoir.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair integrale vrijspraak bepleit omdat wettig en overtuigend bewijs dat de verdachte de pleger van deze feiten is, ontbreekt. De raadsman heeft subsidiair ten aanzien van feit 1 aangevoerd dat de verdachte voor een deel van de pleegperiode moet worden vrijgesproken. De periode moet worden beperkt tot de periode van 29 januari 2017 tot 11 juni 2017. De standpunten van de raadsman zijn vervat in zijn schriftelijke pleitnota.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
3.3.1
Bewijsmiddelen
Aantreffen hennepkwekerij na woningbrand
Op zondag 11 juni 2017 trad de politie binnen in de woning, gelegen aan [adres 1] Roermond. De woning werd binnengetreden ter inbeslagneming. Door de brandweer werd tijdens het blussen van een woningbrand op [adres 1] te Roermond een hennepkwekerij aangetroffen. In de woning werden 273 hennepplanten in beslag genomen. [2]
Op het adres [adres 1] Roermond, stond volgens de gemeentelijke basisadministratie niemand ingeschreven. De verbalisanten zagen dat op dit adres een hennepkwekerij met planten aanwezig was. Het betrof een tussenwoning die aan de achterzijde ook geschakeld is aan andere woningen. Deze woningen bevonden zich op de [straatnaam 2] te Roermond. [3]
De verbalisanten zagen dat er
drie geopende brievenop de tafel in de keuken lagen. Er was een brief afkomstig van Essent, van Enexis en van Santander. Op de brief van Essent stond de datum 6 mei 2017 als factuurdatum en de brief was geadresseerd aan de heer [verdachte] . Op de brief van Enexis stond de datum 17 mei 2017 en de brief was geadresseerd aan de bewoners van het pand [adres 1] te Roermond. Op de brief van Santander stond de datum 28 april 2017 en de brief was geadresseerd aan de heer [verdachte] . [4]
De verbalisanten zagen dat er op de eerste verdieping ongeveer 37 blauwe en zwarte vuilniszakken lagen. Een vuilniszak was geopend en in deze vuilniszak zaten flessen plantenvoedingsmiddel. Het ging om de volgende plantenvoedingsmiddelen: kokosbloei, Ferro pH min bloem, Aptus Topbooster en Aptus Enzym +. De verbalisant voelde dat deze flessen leeg waren. Er werden twee andere vuilniszakken geopend en de verbalisanten zagen dat een vuilniszak gevuld was met potgrond met daarin plantenwortelresten en dat een vuilniszak gevuld was met hennepplantenresten.
De verbalisanten, zagen dat er negen zwarte plantenpotten in de ruimte op de eerste verdieping stonden en dat deze plantenpotten gevuld waren met potgrond. Zij zagen dat deze plantenpotten van gelijke grootte waren. Een van deze plantenpotten werd opgemeten en deze plantenpot had een diepte van 19,5 centimeter, een breedte van 19,5 centimeter en een hoogte van 25 centimeter. De verbalisanten zagen dat er een werkbank in de ruimte stond en dat er verschillende gereedschappen, waaronder knipscharen, op de werkbank lagen. Zij zagen dat er opgedroogde hars op deze knipscharen zat. Zij zagen dat er een geopende doos in de ruimte stond en dat er dertien assimilatielampen in de doos zaten. Zij zagen dat er nog een zwarte bak in de kamer stond en dat er dertien vermoedelijk gebruikte assimilatielampen in de bak zaten. Zij zagen dat er een transformatorblok in een andere doos zat en dat er twee streepjes op de het transformatorblok stonden, vermoedelijk als zijnde het getal 11. Zij zagen dat er twee stukken aan- en afvoerbuis in de ruimte lagen. Zij zagen dat er nog verschillende andere goederen ten behoeve van een hennepkwekerij in de ruimte lagen. [5]
De verbalisanten zagen dat de tweede trap toegang bood tot een klein halletje op de zolderverdieping. Zij zagen dat de trap bovenaan was verbrand en dat delen van het halletje waren verbrand. Het halletje bood toegang tot een badkamer en tot de kweekruimte. Tegen de muur in het halletje hing een transformatorbord en dit transformatorbord was grotendeels weggesmolten. De verbalisanten zagen dat er elektriciteitsdraden van dit transformatorbord naar de kweekruimte liepen. Deze elektriciteitsdraden hingen los in de ruimte en deze waren op sommige plekken gebundeld. De verbalisanten zagen dat deze elektriciteitsdraden verbrand c.q. verschroeid of gesmolten waren. Zij zagen dat de badkamer zwart geblakerd was. In de badkamer lagen en stonden verschillende flessen plantenvoedingsmiddelen, ook weer van kokosbloei, Ferro pH min bloem, Aptus Topbooster en Aptus Enzym +. In het bad stond een waterbassin. Dit waterbassin was voorzien van een dompelpomp en deed volgens de verbalisanten naar alle waarschijnlijkheid dienst als irrigatiesysteem. [6]
De kweekruimte had een oppervlakte van circa 13,2 vierkante meter. De verbalisanten zagen dat er stof op de armaturen van de assimilatielampen zat en dat er kalkaanslag op de buitenzijden van de plantenpotten zat. Dit waren dezelfde plantenpotten als de plantenpotten die aanwezig waren op de eerste verdieping van de woning. Er was ten minste een ventilator in de kweekruimte aanwezig en er zat stof op deze ventilator. In totaal stonden er 273 hennepplanten in de kweekruimte. De gemiddelde hoogte van de planten was ongeveer 45 cm. De plantenbakken waren gevuld met potgrond. In totaal hingen er in de kweekruimte 11 assimilatielampen. Alle hennepplanten werden door middel van een irrigatiesysteem van een vloeistof voorzien. In de kweekruimte bevond zich 1 koolstoffilter. De luchtverversing en luchtafvoer werd geregeld door een aan- en afvoerinstallatie. [7]
De verbalisanten zagen dat er geen bedden of matrassen in de woning aanwezig waren en dat er geen leefruimte in de woning aanwezig was die ook als zodanig gebruikt kon worden. Behalve in de keukenruimte stonden geen stoelen of bankstellen in de woning. Het pand [adres 1] werd kennelijk niet als woning gebruikt, maar enkel als pand voor de hennepteelt. [8]
De verbalisant constateerde op grond van zijn kennis en ervaring, opgedaan bij eerdere ontmantelingen van hennepkwekerijen, dat de aangetroffen planten hennepplanten betroffen. Hij constateerde dit aan de hand van de waargenomen uiterlijke kenmerken, kleur en vorm, en daarnaast de herkenbare geur van de aangetroffen planten. [9]
Diefstal elektriciteit en vernieling elektriciteitswerk
De stroomvoorziening van de hennepkwekerij werd ter plaatse onderzocht door een monteur en een uitvoerder van Enexis, in aanwezigheid van de politie. Hierbij werd geconstateerd dat de stroomvoorziening ten behoeve van de hennepkwekerij illegaal werd afgenomen. Het bleek dat er middels illegale aftapping in de meterkast, stroom illegaal buiten de meter werd afgetapt. Er waren enkele stroomdaden buiten de meter om geplaatst en er werd kennelijk op deze wijze illegaal stroom afgetapt buiten de meter. [10]
Door netwerkbeheerder Enexis werd aangifte gedaan van diefstal van stroom. Enexis beschrijft dat uit onderzoek bleek dat er een illegale aansluiting na de hoofdbeveiliging was gemaakt in de hoofdaansluitkast. Er was een illegale elektriciteitskabel aangelegd die buiten de elektriciteitsmeter om liep naar de elektrische installatie in het betreffende pand en waarmee de aangesloten installatie van elektriciteit werd voorzien. Om deze aftakking te kunnen realiseren is het noodzakelijk geweest dat het door Enexis verzegelde deksel van de hoofdaansluitkast gedemonteerd is of is geweest. De door Enexis aangebrachte zegels zijn dus verwijderd, vervangen en of gemanipuleerd. Verder bleek dat de hoofdveiligheden in de aansluitkast van Enexis zijn gemanipuleerd. Contractueel hoort er 1*25 Amp. in te zitten. Er waren zekeringen met een waarde van 3 *35 Amp. geplaatst. Door het verzwaren van de hoofdzekeringen is er meer vermogen beschikbaar dan contractueel is overeengekomen met de contractant. Om deze uitbreiding/verzwaring te kunnen realiseren is het noodzakelijk geweest dat het door Enexis verzegelde deksel van de hoofdaansluitkast gedemonteerd is of is geweest. De door Enexis aangebrachte zegels zijn dus verwijderd, vervangen en of gemanipuleerd. Enexis gaat ervan uit dat de periode waarin dit plaatsvond betreft 29 januari 2017 tot 11 juni 2017. [11]
Getuigenverklaringen
Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat hij vanaf augustus 2007 woont op het adres [adres 2] te Roermond. Dit betreft de woning naast [adres 1] te Roermond. De woningen aan de [straatnaam 1] te Roermond zijn erg gehorig. [getuige 1] heeft verklaard dat hij niet het idee heeft dat de woning op [adres 1] voor 2010 of na 2011 bewoond is geweest. Hij heeft tussen 2007 en heden wel vaker mannenstemmen uit de woning gehoord. Hij hoorde dat er in die periode ook vaker water door de waterleidingen liep en hij weet zeker dat dit de waterleidingen van de woning [adres 1] waren. Deze waterleidingen liepen vaak toch zeker een half uur door. Hij heeft vanaf 2011 nooit verlichting zien branden in de woning [adres 1] . [12]
Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat zij vanaf december 2006 samen met haar man woont op de [adres 3] te Roermond. Deze woning is aan de achterzijde deels bevestigd aan het pand [adres 1] te Roermond. Zij heeft verklaard dat zij vanaf 2006 tot heden nog nooit iemand naar binnen of naar buiten heeft zien gaan bij [adres 1] . Zij heeft niet het idee dat het pand op [adres 1] vanaf 2006 tot heden bewoond is geweest. Zij heeft namelijk nooit geluiden door de muren heen gehoord en zij heeft nog nooit activiteit in het pand gezien. Zij heeft verder verklaard dat haar man en zij vanaf maart 2016 tot februari 2017 dagelijks een sterke hennepgeur in het rechtergedeelte van hun woonkamer roken. Dit is het gedeelte van de woonkamer dat met de achterzijde direct grenst aan het pand [adres 1] . Getuige [getuige 2] en haar gezin zijn door de brandweer geëvacueerd. Zij heeft verklaard dat als de brand niet op tijd was ontdekt, ook hun woning in brand had kunnen vliegen terwijl hun zoon boven lag te slapen. [13]
[betrokkene 1] bevelhebber en ploegchef van de brandweer Roermond die ter plekke was om de brand te blussen heeft verklaard dat hij vermoed dat de brand is ontstaan in het elektrisch gedeelte van vermoedelijk het schakelbord met de transformatoren. Volgens hem was gemeen gevaar voor goederen en personen een reëel gevaar. Hij laat normaal
gesproken niet zo snel panden ontruimen, maar hij heeft dat in dit geval wel laten doen. Aangezien de panden op [straatnaam 1] en op de [straatnaam 2] onderdeel uitmaken van de
oude kern van Roermond, was er een reële kans op branduitbreiding. De constructie van deze oude panden bestaat veelal uit hout. De ploeg van de tweede tankautospuit heeft de muur tussen de woning [adres 1] en het achterliggende pand op de [straatnaam 2] opgemeten met een warmtebeeldcamera en deze muur bleek warm te zijn. [14]
Valse huurovereenkomst en vals paspoort
[aangever 1] en [aangever 2] hebben namens de burgemeester van de gemeente Roermond aangifte gedaan. Zij hebben verklaard dat naar aanleiding van het aantreffen van de hennepkwekerij in de woning aan de [adres 1] te Roermond het voornemen tot het sluiten van de woning voor de duur van één maand is verstuurd. Naar aanleiding van het voornemen tot sluiting van de woning, heeft de heer [verdachte] zijn zienswijze mondeling bekendgemaakt. Hij heeft daarbij een huurovereenkomst met mevrouw [betrokkene 2] overgelegd samen met een kopie van het paspoort van mevrouw [betrokkene 2] . Verder heeft de heer [verdachte] een addendum overgelegd, dat hoort bij de huurovereenkomst. Dit addendum betreft een brief aan mevrouw [betrokkene 2] , waarin staat: conform afspraak de woning aan de [adres 1] wederom aan mevrouw [betrokkene 2] wordt verhuurd, zoals overeengekomen op 19-03-2015 en is het contract zoals overeengekomen van toepassing met ingang van 01-02-2015 met een duur van een jaar. Mevrouw [betrokkene 2] heeft zich nooit ingeschreven op het adres aan de [adres 1] . Het door de heer [verdachte] overgelegde paspoort van mevrouw [betrokkene 2] is op internet te vinden. Het huurcontract is opgesteld middels een vals paspoort. Daarnaast is het addendum bij de huurovereenkomst alleen ondertekend door de heer [verdachte] zelf, niet door mevrouw [betrokkene 2] . [15]
Het door de verdachte verstrekte huurcontract inclusief addendum en kopie paspoort van [betrokkene 2] werd door de politie onderzocht. [16] In het huurcontract stond dat de huurvergoeding gestort diende te worden op een bankrekeningnummer ten name van dhr. [verdachte] . In het huurcontract stond dat iedere andere vorm van betaling door de verhuurder als onverschuldigd zal worden aangemerkt en niet tot kwijting van de verschuldigde huur zal leiden. Het huurcontract was niet ondertekend door [verdachte] .
Bovenaan het addendum stond de datum 28 januari 2017 en in het addendum stond dat het addendum betrekking had op de huurovereenkomst van 19 maart 2015. Op het addendum stond de naam [betrokkene 2] . In het addendum stond een ingangsdatum van 01-02-2015, terwijl [verdachte] tijdens het verhoor verklaarde dat dit addendum was opgesteld naar aanleiding van een nieuwe verhuurperiode vanaf 1 februari 2017.
Ook het “kopie” paspoort van [betrokkene 2] werd bekeken. Dit document was geen kopie van een paspoort maar een afbeelding van een paspoort. De gegevens op de paspoortafbeelding kwamen overeen met de in het huurcontract opgenomen gegevens van [betrokkene 2] . Op de paspoortafbeelding stonden de voornamen [voornamen] terwijl in de Machine Readable Zone code de voornamen [voornamen] stonden. Het paspoort op de afbeelding was geldig tot 1 juni 2012. De handtekening op de paspoortafbeelding en de ondertekeningen op het huurcontract kwamen niet met elkaar overeen. In de politiesystemen kwam niemand voor met de naam [betrokkene 2] in combinatie met de geboortedatum [geboortedatum 2] en de geboorteplaats [G.] en er was in het verleden niemand met bovengenoemde persoonsgegevens overleden. Op de website www.google.nl werd onder het tabblad afbeeldingen naar de paspoortafbeelding op naam van [betrokkene 2] gezocht. Met de zoekterm “paspoort” stond de paspoortafbeelding op naam van [betrokkene 2] tussen de zoekresultaten. De bronwebsite van de paspoortafbeelding op naam van [betrokkene 2] werd bezocht en hieruit bleek dat de paspoortafbeelding boven een mediabericht op de website [url website 1] was gepubliceerd op 14 april 2012. Met de zoekterm “paspoort [betrokkene 2] ” verscheen de paspoortafbeelding op naam van [betrokkene 2] meerdere malen tussen de zoekresultaten. De bronwebsites van de paspoortafbeeldingen op naam van [betrokkene 2] werden bezocht en hieruit bleek dat de paspoortafbeelding op naam van [betrokkene 2] bij mediaberichten op de websites [url website 2] en [url website 3] gepubliceerd stond en dat de paspoortafbeelding op naam van [betrokkene 2] op de website [url website 4] gepubliceerd stond als voorbeeld voor het aanvragen van een visum.
Verklaring verdachte
De verdachte heeft verklaard dat hij eigenaar is van het pand [adres 1] te Roermond vanaf 2006 en dat hij het pand vanaf 1 april 2015 tot 1 augustus 2015 heeft verhuurd aan mevrouw [betrokkene 2] . Vanaf 1 februari 2017 tot 11 juni 2017 heeft hij het pand opnieuw verhuurd aan [betrokkene 2] . Hiervoor is een addendum bij het eerder opgestelde huurcontract opgesteld. [betrokkene 2] heeft de maandelijkse huursommen iedere keer contant betaald. De verdachte heeft verklaard dat hij het identiteitsbewijs van [betrokkene 2] nooit fysiek heeft gezien en dat hij alleen een kopie heeft gekregen. [17] De verdachte is voorgehouden dat in het addendum staat dat het addendum een ingangsdatum had van 1 februari 2015, terwijl de tweede verhuurperiode inging op 1 februari 2017. De verdachte heeft hierop verklaard dat dit zijn eigen tikfout is en dat hij dit zelf heeft opgesteld. [18]
3.3.2
Overwegingen
De rechtbank stelt op grond van voornoemde bewijsmiddelen vast dat op 11 juni 2017 in de woning gelegen aan de [adres 1] te Roermond een hennepkwekerij van 273 planten aanwezig was en dat de elektriciteit in die woning ten behoeve van de hennepkwekerij is gestolen door middel van braak en verbreking. De rechtbank is van oordeel dat aan de hand van de knipscharen met hennepresten, de stof op de lampen en de ventilator en de lege voedingsflessen blijkt dat er al in de periode daarvoor hennep werd geteeld. Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat zij tot februari 2017 een sterke hennepgeur heeft geroken in het gedeelte van de woonkamer dat met de achterzijde direct grenst aan het pand [adres 1] . De rechtbank acht daarom bewezen dat in elk geval vanaf 1 januari 2017 hennep werd geteeld.
Vervolgens moet de vraag worden beantwoord of de verdachte degene is geweest die eigenaar was van de hennepkwekerij.
De verdachte is sinds 2006 eigenaar van het pand. De verdachte heeft iedere betrokkenheid bij de hennepkwekerij en de diefstal van de elektriciteit ontkend. De verdachte stelt daartoe dat hij de woning heeft verhuurd aan mevrouw [betrokkene 2] en geen enkele wetenschap had van de aanwezigheid van de hennepkwekerij.
De rechtbank overweegt dat de verdachte het bestaan van mevrouw [betrokkene 2] op geen enkele manier met objectief vast te stellen feiten en omstandigheden heeft onderbouwd. Hij kan geen specifieke gegevens noemen waarmee deze persoon kan worden geïdentificeerd. Sterker nog, de verdachte heeft aan de politie en aan de medewerkers van de gemeente Roermond een huurovereenkomst met een addendum en een kopie van een paspoort verstrekt, die naar het oordeel van de rechtbank vals zijn. De rechtbank baseert die conclusie op grond van voornoemde bewijsmiddelen.
Gelet op bovenstaande feiten en omstandigheden acht de rechtbank de verhuur van de woning door de verdachte aan mevrouw [betrokkene 2] niet aannemelijk geworden.
Gelet op de geopende, recent gedateerde en op naam van verdachte geadresseerde post die op de keukentafel in het pand werd aangetroffen gaat de rechtbank ervan uit dat verdachte met regelmaat in zijn pand kwam.
De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat het ten laste gelegde onder feit 1, feit 2, feit 3 en feit 4 wettig en overtuigend zijn bewezen.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
feit 1.
in de periode van 1 januari 2017 tot en met 11 juni 2017 in de gemeente Roermond opzettelijk heeft geteeld in een pand aan de [adres 1] een hoeveelheid van in totaal ongeveer 273 hennepplanten, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
feit 2.
op 11 juni 2017 in de gemeente Roermond met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit, toebehorende aan Enexis, waarbij verdachte die weg te nemen elektriciteit onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
feit 3.
in de periode van 1 januari 2017 tot en met 11 juni 2017 in de gemeente Roermond ( [adres 1] ) opzettelijk enig elektriciteitswerk heeft vernield, en ten opzichte van dat werk genomen veiligheidsmaatregelen heeft verijdeld, hebbende hij, verdachte een hennepkwekerij aangelegd ten behoeve waarvan hij, verdachte buiten de elektriciteitsmeter om middels een stroomkabel elektriciteit afgetapt en de zekeringen verzwaard (waardoor in het elektrisch gedeelte van het schakelbord brand is ontstaan) terwijl daarvan levensgevaar voor een ander en gemeen gevaar voor goederen te duchten was;
feit 4.
in de periode tussen 11 juni 2017 en 25 september 2017 te Roermond, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een valselijk opgemaakt, te weten een valse huurovereenkomst in combinatie met een kopie van een vals paspoort, dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten om aan te tonen dat verdachte het pand zou hebben verhuurd, als ware het echt en onvervalst, door deze huurovereenkomst en paspoort aan ambtenaren van de gemeente Roermond te overleggen.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
Ten aanzien feit van 1:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.
Ten aanzien van feit 2:
diefstal, waarbij de schuldige zich het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en verbreking.
Ten aanzien van feit 3:
opzettelijk een elektriciteitswerk vernielen en een ten opzichte van een elektriciteitswerk genomen veiligheidsmaatregel verijdelen terwijl daardoor levensgevaar voor een ander en gemeen gevaar voor goederen te duchten is.
Ten aanzien van feit 4:
opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf en/of de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht gevorderd aan de verdachte op te leggen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van acht maanden.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft 273 hennepplanten geteeld en hij heeft daarmee een bijdrage geleverd aan de in Limburg florerende hennepteelt. Hennep bevat de voor de volksgezondheid schadelijke stof THC en is daarom door de wetgever op de bij de Opiumwet behorende lijst II geplaatst. Het is een feit van algemene bekendheid dat de handel in en het gebruik van verdovende middelen vaak gepaard gaan met verschillende vormen van (ernstige) criminaliteit, waardoor de samenleving ernstige schade wordt berokkend.
Bovendien heeft de verdachte een hoeveelheid elektriciteit gestolen van Enexis B.V. op een wijze die kortsluitingsrisico en brandgevaar met zich brengt. Dit brandgevaar is in dit geval werkelijkheid geworden en de verdachte moet daar verantwoordelijk voor worden gehouden.
De bevelhebber en ploegchef van de brandweer Roermond die ter plekke was om de brand te blussen heeft verklaard dat er een reële kans op branduitbreiding was omdat de panden op [straatnaam 1] en op de [straatnaam 2] onderdeel uitmaken van de oude kern van Roermond. De constructie van deze oude panden bestaat veelal uit hout. De ploeg van de tweede tankautospuit heeft de muur tussen de woning [adres 1] en het achterliggende pand op de [straatnaam 2] opgemeten met een warmtebeeldcamera en deze muur bleek warm te zijn. Getuige [getuige 2] en haar gezin die wonen op de [straatnaam 2] , zijn door de brandweer geëvacueerd. Zij heeft verklaard dat als de brand niet op tijd was ontdekt, ook hun woning in brand had kunnen vliegen terwijl hun zoon boven lag te slapen.
Om te voorkomen dat de woning aan de [adres 1] na ontdekking van de hennepkwekerij door de gemeente Roermond zou worden gesloten, heeft de verdachte gebruik gemaakt van een valse huurovereenkomst en een kopie van een vals paspoort. Hieruit en uit de verklaringen van verdachte blijkt dat verdachte op geen enkel moment verantwoordelijkheid neemt en niet schuwt de waarheid te verdoezelen.
De rechtbank houdt bij het bepalen van de strafmaat rekening de inhoud van het strafblad van de verdachte. Hieruit blijkt dat hij in 2009 een schriftelijke waarschuwing heeft gekregen voor vervalsingen (artikel 225 van het Wetboek van Strafrecht).
De rechtbank gaat bij het bepalen van de strafmaat uit van de oriëntatiepunten voor straftoemeting die ontwikkeld zijn door het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Voor de bestraffing van hennepteelt met betrekking tot een hennepkwekerij bestaande uit 100 -500 hennepplanten wordt uitgegaan van een voorwaardelijke gevangenisstraf van een maand in combinatie met een taakstraf van 120 uren. Dit uitgangspunt is van toepassing op verdachten, die zich voor het eerst schuldig hebben gemaakt aan hennepteelt, zoals de verdachte. Het ziet niet mede op de diefstal van elektriciteit, zodat voor dat feit in beginsel extra strafoplegging aan de orde is. Bovendien is er nog sprake van een derde en een vierde feit, te weten het vernielen van een elektriciteitswerk en opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift.
Dit zijn vier ernstige strafbare feiten en dient in de strafoplegging tot uitdrukking te komen. De door de officier van justitie geëiste onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 8 maanden past niet in de straffen die doorgaans door rechtbanken voor dit soort feiten wordt opgelegd. Daar tegenover staat dat verdachte er moet worden van doordrongen dat hij dit soort strafbare feiten niet meer pleegt. Een forse taakstraf met daarnaast een relatief forse voorwaardelijke gevangenisstraf acht de rechtbank daarvoor noodzakelijk en geboden.
Alles overwegend zal de rechtbank aan de verdachte opleggen een taakstraf voor de duur van tweehonderd uren subsidiair honderd dagen hechtenis en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier maanden, met een proeftijd van drie jaar.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 161bis, 225, 310, 311 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot een
  • bepaalt dat de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd zich heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit;
  • veroordeelt de verdachte tot een
  • beveelt dat indien de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht,
Dit vonnis is gewezen door mr. J.B.J. Driessen, voorzitter, mr. F.L.G. Geisel,
mr. M.J.H. van den Hombergh, rechters, in tegenwoordigheid van mr. F.A.E. van de Venne, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 8 augustus 2019.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is, na wijziging tenlastelegging, ten laste gelegd dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 april 2015 tot en met 11 juni 2017 in de gemeente Roermond opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres 1] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 273 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen
daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
(art 11 lid 2 Opiumwet, art 3 ahf/ond B Opiumwet)
2.
hij op of omstreeks 11 juni 2017 in de gemeente Roermond met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Enexis, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen elektriciteit onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking braak;
(art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht)
3.
hij in of omstreeks de periode van 1 april 2015 tot en met 11 juni 2017 in de gemeente Roermond ( [adres 1] ) opzettelijk enig elektriciteitswerk heeft vernield, althans beschadigd, althans onbruikbaar heeft gemaakt, althans een stoornis in de werking van dat werk heeft veroorzaakt en/of/althans ten opzichte van dat werk genomen veiligheidsmaatregelen heeft verijdeld, hebbende hij, verdachte een hennepkwekerij aangelegd ten behoeve waarvan hij, verdachte buiten de elektriciteitsmeter en/of de aardlekschakelaar om middels een stroomkabel elektriciteit afgetapt en/of de zekeringen verzwaard (waardoor in het elektrisch gedeelte van het schakelbord brand is ontstaan) terwijl daarvan levensgevaar voor een ander en/of gemeen gevaar voor goederen te duchten was;
(art 161bis ahf/sub 3 Wetboek van Strafrecht )
4.
hij in of omstreeks de periode tussen 11 juni 2017 en 25 september 2017 te Roermond, althans in Nederland, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een valselijk opgemaakt en/of vervalst geschrift, te weten een (valse) huurovereenkomst in combinatie met een kopie van een (vals) paspoort, dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten om aan
te tonen dat verdachte het pand zou hebben verhuurd, als ware het echt en onvervalst, door deze huurovereenkomst en/of paspoort aan ambtenaren van de gemeente Roermond te overleggen;
(art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht)

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, District Noord- en Midden-Limburg, Basisteam Roermond, proces-verbaalnummer PL2300-2017093849, gesloten d.d. 30 november 2017, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 218.
2.Proces-verbaal van binnentreden woning d.d. 12 juni 2017, pagina’s 15 en 16.
3.Proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij d.d. 23 augustus 2017, pagina 18.
4.Proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij d.d. 23 augustus 2017, pagina 19.
5.Proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij d.d. 23 augustus 2017, pagina 19.
6.Proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij d.d. 23 augustus 2017, pagina’s 19 en 20.
7.Proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij d.d. 23 augustus 2017, pagina 20.
8.Proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij d.d. 23 augustus 2017, pagina 20.
9.Proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij d.d. 23 augustus 2017, pagina 20.
10.Proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij d.d. 23 augustus 2017, pagina 21.
11.Geschrift, inhoudende een aangifteformulier diefstal energie d.d. 19 juni 2017, met bijlagen, pagina’s 77 tot en met 91.
12.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 22 juni 2017, pagina’s 102 en 103.
13.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 5 juli 2017, pagina’s 115 en 116.
14.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 29 juni 2017, pagina’s 104 tot en met 106.
15.Proces-verbaal van aangifte d.d. 12 oktober 2017, met bijlagen, pagina’s 92 tot en met 101.
16.Proces-verbaal van bevindingen: huurcontract d.d. 17 juli 2017, met bijlagen, pagina’s 124 tot en met 134.
17.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 12 juli 2017, pagina’s 148 tot en met 154.
18.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 16 november 2017, pagina 168.